Regeling aanvullende personele bekostiging voor de risicoregio’s in het voortgezet onderwijs voor 2006
Regeling van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 19 juni 2006, nr. AP/OKP-2006/3409, houdende aanvullende personele bekostiging voor de risicoregio’s in het voortgezet onderwijs voor 2006
De Minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 85a van de Wet op het voortgezet onderwijs;
Besluit:
Artikel 1
Aanvullende personele bekostiging
1. Aan een school of scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs, met uitzondering van een school als bedoeld in artikel 9 van het Besluit RVC’s, regionaal zorgbudget en praktijkscholen met declaratiebekostiging, gevestigd in één van de risicoregio’s zoals opgenomen in de bijlage bij deze regeling wordt, met inachtneming van het tweede lid, aanvullende bekostiging voor personeelskosten toegekend van € 120,62 per formatieplaats OP regulier VO;
2. Bij de berekening van de aanvullende bekostiging wordt in aanmerking genomen:
a. het aantal formatieplaatsen bedoeld in artikel 8, eerste lid, van het Formatiebesluit W.V.O. wat betreft de personeelscategorie leraren;
b. het aantal formatieplaatsen leraren ingevolge artikel 4 van de Regeling aanvullende bekostiging culturele minderheidsgroepen en anderstalige leerlingen WVO 2002;
c. de berekeningswijze is gebaseerd op de leerlingentelling van 1 oktober 2004.
3. De aanvullende bekostiging, genoemd in het eerste lid, wordt in zijn geheel betaalbaar gesteld in de maand juli van het jaar 2006.
Artikel 2
Inwerkingtreding en werkingsduur
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2006.
2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2007.
Artikel 3
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvullende personele bekostiging voor de risicoregio’s in het voortgezet onderwijs voor 2006.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst (met uitzondering van de bijlage die ter inzage wordt gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap).
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J.A. van der Hoeven.
Toelichting
Algemeen
Binnen de door het Kabinet extra beschikbaar gestelde middelen (de enveloppe) is een verhoging voorzien voor het onderhoud van de bekwaamheid van het personeel. Dit hangt samen met invoering van de Wet op de beroepen in het onderwijs (Stb. 2004, 344) die op dat punt een belangrijke verantwoordelijkheid geeft aan de schoolbesturen.
Vooruitlopend daarop worden met onderhavige voor het kalenderjaar 2006 een bedrag van € 1.195.012,– beschikbaar gesteld voor het onderhouden van bekwaamheid van personeel.
Deze risicoregio’s en de wijze waarop zij vastgesteld zijn, staan vermeld in de nota Werken in het onderwijs 2005 waarmee de Tweede Kamer op 28 oktober 2004 heeft ingestemd. Voor het voortgezet onderwijs zijn de RBA-regio’s Rijnstreek, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht aangemerkt als risicoregio.
In de bij deze regeling behorende bijlage met brinnummers kunt u zien of uw school tot de genoemde risicoregio’s behoort. De bijlage is tevens in te zien op internet via www.cfi.nl.
De middelen worden ambtshalve, zonder aanvraagprocedure verstrekt. Daarnaast zijn deze middelen niet geoormerkt. Er zijn geen lasten voor de scholen aan de uitvoering van deze regeling verbonden.
Artikelgewijs
Artikel 1, tweede lid
Het aantal formatieplaatsen waarover de aanvullende personele bekostiging wordt berekend, is bepaald door de basisnorm van de lerarenformatie en de opslagen daarop in verband met herbezetting adv.
De formatieve fricties en de opslag ten behoeve van het personeelsbeleid, kwaliteitsverbetering en innovatie (het zogenaamde schoolprofielbudget) en het personeelsbeleid voor oudere personeelsleden.
Het op deze wijze ingevolge het Formatiebesluit W.V.O. berekende aantal formatieplaatsen is vervolgens verhoogd met het aantal formatieplaatsen zoals aangegeven in artikel 1, tweede lid, onder b rekening houdend met de wijziging in Uitleg Gele Katern nr. 20/21 d.d. 24 september 2003, zijnde de herziening Regeling aanvullende personele bekostiging culturele minderheidsgroepen en anderstalige leerlingen (cumi-regeling) WVO 2003.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.J.A. van der Hoeven