Leren in de Bouw, bouwen aan de toekomst

Intentieverklaring van Stichtingen Fundeon, Bouwend Nederland, FNV Bouw, Hout- en Bouwbond CNV, Kenniscentrum EVC, SOMA College, Bve Raad, en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Partijen:

- Stichtingen Fundeon, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer F.W.C.M. Kokke, werknemersvoorzitter van Fundeon, hierna te noemen ‘Fundeon’

- Bouwend Nederland, de vereniging van bouw- en infrabedrijven, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Ing. J. Hannink, lid van het bestuur, hierna te noemen ‘Bouwend Nederland’

- De Nederlandse Bond voor de Bouw- en Houtnijverheid, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer G.A.J. Verhoef, secretaris van het bondsbestuur, hierna te noemen ‘FNV Bouw’

- Nederlandse Christelijke Bond van werknemers in de Hout- en Bouwnijverheid, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer A.A. van Wijngaarden, voorzitter, hierna te noemen ‘Hout- en Bouwbond CNV’

- Stichting SOMA College, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer T.J.G. Vulink, voorzitter College van Bestuur, hierna te noemen ‘SOMA College’

- Kenniscentrum Erkenning Verworven Competenties, onderdeel uitmakend van de Stichting CINOP, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer H.J. Kaemingk, directeur van het Kenniscentrum, hierna te noemen ‘Kenniscentrum EVC’

- Bve Raad, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer E. van den Berg, voorzitter Bedrijfstakgroep Bouw & Infra, hierna te noemen ‘Bve Raad’

- De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer H.A.L. van Hoof, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen ‘de staatssecretaris’

Overwegende dat:

- in de huidige kenniseconomie burgers een minimum opleidingsniveau nodig hebben om een redelijke kans op werk te hebben;

- de kenniseconomie behoefte heeft aan meer hoger opgeleiden;

- een leven lang leren nodig is om te kunnen (blijven) functioneren in de hedendaagse samenleving;

- de Minister en Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister en Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een Projectdirectie Leren & Werken hebben opgericht (Staatscourant 2005, nr. 169), die onder meer als taak heeft regionale initiatieven op het gebied van een leven lang leren te ondersteunen;

- partijen werkenden en werkzoekenden in de sector Bouw een kans willen bieden op scholing voor (ander) werk;

- de arbeidsmarkt in de Bouw wordt gekenmerkt door de volgende specifieke ontwikkelingen:

• een licht herstel van de werkgelegenheid onder invloed van een aantrekkende conjunctuur;

• een vergrijzing van het arbeidsbestand in de Bouw;

• een dalende instroom in de bouwopleidingen wat kan leiden tot kwantitatieve en kwalitatieve tekorten op de bouwarbeidsmarkt;

• een verdergaande flexibilisering van de bouwarbeidsmarkt;

- het percentage bouwplaatswerknemers met alleen lager onderwijs sinds 1990 gedaald is van 30 naar 22 procent, maar het desondanks nog bijna een kwart van het totale bouwplaatspersoneel betreft;

- het percentage bouwplaatswerknemers met een opleiding op vmbo-niveau de laatste 15 jaar ongeveer hetzelfde is gebleven en schommelt rond de 65 procent;

- de scholing van werkenden in de sector daalt;

- de scholing van werkenden van 23 jaar en ouder een extra impuls kan gebruiken;

- partijen deze impuls willen geven, zodat de sector Bouw op termijn een beter opgeleide beroepsbevolking heeft;

- het erkennen van reeds opgedane kennis en vaardigheden (EVC) motiveert tot verder leren en een eventueel daaropvolgend opleidingstraject verkort;

- een duaal traject een traject van leren en werken is dat strekt tot het behalen van een certificaat of deelcertificaat, zoals gedefinieerd in de ‘Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken’ van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Staatscourant, 16 december 2005, nr. 245);

- de combinatie van leren en werken een aantrekkelijke wijze van leren is voor werkenden en werkzoekenden;

- een combinatie van leren en werken met inzet van EVC bijdraagt aan de innovatie van de sector Bouw.

