Wijziging Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 9 augustus 2006, nr. AT-EZ/5651748.JZ, houdende wijziging van de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op Beschikking nr. 2005/50/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 17 januari 2005 inzake de harmonisatie van de 24 GHz-radiospectrumband voor in de tijd beperkt gebruik door kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen in de Gemeenschap, op Beschikking nr. 2005/513/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 juli 2005 betreffende het geharmoniseerde gebruik van het radiospectrum in de 5 GHz-frequentieband voor de implementatie van draadloze toegangssystemen met inbegrip van Radio Local Area Networks (WAS/R-LAN’s) en op artikel 3.4, eerste lid, onderdeel a, van de Telecommunicatiewet en artikel 18 van het Frequentiebesluit;

Besluit:

Artikel I

De Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Categorie 4 van bijlage 7 komt te luiden:

Categorie 4

Radiozendapparaten bestemd voor breedband toegangssystemen (data) inclusief Local Area Netwerken, RLANs

 

Frequentieband

Vermogen

Vermogensdichtheid

Kanaalraster

Duty-cycle

A

5150–5250 MHz3

200 mW e.i.r.p.2

0,25 mW/25 kHz

B

5250–5350 MHz1, 3

200 mW e.i.r.p.2

10 mW /MHz

C

5470–5725 MHz1

1 W e.i.r.p. 2

50 mW /MHz

D

17.1–17.3 GHz

100 mW e.i.r.p.

 

1 Apparatuur moet beschikken over een vorm van zogenaamde ‘Transmitter Power Control’ en ‘Dynamic Frequency Selection’. Transmitter Power Control betekent dat het systeem in staat moet zijn het gemiddelde uitgangsvermogen in de up- en downlink met 3 dB te verlagen indien het propagatiepad dit mogelijk maakt. Indien de apparatuur niet beschikt over een vorm van Transmitter Power Control dan is het maximale vermogen en vermogensdichtheid voor de band 5250–5350 MHz respectievelijk 100 mW e.i.r.p. en 5 mW/MHz en voor de band 5470–5725 MHz respectievelijk 0,5 W e.i.r.p. en 25 mW/MHz. Door toepassing van een vorm van Dynamic Frequency Selection moet de apparatuur in staat zijn co-channel gebruik door andere diensten (bijvoorbeeld radarsystemen) te detecteren en op basis hiervan een andere frequentie te selecteren en te gebruiken. Eveneens dient een vorm van Dynamic Frequency Selection ervoor te zorgen dat de beschikbare frequentieruimte gelijkmatig wordt benut.

2 Dit is het maximum gemiddelde e.i.r.p., hiermee wordt het e.i.r.p. bedoeld van een burst uitzending met de hoogste instelling van het uitgangsvermogen van de zender indien een vorm van Transmitter Power Control is geïmplementeerd.

3 Alleen het gebruik binnenshuis is toegestaan, dat wil zeggen het gebruik in een gebouw met inbegrip van hiermee gelijk te stellen ruimten, zoals vliegtuigen, waarbinnen een signaal normaliter dermate wordt afgeschermd dat in de nodige mitigatie wordt voorzien om frequentiedeling met andere diensten mogelijk te maken.

B

Categorie 17 van bijlage 7 komt te luiden:

Categorie 17

Radiozendapparaten bestemd voor korte-afstandsradarsystemen in voertuigen

 

Frequentieband

Vermogen

Vermogensdichtheid1

Duty-cycle

A

77–81 GHz

55 dBm e.i.r.p. piekvermogen

– 3 dBm/MHz e.i.r.p.2

B

22–26,65 GHz

 

– 41,3 dBm/MHz e.i.r.p.3, 4

 

C

21,65–22 GHz

 

– 61,3 dBm/MHz e.i.r.p.3

 

D

24,05–24,25 GHz

20 dBm e.i.r.p. piekvermogen5

  

1 Dit is de maximum gemiddelde spectrale vermogensdichtheid.

2 De maximum gemiddelde spectrale vermogensdichtheid van 1 korte afstandsradarsysteem is buiten het voertuig begrensd op – 9 dBm/MHz e.i.r.p.

3 De piekvermogensdichtheid is maximaal 0 dBm/50 MHz e.i.r.p.

4 In de band 23,6–24 GHz moet het signaalniveau 30 graden boven horizontale vlak minimaal 25 dB onderdrukt zijn voor apparatuur die voor 2010 op de markt is gebracht. Voor apparatuur die later op de markt is gebracht geldt een onderdrukking van 30 dB.

5 Voor piekvermogens groter dan – 10dBm e.i.r.p. is de duty-cycle beperkt tot maximaal 10%.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelicht ing in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 9 augustus 2006.
De Minister van Economische Zaken, J.G. Wijn.

Toelichting

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning. De wijziging is noodzakelijk ter implementatie van een tweetal beschikkingen van de Commissie van de Europese Gemeenschappen. Het betreft hier Beschikking nr. 2005/50/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 17 januari 2005 inzake de harmonisatie van de 24 GHz-radiospectrumband voor in de tijd beperkt gebruik door kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen in de Gemeenschap geïmplementeerd en Beschikking nr. 2005/513/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 juli 2005 betreffende het geharmoniseerde gebruik van het radiospectrum in de 5 GHz-frequentieband voor de implementatie van draadloze toegangssystemen met inbegrip van Radio Local Area Networks (WAS/R-LAN’s).

