Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 Zuidoost-Nederland

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 10 juli 2006, nr. WJZ 6050535, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies in het kader van gebiedsgerichte projecten in het gebied Zuidoost-Nederland (Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 Zuidoost-Nederland)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies, en artikel 1, onderdeel c, 7, 8, eerste lid, en 12, vierde lid, van de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006;

Besluit:

§ 1

Algemene bepalingen

Artikel 1

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de minister: de Minister van Economische Zaken;

b. de subsidieregeling: de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006.

2. Voor de definities van gebiedsgericht project, gebiedsgericht programma, ondernemer, kennisinstelling en programmacommissie is artikel 1 van de subsidieregeling van toepassing.

Artikel 2

1. Een aanvraag om subsidie voor een gebiedsgericht project dat past binnen actielijn 1.1, 1.2 en 1.3 kan alleen worden ingediend door een samenwerkingsverband van een ondernemer en een kennisinstelling.

2. Een aanvraag om subsidie voor een gebiedsgericht project dat past binnen actielijn 2.1, 2.3, 2.4 en 3.1 kan alleen worden ingediend door een samenwerkingsverband van ondernemers. Een kennisinstelling kan aan dit samenwerkingsverband deelnemen.

3. Een aanvraag om subsidie voor een gebiedsgericht project dat past binnen actielijn 2.2 kan alleen worden ingediend door een samenwerkingsverband van ondernemers. Een kennisinstelling kan aan dit samenwerkingsverband deelnemen.

4. Een aanvraag om subsidie voor een gebiedsgericht project dat past binnen actielijn 3.2 kan alleen worden ingediend door een samenwerkingsverband van een ondernemer en een kennisinstelling of een samenwerkingsverband van ondernemers of kennisinstellingen.

Artikel 3

Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies op aanvragen op grond van deze regeling, ontvangen in de in artikel 4, genoemde periode bedraagt € 5.000.000,00.

Artikel 4

Aanvragen om subsidie op grond van deze regeling moeten zijn ontvangen in de periode die loopt van de tweede dag na plaatsing van deze regeling in de Staatscourant tot en met 30 september 2006.

Artikel 5

Als gebiedsgericht programma voor het gebied Zuidoost-Nederland wordt het programma aangewezen dat is opgenomen in de bij deze regeling opgenomen bijlage.

Artikel 6

1. In aanvulling op het bepaalde in artikel 12, tweede lid, van de subsidieregeling, rangschikt de minister voor het gebied Zuidoost-Nederland, gehoord de programmacommissie van het gebied Zuidoost-Nederland, de aanvragen zodanig dat een gebiedsgericht project hoger gerangschikt wordt naarmate:

a. het perspectief op continuering van de resultaten na afloop van een gebiedsgericht project groter is;

b. een gebiedsgericht project een grotere bijdrage levert aan de (inter)nationale profilering van het gebied Zuidoost-Nederland als toptechnologie regio.

2. Voor de rangschikking wegen de in het eerste lid en de in artikel 12, tweede lid, van de subsidieregeling genoemde criteria even zwaar.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 Zuidoost-Nederland.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 juli 2006.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, C.E.G. van Gennip.

Bijlage, als bedoeld in artikel 5

Gebiedsgericht programma Zuidoost-Nederland

Programmalijn 1. Kennis

Het stimuleren van gerichte kennisontwikkeling op de kennisassen high tech systemen & materialen, food & nutrition en life sciences & medische technologie in Zuidoost-Nederland.

Actielijn 1.1

Het stimuleren van de (eu-)regionale samenwerking op het gebied van de kennisontwikkeling voor mechatronica en precisietechnologie, electronica, ICT en embedded systemen in Zuidoost-Nederland.

De inzet is kennisontwikkeling op specifieke terreinen, waarbij in de aansluiting met omliggende regio’s een duidelijke meerwaarde te voorzien is. Projecten zijn gericht op toepassingsgericht onderzoek.

Actielijn 1.2

Het beschikbaar maken en implementeren van buiten de regio aanwezige kennis op gebied van functional foods en ingrediënten voor het MKB-bedrijfsleven in Zuidoost-Nederland.