Komen het volgende overeen:

I Doelstelling

Deze intentieverklaring heeft tot doel de mogelijkheden tot leren en werken voor werkenden te bevorderen, door middel van activiteiten in het kader van het project ‘Leren in de Bouw, bouwen aan de toekomst’ (hierna te noemen ‘het project’) die strekken tot 1150 nieuwe duale trajecten en 900 nieuwe EVC-trajecten.

1. 1150 duale trajecten voor werkenden

Partijen zijn voornemens de volgende duale trajecten te verwezenlijken:

a. 250 duale trajecten in de Infra

Het betreft brancheopleidingen leidend tot een door de branche erkend certificaat. Fundeon werft ROC’s voor het verzorgen van deze opleidingen en draagt de benodigde kennis en methodieken over.

b. 200 duale trajecten voor instroom middenkader

Bij de instroom naar middenkader gaat het om zittend personeel binnen bedrijven die bijna op middenkaderniveau zitten, maar nog niet gediplomeerd zijn op mbo-niveau 4 (middenkader-opleiding). Deelnemers doorlopen eerst een EVC-procedure waarna een verkort opleidingstraject volgt.

c. 700 duale trajecten mbo-niveau 2, 3 en 4

Het gaat om zittend personeel binnen bedrijven met een assistentopleiding of een deel van de basisberoepsopleiding (mbo 2), maar daarvoor niet zijn gecertificeerd. Met een EVC-procedure en een verkort scholingstraject kunnen zij het diploma mbo 2 of mbo 3 of mbo 4 (specialistenopleiding) halen.

2. 900 EVC-trajecten en verankering van EVC in de Bouw

De duale trajecten onder I.1.b en I.1.c in deze intentieverklaring worden voorafgegaan door een EVC-traject. Dit betekent dat er 900 EVC-trajecten in het kader van dit project zullen worden uitgevoerd.

Om te kunnen voldoen aan de toekomstige vraag1 zal EVC structureel worden verankerd in de opleidingsinfrastructuur van de bouw.

Het Kenniscentrum EVC zal binnen zijn opdracht ‘Verankering EVC in de bouw’ ondersteuning verlenen, met name aan de opleidingsinstellingen, bij de implementatie van een goed werkende EVC-infrastructuur in de bouw. Het gaat daarbij om:

- (het stimuleren van) het ontwikkelen van nieuwe EVC-procedures en het standaardiseren van de reeds aangeboden procedures;

- het ontwikkelen en toepassen van kwaliteitsnormen voor EVC, zoals de accreditatie van assessoren;

- het maken van afspraken met onderwijsinstellingen over inhoud, kwaliteit en kosten van het aanbod EVC en de koppeling aan scholing en duale trajecten;

- het maken van afspraken met de op te richten Adviescentra Loopbaanbeleid over voorlichting en voorlichtingsmateriaal over EVC en de verspreiding daarvan.

II Inspanning partijen

De deelnemende partijen zullen zich gezamenlijk inspannen om met de hen ter beschikking staande middelen en binnen hun wettelijke bevoegdheden de bovengenoemde doelstellingen te ondersteunen, knelpunten te verhelpen en uitvoering te geven aan de nader te benoemen activiteiten om genoemde doelstellingen te kunnen realiseren. Partijen betrekken onderwijsinstellingen en individuele werkgevers bij de voorbereiding en de realisatie van de doelstellingen. Partijen hebben uiterlijk 17 april 2006 de voornemens concreet uitgewerkt in een activiteitenplan en een begroting zoals bedoeld in de ‘Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken’ van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zoals op 16 december 2005 in de Staatscourant (Stcrt. nr. 245, pag. 22) gepubliceerd.

In het projectplan worden voor iedere betrokken partij de verwachte en noodzakelijke activiteiten opgenomen om de in deze intentieverklaring vastgelegde voornemens te realiseren.

