De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Gelet op artikel 16 van het Besluit mandaat en machtiging vergunningen, ontheffingen en goedkeuringen Kernenergiewet 2005;
Gelezen de schriftelijke instemming van de algemeen directeur van SenterNovem van 7 juni 2006, kenmerk ZJZ0663924;
Besluit:
Artikel I
De Regeling mandaat en ondermandaat SenterNovem Kernenergiewet 2005 wordt als volgt gewijzigd:
A
Er wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1a
De in dit besluit verleende mandatering, ondermandatering en machtiging zijn niet van toepassing met betrekking tot inrichtingen als bedoeld in artikel 15, onder b, van de wet, waarin kernenergie kan worden vrijgemaakt, splijtstoffen kunnen worden vervaardigd, bewerkt of verwerkt, dan wel splijtstoffen worden opgeslagen, of aan tot eenzelfde onderneming of instelling behorende installaties die daarmee technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in de onmiddellijke nabijheid daarvan zijn gelegen en met betrekking tot welke installaties een vergunning krachtens de wet is verleend.
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het eerste lid is niet van toepassing op een aanvraag om een vergunning voor:
a. het vervoeren van splijtstoffen of ertsen op grond van een speciale regeling;
b. het vervoeren, binnen of buiten Nederlands grondgebied brengen of doen brengen, dan wel zich ontdoen van:
1°. bestraalde en onbestraalde splijtstofstaven, splijtstofelementen of warmteproducerend verglaasd opwerkingsafval van en naar Nederlandse inrichtingen, als bedoeld in artikel 15, onder b, van de wet en soortgelijke inrichtingen in het buitenland;
2°. bestraalde en onbestraalde uranium targets in verband met de productie van radiofarmaca.
C
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het eerste lid is niet van toepassing op een aanvraag om een vergunning voor het vervoeren van radioactieve stoffen op grond van een speciale regeling.
D
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het eerste lid is niet van toepassing op de in artikel 2, tweede lid, en artikel 3, tweede lid, genoemde aanvragen om een vergunning.
E
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. ‘14, tweede lid, 16, tweede lid’ wordt vervangen door: 14, 16.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het eerste lid is niet van toepassing op de in artikel 2, tweede lid, en artikel 3, tweede lid, genoemde aanvragen om een vergunning.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.
Bij de Regeling mandaat en ondermandaat SenterNovem Kernenergiewet 2005 (Stcrt. 2005, 45) heeft de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer mandaat, ondermandaat en machtiging verleend aan de directeur van SenterNovem om bepaalde bevoegdheden krachtens de Kernenergiewet namens hem uit te oefenen. Het gaat onder andere om het verlenen van vergunningen voor het verrichten van handelingen met en het vervoeren van radioactieve stoffen, splijtstoffen, ertsen en stralen uitzendende toestellen.
In bovengenoemde regeling is niet expliciet aangegeven dat deze bevoegdheden geen betrekking hebben op:
1. inrichtingen als bedoeld in artikel 15, onder b, van de Kernenergiewet, waarin kernenergie kan worden vrijgemaakt, splijtstoffen kunnen worden vervaardigd, bewerkt of verwerkt, dan wel splijtstoffen worden opgeslagen, of aan tot eenzelfde onderneming of instelling behorende installaties die daarmee technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in de onmiddellijke nabijheid daarvan zijn gelegen en met betrekking tot welke installaties een vergunning krachtens de Kernenergiewet is verleend en
2. bepaalde soorten vervoer van splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen.
Deze regeling voorziet alsnog in bovengenoemde afbakening van de bevoegdheden van de directeur van SenterNovem.