Implementatie van Beschikking nr. 2005/50/EG heeft tevens geleid tot wijziging van het nationaal frequentieplan (NFP2005) .

Beschikking 2005/50/EG sluit aan bij het ‘Europees actieprogramma voor verkeersveiligheid – Terugdringing van het aantal verkeersslachtoffers in de Europese Unie met de helft tot 2010: een gedeelde verantwoordelijkheid’. De Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft in haar mededeling aan de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement van 15 september 2003, ‘Informatie- en communicatietechnologie voor veilige en intelligente voertuigen’ (COM(2003) 542) aangekondigd voornemens te zijn de verkeersveiligheid in Europa te verbeteren, het zogenoemde eSafety-initiatief, door gebruik te maken van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën en intelligente verkeersveiligheidssystemen, zoals kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen. Een snelle en gecoördineerde ontwikkeling en introductie van kortbereikradar voor motorvoertuigen vereist dat voor deze toepassing in de Gemeenschap een geharmoniseerde radiofrequentieband beschikbaar is.

De Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft de Europese Conferentie van PTT-administraties (CEPT) op 5 augustus 2003 een mandaat gegeven voor de harmonisatie van radiospectrum ter bevordering van een gecoördineerde introductie van kortbereikradar voor motorvoertuigen. De CEPT heeft vastgesteld dat de 79 GHz-band de meest geschikte band is voor de ontwikkeling en introductie van kortbereikradar voor motorvoertuigen die uiterlijk 2005 ter beschikking moet staan. Deze technologie in de 79 GHz-band is echter nog in ontwikkeling en niet onmiddellijk beschikbaar. De CEPT heeft ook vastgesteld dat de 24 GHz-band een tijdelijke oplossing is om de introductie van kortbereikradar voor motorvoertuigen mogelijk te maken teneinde te voldoen aan de doelstellingen van het eSafety-initiatief, aangezien de technologie als voldoende ontwikkeld wordt beschouwd om gebruikt te worden in die band. Om aan de tijdelijkheid van de oplossing uitdrukking te geven heeft de Europese Commissie besloten dat de 24 GHz-band beschikbaar is voor kortbereikradarapparatuur tot 30 juni 2013. De beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen draagt de lidstaten op om op basis van hun specifieke nationale radiospectrumsituatie de nodige maatregelen te nemen om op geharmoniseerde basis voldoende radiospectrum beschikbaar te stellen in de 24GHz-band (21,65–26,65 GHz) en daarbij de bestaande diensten in deze band te beschermen tegen schadelijke interferentie. De wijziging van zowel het NFP als de onderhavige regeling voorzien hierin.

De harmonisatie van de 5 GHz- frequentieband is een gevolg van de afspraken die zijn gemaakt op de Wereldradiocommunicatieconferentie 2003 over het gebruik van de 5150–5250 MHz-, 5250–5350 MHz- en 5470–5725 MHz-banden door de mobiele dienst voor de implementatie van draadloze toegangssystemen met inbegrip van Radio Local Area Networks, hetgeen een prikkel was voor een verdere Europese harmonisatie om R-LAN-systemen in staat te stellen snel toegang te vinden tot de Europese Unie.

De Europese Commissie heeft op grond van de Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (Radiospectrumbeschikking) aan de Europese Conferentie van Post- en Telecommunicatieadministraties (CEPT) een mandaat gegeven om het radiospectrum in de 5 GHz-band voor R-LAN gebruik te harmoniseren. Op grond van dat mandaat heeft de CEPT voorwaarden vastgesteld voor het gebruik van de specifieke frequenties in de 5 GHz-band die voor de Commissie en het Radiospectrumcomité aanvaardbaar zijn. De door de CEPT vastgestelde voorwaarden zijn opgenomen in artikel 4 van Beschikking nr. 2005/513/EG. In de wijziging van categorie 4 zijn deze voorwaarden thans geheel geïmplementeerd. De onderhavige wijziging behelst het specificeren van vermogensdichtheden met betrekking tot een aantal banden. Voordeel daarvan is dat wordt voorkomen dat het toegestane vermogen wordt geconcentreerd in een beperkte bandbreedte, waardoor de kans op storing in andere radiotoepassingen afneemt, hetgeen doelmatig frequentiegebruik bevordert. Dit leidt ertoe dat de WAS/R-LAN’s onder de hierbij gestelde voorwaarden zonder vergunning kunnen worden gebruikt.

Als gevolg van de wijziging van de regeling wordt een stijging van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven voorkomen. Doordat de administratieve lasten gelijk blijven, behoeft de regeling niet ter toetsing aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten te worden voorgelegd.

Artikelsgewijs

Artikel I

In onderdeel A, categorie 4, is artikel 4 van Beschikking nr. 2005/513/EG geïmplementeerd. In onderdeel B, categorie 17, onder de onderdelen B,C en D, is artikel 4 van Beschikking nr. 2005/50/EG geïmplementeerd.

De Minister van Economische Zaken,

J.G. Wijn

  • 1

    Laatstelijk gewijzigd Stcrt. 2005, 54.

Naar boven