De staatssecretaris verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

- de projectdirectie Leren & Werken als aanspreekpunt voor knellende regelgeving op het terrein van een leven lang leren te laten fungeren, en deze, waar nodig, binnen de Rijksoverheid aan de orde te stellen;

- de partijen te informeren over de mogelijkheid van subsidieverstrekking op basis van de ‘Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken’;

- een blijvende betrokkenheid van de Projectdirectie Leren & Werken gedurende de looptijd van deze intentieverklaring te bevorderen.

III Uitvoeringsorganisatie

Fundeon heeft een coördinerende rol bij de uitvoering van het project en treedt namens de ondertekenende partijen Bouwend Nederland, FNV Bouw, Hout- en Bouwbond CNV, Kenniscentrum EVC, SOMA College en de Bve Raad, op als subsidieaanvrager. Fundeon is uit dien hoofde verantwoordelijk voor de naleving van de aan de subsidieverlening verbonden voorwaarden en verplichtingen.

IV Afdwingbaarheid

Deze intentieverklaring is niet (in rechte) afdwingbaar

V Slotbepalingen

1. Inwerkingtreding, looptijd en verlenging

Deze intentieverklaring treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle partijen en eindigt op 1 oktober 2007. Na schriftelijke toestemming van alle partijen kan de duur van de intentieverklaring worden verlengd.

2. Toetreding

Teneinde andere partijen dan de bij het sluiten van deze intentieverklaring betrokken partijen in zo ruim mogelijke mate te doen participeren in deze intentieverklaring, bestaat voor hen de mogelijkheid om gedurende de looptijd van de intentieverklaring als partij toe te treden. Een toetredende partij dient de verplichtingen die voor haar uit de intentieverklaring voortvloeien, te aanvaarden.

Een toetredende partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend bij de projectdirectie Leren & Werken van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Zodra partijen schriftelijk hebben toegestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van partij bij de intentieverklaring en gelden voor die partij de voor haar uit de intentieverklaring voortvloeiende rechten en verplichtingen.

Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden in afschrift als bijlage aan de intentieverklaring gehecht.

3. Wijziging

Elke partij kan de andere partijen schriftelijk verzoeken de intentieverklaring te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle partijen.

Partijen treden in overleg binnen vier weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen schriftelijk heeft medegedeeld.

De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlage aan de intentieverklaring gehecht.

4. Opzegging

Elke partij kan de intentieverklaring met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden schriftelijk opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat deze intentieverklaring billijkheidshalve op korte termijn behoort te eindigen. De opzegging moet de verandering van omstandigheden vermelden.

5. Evaluatie

Partijen zullen de uitvoering en werking van deze intentieverklaring uiterlijk twee maanden na beëindiging van deze intentieverklaring evalueren.

6. Openbaarheid

Binnen vier weken na ondertekening van deze intentieverklaring door alle partijen wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant.

Aldus overeengekomen:
Hoofddorp, 17 januari 2006.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,H.A.L. van Hoof.
Bouwend Nederland, de vereniging van bouw- en infrabedrijven,
namens deze,
J. Hannink, lid van het bestuur.
De Nederlandse Bond voor de Bouw- en Houtnijverheid,
namens deze,
G.A.J. Verhoef, secretaris van het bondsbestuur.
Stichtingen Fundeon,
namens deze,
F.W.C.M. Kokke, werknemersvoorzitter van Fundeon.
Nederlandse Christelijke Bond van werknemers in de Hout- en Bouwnijverheid,
namens deze,
A.A. van Wijngaarden, voorzitter.
Stichting SOMA College,
namens deze,
T.J.G. Vulink, voorzitter College van Bestuur.
Kenniscentrum EVC, onderdeel Stichting Cinop,
namens deze,
H.J. Kaemingk, directeur Kenniscentrum EVC.
Bve Raad,
namens deze,
E. van den Berg, voorzitter bedrijfstakgroep Bouw en Infra.

1 Per 1 juli 2006 krijgen werknemers in de bouw ook de mogelijkheid 10 scholingsdagen te gebruiken voor een EVC-traject gericht op diplomering.

Naar boven