Projecten zijn gericht op het bundelen van de vraag naar kennis bij bedrijven in de regio om vervolgens gericht kennis uit onder meer Wageningen en Maastricht te betrekken.

Actielijn 1.3

Het stimuleren van de (eu-) regionale samenwerking op het gebied van materiaaltechnologie en de ontwikkeling van nieuwe materialen in Zuidoost-Nederland.

De inzet is het ontwikkelen van kansrijke initiatieven in de regio op het gebied van performance materialen. Projecten zijn gericht op toepassingsgericht onderzoek.

Programmalijn 2. Kunde

Het intensiveren van de samenwerking in en tussen waardeketens c.q. tussen waardeketens en enabling technologies op gebied van gezamenlijke R&D-ontwikkeling, business development en marktontwikkeling in Zuidoost-Nederland.

Actielijn 2.1

Het stimuleren van de regionale samenwerking voor de ontwikkeling van vernieuwende productieprocessen bij food-bedrijven door de integrale inzet van foodkennis, high tech systemen & materialen, logistieke concepten en value added services en ICT in Zuidoost-Nederland.

De inzet is vooral het creëren en faciliteren van netwerk- en clustervorming op de raakvlakken van food en high tech systemen & materialen. Nieuwe clusterprojecten hebben de ambitie om toonaangevend in de wereld te zijn (world class performance).

Actielijn 2.2

Het versterken van netwerken en stimuleren van samenwerking tussen regionale MKB-bedrijven en tussen regionale MKB-toeleveranciers en OEM’s (Original Equipment Manufacturers) met een sterke technologiepositie op het gebied van semicon en electronic production equipment, medische systemen en automotive specials (binnen high tech systemen & materialen) en moleculaire geneeskunde, farma en biomaterialen (binnen life sciences & medische technologie) in Zuidoost-Nederland.

De inzet is netwerkvorming tussen technologiegebieden binnen high tech systemen & materialen. Daarnaast zijn belangrijke elementen van projecten kennisoverdracht tussen OEM’s en toeleverende MKB-bedrijven en clustervorming ten behoeve van gezamenlijke product- en applicatieontwikkeling.

Actielijn 2.3

Het versterken van facility sharing, ontsluiting van apparatuur en de combinatie van competenties m.b.t. moleculaire geneeskunde/diagnostiek, farma en biomaterialen in Zuidoost-Nederland.

De inzet is het versnellen van applicatieontwikkeling. Om MKB de gelegenheid te geven aan te haken, kunnen projecten worden ingediend op het gebied van facility sharing, bundeling en ontsluiting van apparatuur, en combinatie van competenties, waarbij regio- en landsgrenzen geen belemmering mogen zijn.

Actielijn 2.4

Het stimuleren van de samenhang in de waardeketen (kennis, kunde, kassa) door middel van gezamenlijke R&D roadmaps voor functional foods & ingredienten en food & enabling technologies in Zuidoost-Nederland.

De inzet is het organiseren van foodbedrijven (met de nadruk op MKB bedrijven ) en kennis instellingen, op Zuidoost-Nederlandse schaal, rondom gemeenschappelijke innovatiethema’s. Hierbij dient optimaal gebruik gemaakt te worden van kenniscompetenties en faciliteiten van binnen en buiten de regio aanwezige kennisinstellingen.

Programmalijn 3. Kassa

Het stimuleren van marktgericht innovatief ondernemerschap en de toepassing van beschikbare kennis door het MKB-bedrijfsleven in Zuidoost-Nederland.

Actielijn 3.1

Het stimuleren van de koppeling van design en technologie binnen high tech systemen & materialen in Zuidoost-Nederland.

De inzet is het bevorderen van nieuwe technologieën in applicaties voor producten in innovatieve marktsegmenten, door het bevorderen van de samenwerking tussen bedrijven in de high tech systemen en materialen, en design-ondernemingen.

Actielijn 3.2

Het stimuleren van nieuwe bedrijvigheid uit bestaande bedrijven en kennisinstellingen op het gebied van high tech systemen & materialen of life sciences in Zuidoost-Nederland.

