Regeling vaststelling periode eigenrisicodragen WGA-uitkeringen

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 augustus 2006, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/WV/2006/70180, tot vaststelling van de periode van eigenrisicodragen, bedoeld in artikel 82, eerste lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de termijn van overlegging van de schriftelijke garantie, bedoeld in artikel 40, dertiende lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen (Regeling vaststelling periode eigenrisicodragen WGA-uitkeringen)

Gelet op artikel 82, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en artikel 40, dertiende lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Besluit:

Artikel 1

Periode eigenrisicodragen

Ten aanzien van uitkeringen waarvan het recht is ontstaan op of na 1 januari 2007 bedraagt de periode, bedoeld in artikel 82, eerste lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen: tien jaar.

Artikel 2

Termijn voor overlegging van schriftelijke garantie

De termijn, bedoeld in artikel 40, dertiende lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedraagt: dertien weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na de dag waarop door de inspecteur het verzoek is gedaan tot het overleggen van de schriftelijke garantie, bedoeld in dat lid.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Artikel 1 van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2007 en artikel 2 van deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 4

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling periode eigenrisicodragen WGA-uitkeringen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 augustus 2006.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.J. de Geus.

Toelichting

Algemeen

Vanaf 2007 kunnen alle werkgevers ervoor kiezen het risico voor de Werkhervattingsregeling voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) van hun werknemers tien jaar lang voor eigen rekening te nemen. Bij de behandeling van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen door de Tweede Kamer is besloten 2006 een overgangsjaar te laten zijn, waar de mogelijkheden voor eigenrisicodragen voor de WGA nog beperkt zijn tot vier jaar en tot grote werkgevers. Vanaf 2007 is deze duur op grond van deze regeling verlengd naar tien jaar en staat het eigenrisicodragen voor de WGA-uitkeringen open voor alle werkgevers.

Voor de afwegingen die zijn gemaakt bij de vaststelling van de duur van het eigen risicodragen wordt verwezen naar de brief van de minister van SZW aan de Tweede Kamer van 9 juni 2006 (Kamerstukken II 2005/06 30 034, nr. 68).

Artikelsgewijs

Artikel 1. Periode eigenrisicodragen

In dit artikel wordt geregeld dat voor WGA-uitkeringen ontstaan op of na 1 januari 2007 de duur van het eigenrisicodragen tien jaar bedraagt.

Artikel 2. Termijn voor overlegging van schriftelijke garantie

Voor werkgevers die niet van rechtswege maar op verzoek op 29 december 2005 eigenrisicodrager WGA zijn geworden en voor werkgevers die na 29 december 2005 eigenrisicodrager WGA zijn geworden, geldt dat zij op verzoek van de inspecteur van de Belastingdienst binnen dertien weken een schriftelijke garantie overleggen.

Werkgevers die vóór 1 januari 2005 eigenrisicodrager voor de WAO waren en van rechtswege eigenrisicodrager voor de WGA zijn geworden, hoeven geen extra garantiestelling te overleggen, omdat hun garantiestellingen voldoende zijn om ook de uitbetaling van WGA-uitkeringen te kunnen garanderen. Het kan gezien de termijn van dertien weken voorkomen dat de garantiestelling na 1 januari 2007 naar de Belastingdienst gestuurd wordt en de beoordeling dus ook na die datum plaatsvindt. Mocht blijken dat de garantiestelling niet voldoet, dan wordt het eigenrisicodragerschap alsnog per 1 januari 2007 beëindigd, en gaat per 1 januari 2007 de werkgever terug naar de publieke verzekering.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A.J. de Geus

Naar boven