Mandaatregeling directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving i.o. Justitie

Regeling van de directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving i.o. van het Ministerie van Justitie van 6 juli 2006, nr.5431065, houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan de hoofden van de onder het directoraat-generaal ressorterende directies en diensten (Mandaatregeling directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving i.o. Justitie)

De directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving i.o.,

Gelet op de artikel 3, tweede lid, van de Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2005 en artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Besluit:

Artikel 1

Van het ingevolge artikel 1, onder a, van de Mandaatregeling DG’s, NCTb en plv. SG Justitie 2005 aan de directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving i.o. verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die hun directie of dienst betreffen ondermandaat verleend aan:

a. de directeur Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding i.o.;

b. de directeur Rechtsbestel i.o.;

c. de directeur Instrumentatie, Rechtspleging en Rechtshandhaving i.o.;

d. de directeur Juridische en Operationele Aangelegenheden i.o.;

e. de algemeen directeur van het Nederlands Forensisch Instituut;

f. de algemeen directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau;

g. het hoofd van het programmabureau Veiligheid;

h. het hoofd van de DG-staf i.o.

Artikel 2

Aan de directeur-generaal blijft voorbehouden:

a. de bevoegdheid om beslissingen te nemen ten aanzien van de aanstelling, de bevordering en het ontslag alsmede ten aanzien van disciplinaire maatregelen van functionarissen op managementfuncties van schaal 14 en hoger direct onder het niveau van het hoofd van de directie of dienst;

b. de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies.

Artikel 3

De hoofden van de onder het directoraat-generaal ressorterende directies en diensten worden ieder voor zich aangewezen als hoofden van dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, onder b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten aanzien van de hoofden van de rechtstreeks onder hen ressorterende stafondersteuning, stafbureaus en dienstonderdelen.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2006.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving i.o. Justitie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18. juli 2006.
De directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving i.o. van het Ministerie van Justitie,
J. van der Vlist.

Toelichting

Deze regeling vloeit voort uit het feit dat op 1 juli 2006 het directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving i.o. operationeel is geworden. De regeling voorziet in de nodige ondermandaten aan de hoofden van de dienstonderdelen die onder dit directoraat-generaal ressorteren. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de regeling, houdende wijziging van de Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2005 in verband met de oprichting van het directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving.

De in de regeling opgenomen bevoegdheidsvoorbehouden zijn gelijk aan de gebruikelijke bevoegdheidsvoorbehouden (zie bijv. de Mandaatregeling directoraat-generaal Rechtshandhaving Justitie 2005 en de toelichting daarbij).

De directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving i.o. van het Ministerie van Justitie,

J. van der Vlist

Naar boven