Regeling Cultuureducatie

De Mondriaan Stichting en het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten (FAPK) stimuleren gezamenlijk de ontwikkeling van cultuureducatie in brede zin in het Koninkrijk der Nederlanden. Daarom ondersteunen zij projecten van landelijk belang op het gebied van cultuureducatie. Deze regeling is vastgesteld om het beleid op dit punt, zoals dat is vastgelegd in het programma Cultuur en School van het Ministerie van OCW te operationaliseren.

1. Doelstelling

Deze regeling beoogt de versterking van het cultuureducatieve aanbod in het (primair en voortgezet) onderwijs over alle kunstdisciplines en het cultureel erfgoed in het Koninkrijk der Nederlanden.

2. Ondersteuningsmogelijkheid

De Mondriaan Stichting en het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten ondersteunen binnen deze regeling projecten op het gebied van cultuureducatie in of gericht op het onderwijs. Onder deze projecten verstaan zij enerzijds activiteiten gericht op het aanleren van vaardigheden om kennis te kunnen nemen van en waardering te ontwikkelen voor kunst en cultureel erfgoed. Anderzijds komen projecten gericht op het actief deelnemen aan kunst en cultuur en het stimuleren en ontwikkelen van talent in aanmerking.

3. Ontvankelijkheid

1. Aanvragen kunnen worden ingediend door organisaties die rechtspersoonlijkheid bezitten en gevestigd zijn in het Koninkrijk der Nederlanden.

2. Bij projecten is de betrokkenheid van zowel een onderwijsorganisatie als een cultuurinstelling vereist.

4. Beperkingen

Uitgesloten van ondersteuning zijn activiteiten:

a) waarvan de totale kosten minder dan € 10.000 bedragen;

b) waarvoor reeds rechtstreeks met Rijksmiddelen een cultuursubsidie is verstrekt;

c) die de aanvrager (goed) kan realiseren uit zijn reguliere budget, of die met hulp van andere partijen kunnen worden gerealiseerd;

d) waarbij geen sprake is van een redelijke eigen bijdrage aan de activiteitskosten;

e) waarvan de resultaten slechts aan de aanvragende organisatie ten goede komen;

f) waarbij geen sprake is van digitale duurzaamheid of anderszins overdraagbaarheid.

5. Beoordelingscriteria

Aanvragen worden aan de volgende criteria getoetst, waarbij rekening wordt gehouden met de context van de betreffende discipline(s):

- Publieksbereik: de mate waarin de activiteit relevant is voor de/een doelgroep.

- Belang: de activiteit vertegenwoordigt een bijzonder belang voor cultuureducatie door haar nationale of internationale betekenis of door haar uitzonderlijke, voorbeeldstellende karakter.

- Kwaliteit: de activiteit getuigt in al haar aspecten van kwaliteit.

6. Hoogte van de bijdrage

1. Bij het vaststellen van de hoogte van de bijdrage worden alleen variabele activiteitskosten in aanmerking genomen die relevant zijn in het licht van het educatieve project. Lasten die op enigerlei wijze tot de normale exploitatiekosten kunnen worden gerekend en investeringen die niet direct op de realisatie van de activiteit gericht zijn, worden niet als variabele activiteitskosten beschouwd.

2. De ondersteuning bedraagt maximaal 50% van de activiteitskosten.

7. Overig

1. Wanneer de middelen die de Mondriaan Stichting en het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten voor dit doel hebben bestemd zijn uitgeput, kan een aanvraag zonder nader onderzoek worden afgewezen.

2. De Mondriaan Stichting en het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten kunnen nadere regels stellen ter uitwerking van hetgeen in dit reglement is bepaald.

3. Deze regeling is een deelreglement als bedoeld in artikel 5 lid 2 van het Algemeen Reglement van de Mondriaan Stichting.

4. Van toepassing op dit reglement is de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

5. Deze regeling treedt in werking op 1 augustus 2006.

MS/FAPK, 6 juni 2006.

Naar boven