Controlevoorschriften buitenland arbeidsongeschiktheidswetten 2006

18 juli 2006

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Gelet op artikel 27 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 38 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, artikel 44 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en artikel 36 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

b. WAO: Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering;

c. Wet WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

d. WAZ: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;

e. Wajong: Wet op de arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;

f. uitkering: de uitkering in de zin van hoofdstuk II van de WAO, de hoofdstukken 6 en 7 van de Wet WIA, hoofdstuk 3 van de WAZ of hoofdstuk 2 van de Wajong;

g. uitkeringsgerechtigde: de persoon aan wie een uitkering ingevolge de WAO, de Wet WIA, de WAZ of de Wajong is toegekend;

h. aanvrager: de persoon bedoeld in artikel 34, derde lid, van de WAO, artikel 64, derde lid, van de Wet WIA en artikel 28, vierde lid, van de Wajong.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing op de aanvrager en de uitkeringsgerechtigde die in het buitenland wonen of verblijven.

Artikel 3

1. De aanvrager of de uitkeringsgerechtigde is verplicht een vragenformulier van het UWV volledig ingevuld en ondertekend terug te sturen binnen een door het UWV gestelde termijn. De termijn kan in verband met vakantie op verzoek worden verlengd met de duur van de vakantie.

2. De aanvrager of de uitkeringsgerechtigde zorgt ervoor – voorzover dat in zijn vermogen ligt – dat het UWV in staat is om de juistheid en volledigheid van de gegevens die door de aanvrager of uitkeringsgerechtigde zijn verstrekt te onderzoeken.

3. De aanvrager en de uitkeringsgerechtigde voldoen aan een verzoek van het UWV om ten behoeve van de uitvoering van de WAO, de Wet WIA, de WAZ en de Wajong:

a. op door het UWV vast te stellen tijdstippen een door een bevoegde autoriteit gewaarmerkt levensbewijs over te leggen;

b. na een oproep van het UWV op een door het UWV te bepalen kantoor te verschijnen en de gevraagde gegevens te verstrekken;

c. mee te werken aan verificatie van de gegevens door een door het UWV aangewezen orgaan.

4. Indien nodig ondertekent de aanvrager of uitkeringsgerechtigde een machtiging aan het UWV om verificatie door het aangewezen orgaan mogelijk te maken. Op deze machtiging dient vermeld te staan de naam van het orgaan en welke gegevens gecontroleerd mogen worden.

Artikel 4

Het bepaalde in de voorgaande artikelen is van overeenkomstige toepassing op de wettelijke vertegenwoordiger van de aanvrager en de uitkeringsgerechtigde, alsmede de instelling bedoeld in artikel 54 WAO, artikel 71 Wet WIA, artikel 57 WAZ of artikel 49 Wajong waaraan de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt betaald.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 6

De Controlevoorschriften buitenland WAO, WAZ en Wajong worden ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Controlevoorschriften buitenland arbeidsongeschiktheidswetten 2006.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant gepubliceerd.

Amsterdam, 18 juli 2006.
De Voorzitter Raad van bestuur UWV, J.M. Linthorst.

Toelichting

Algemeen

De socialeverzekeringswetten bepalen dat het UWV controlevoorschriften kan vaststellen.

In verband met de invoering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen dienen de controlevoorschriften buitenland arbeidsongeschiktheidswetten, vastgesteld door het voormalige Landelijk instituut sociale verzekeringen (Stcrt. 2001, 234), te worden aangepast. Die controlevoorschriften worden vervangen door bovenstaande voorschriften. Dit besluit bevat de controlevoorschriften ten aanzien van de aanvrager of uitkeringsgerechtigde die in het buitenland woont of verblijft. De aanvrager of uitkeringsgerechtigde is verplicht deze voorschriften op te volgen.

Verhouding tussen controlevoorschriften en mededelingsplicht

Het UWV kan slechts correct uitkeringen toekennen en uitbetalen als het beschikt over juiste en volledige gegevens. Om dit te bereiken verplichten de artikelen 80 WAO, 27 Wet WIA, 70 WAZ en artikel 62 Wajong de verzekerde, het UWV onverwijld spontaan, dan wel op verzoek, mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden die van invloed kunnen zijn op het recht op of de hoogte van de uitkering of op het bedrag van de uitkering dat wordt uitbetaald. Daarnaast heeft het UWV de bevoegdheid gekregen om controlevoorschriften vast te stellen. In deze voorschriften is vastgelegd op welke manier uitkeringsgerechtigden op grond van artikel 23 WAO, artikel 27 Wet WIA, artikel 41 WAZ en artikel 33 Wajong moeten meewerken aan algemene of op het individuele geval gerichte controles door het UWV. De controlevoorschriften buitenland arbeidsongeschiktheidswetten 2006 zien op de situatie dat een gerechtigde in het buitenland woont of verblijft. De Controlevoorschriften arbeidsongeschiktheidswetten 2006 zijn daarnaast eveneens op de gerechtigde van toepassing.

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen.

Artikel 2

De uitkeringsgerechtigde en de aanvrager zijn beide verplicht aan de controlevoorschriften te voldoen.

Artikel 3

Eerste lid

In dit lid is de verplichting neergelegd om een door het UWV toegezonden vragen- of inlichtingenformulier volledig in te vullen en binnen een bepaalde termijn terug te zenden.

Tweede lid

In deze bepaling wordt de medewerking gevorderd van de aanvrager van de uitkering en de uitkeringsgerechtigde met betrekking tot de verificatie door het UWV van de door hem verstrekte gegevens.

Derde lid

Op het verzoek een levensbewijs op te sturen, staat vermeld door welke autoriteit het bewijs moet worden gewaarmerkt. De personen op wie dit besluit van toepassing is kunnen een oproep krijgen om op het kantoor te verschijnen van bijvoorbeeld een instelling die in het woonland de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkeringen uitvoert, of van de Nederlandse ambassade.

Vierde lid

In Nederland is het mogelijk dat informatie over onder andere adres, leefvorm, burgerlijke staat en inkomen door uitkeringsinstanties geverifieerd wordt buiten de uitkeringsgerechtigde om. Voor de WAO, de Wet WIA, de WAZ en de Wajong is dit geregeld in artikel 54, derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen. Gegevens over een uitkeringsgerechtigde achterhalen is mogelijk door middel van het sofinummer. In landen waarmee Nederland een verdrag inzake sociale zekerheid heeft gesloten, is het voor de meeste instanties eveneens mogelijk buiten betrokkene om gegevens te verstrekken aan het Nederlandse UWV.

Op grond van nationale privacywetgeving van een aantal landen zijn sommige instanties echter niet gerechtigd gegevens te verstrekken als de betrokken uitkeringsgerechtigde geen machtiging heeft ondertekend waarin hij verklaart dat gegevens opgevraagd mogen worden in het kader van controle. Indien een betrokkene in een dergelijk land woont of verblijft, zal hem worden meegedeeld dat er zonder machtiging geen informatie uitgevraagd kan worden, hetgeen toekenning dan wel voortzetting van de uitkering praktisch onmogelijk maakt. De machtiging betekent geen extra voorwaarde voor het recht op uitkering voor de uitkeringsgerechtigde die in het buitenland woont of verblijft, maar vereenvoudigt voor het UWV de controle in het andere land.

De Voorzitter Raad van bestuur UWV,

J.M. Linthorst

Naar boven