De inzet is het systematisch verkennen van (nog) niet benutte kennis die bij bedrijven en kennisinstellingen ‘op de plank ligt’, het matchen van deze kennis met MKB-bedrijven en starters, en het scheppen van de juiste voorwaarden om van kennis tot business te komen (coa⁠ching, advisering en het verstrekken van risico-kapitaal). Daarbij gaat het om de gebieden semicon en electronic production equipment, medische systemen en automotive specials.

Programmalijn 4. Open innovatie

Het stimuleren van fysieke en virtuele knooppunten voor kennisintensieve bedrijven in Zuidoost-Nederland.

Actielijn 4.1

Het stimuleren van de ontwikkeling en uitwerking van het campus-concept in Zuidoost-Nederland door dragende OEM’s met een omvangrijke eigen basisresearch en een internationale uitstraling.

De inzet is de uitwerking van het campusconcept, het opstellen van businessplannen en de ontwikkeling van onderdelen van de campus,zoals facility sharing.

Toelichting

Algemeen

1. Doel en aanleiding

Deze regeling is mede gebaseerd op de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006. Met de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 wordt beoogd vorm te geven aan de nieuwe gebiedsgerichte economische aanpak zoals deze is verwoord in de nota Pieken in de Delta1 . De voorliggende regeling werkt deze aanpak uit voor het gebied Zuidoost-Nederland. Deze regeling bevat het subsidieplafond voor dit gebied, de indieningsperiode, aanvullende rangschikkingscriteria en in de bijlage het gebiedsgericht programma Zuidoost-Nederland. Het betreft hier een programma als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006.

2. Administratieve lasten

In de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 zijn de administratieve lasten beschreven. De te verwachten administratieve lasten voor het bedrijfsleven zijn daarin gekwantificeerd op 4,96%.

Het Adviescollege toetsing administratieve lasten heeft besloten deze ontwerp-regeling niet te toetsen.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Artikel 3, derde lid, van de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 geeft de mogelijkheid nadere regels te stellen ten aanzien van degene die een gebiedsgericht project kan indienen. In artikel 2 van de onderhavige regeling is van deze mogelijkheid gebruik gemaakt ten aanzien van een aantal specifieke actielijnen van het gebiedsgericht programma. Bij een aantal actielijnen is geregeld dat een aanvraag kan worden ingediend door een samenwerkingsverband van een kennisinstelling en een ondernemer. Dit betekent dat dit samenwerkingsverband tenminste uit één kennisinstelling en één ondernemer dient te bestaan.

Artikel 6

Artikel 12, tweede lid, van de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 bevat criteria aan de hand waarvan de minister, gehoord de programmacommissie van het desbetreffende gebied, de aanvragen per gebied zal rangschikken. In aanvulling op deze criteria zijn in artikel 6 van deze regeling aanvullende criteria opgenomen die specifiek gelden voor het gebied Zuidoost-Nederland.

De Staatssecretaris van Economische Zaken heeft zich bereid verklaard om via Pieken in de Delta meerjarig te investeren in de regio Zuidoost-Nederland. Van groot belang is dat deze investeringen duurzaam zijn om daarmee ook in de toekomst een toppositie met een helder uitzicht op de top te creëeren. Derhalve wordt veel waarde gehecht aan een helder toekomstperspectief waaruit blijkt dat de resultaten die voortkomen uit een gefinancierd initiatief gecontinueerd kunnen worden. Gelet hierop is in onderdeel a bepaald dat een gebiedsgericht project hoger gerangschikt zal worden naarmate het perspectief op continuering van de resultaten na afloop van het gebiedsgericht project groter is.

De ambitie van de toptechnologie regio Zuidoost-Nederland reikt verder dan de huidige top-5 status. Om deze ambitie verder vorm te geven en ook te bekrachtigen is het van belang dat projecten die voor financiering in aanmerking komen, een bijdrage leveren aan de uitstraling van de regio als toptechnologie regio. Op deze manier kan ook wat betreft de beeldvorming nadrukkelijk de concurrentie worden aangegaan met andere Europese toptechnologie regio’s. Met het oog hierop is in onderdeel b bepaald dat een gebiedsgericht project hoger zal worden gerangschikt indien die project een grotere bijdrage levert aan de (inter)nationale profilering van het gebied Zuidoost-Nederland als toptechnologie regio.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

C.E.G. van Gennip

Naar boven