Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 Zuidwest-Nederland

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 10 juli 2006, nr. WJZ 6050548, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies in het kader van gebiedsgerichte projecten in het gebied Zuidwest-Nederland (Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 Zuidwest-Nederland)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies, en artikel 1, onderdeel c, 7, 8, eerste lid, en 12, vierde lid, van de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006;

Besluit:

§ 1

Algemene bepalingen

Artikel 1

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de minister: de Minister van Economische Zaken;

b. de subsidieregeling: de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006.

2. Voor de definities van gebiedsgericht project, gebiedsgericht programma, ondernemer, kennisinstelling, openbaar lichaam, publieke cofinancier en programmacommissie is artikel 1 van de subsidieregeling van toepassing.

Artikel 2

Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies op aanvragen op grond van deze regeling, ontvangen in de in artikel 3, genoemde periode bedraagt € 1.320.000,00.

Artikel 3

Aanvragen om subsidie op grond van deze regeling moeten zijn ontvangen in de periode die loopt van de tweede dag na plaatsing van deze regeling in de Staatscourant tot en met 30 september 2006.

Artikel 4

Als gebiedsgericht programma voor het gebied Zuidwest-Nederland wordt het programma aangewezen dat is opgenomen in de bij deze regeling opgenomen bijlage.

Artikel 5

1. In aanvulling op het bepaalde in artikel 12, tweede lid, van de subsidieregeling, rangschikt de minister voor het gebied Zuidwest-Nederland, gehoord de programmacommissie van het gebied Zuidwest-Nederland, de aanvragen zodanig dat een gebiedsgericht project hoger gerangschikt wordt naarmate:

a. de financiële participatie van ondernemers in het gebiedsgericht project groter is;

b. een gebiedsgericht project een grotere bijdrage levert aan een intensievere samenwerking tussen een kennisinstelling, ondernemer, publieke cofinancier of het rijk;

c. een gebiedsgericht project een grotere bijdrage levert aan de verspreiding van de opgedane kennis en ervaring naar ondernemers, kennisinstellingen, gemeenten of openbare lichamen;

d. in het kader van een gebiedsgericht project meer samengewerkt wordt tussen een kennisinstelling, ondernemer of publieke cofinancier in het gebied Zuidwest-Nederland en Vlaanderen.

2. Voor de rangschikking wegen de in het eerste lid en de in artikel 12, tweede lid, van de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 genoemde criteria even zwaar.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 Zuidwest-Nederland.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 juli 2006.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, C.E.G. van Gennip.

Bijlage, als bedoeld in artikel 4

Gebiedsgericht programma Zuidwest-Nederland

A. Procesindustrie: aan de top blijven als internationaal sterk competitieve regio

Programmalijn maintenance A1. Internationale hotspot hoogwaardig technologisch onderhoud

De ambitie is dat Zuidwest-Nederland in 2010 het gebied is dat excelleert op het gebied van hoogwaardig technisch onderhoud (maintenance). Daartoe worden bedrijven en kennisinstellingen uitgedaagd om te investeren in de ontwikkeling van nieuwe methoden, technologieën, producten en diensten op het gebied van maintenance rond kapitaalintensieve complexen. In samenhang hiermee worden projecten ontwikkeld, gericht op het vermarkten en de verspreiding van de opgedane kennis om daarmee bedrijven uit te dagen tot nieuwe bedrijfsontwikkelingen.

Actielijn A1a. Ontwikkelen en implementeren van geavanceerde kennis op het gebied van maintenance

Projecten hebben tot doel om de concurrentiepositie van de kapitaalintensieve procesindustrie in Zuidwest-Nederland te versterken door middel van samenwerking op het gebied van nieuwe onderhoudstechnologieën. Door het vormen van cross sector consortia world class maintenance worden de krachten van bedrijven gebundeld op het gebied van nieuwe onderhoudstechnologieën, waardoor een schaalsprong is te realiseren ten opzichte van de concurrentie in omringende landen.

Actielijn A1b. Verzamelen, ontsluiten en vermarkten van maintenance-kennis en -⁠toepassingen

Projecten hebben tot doel om in Zuidwest-Nederland het maintenance-cluster te versterken en te verbreden door de praktische kennis en toepassingen op het gebied van maintenance te verzamelen en te makelen naar andere bedrijven, in het bijzonder midden- en kleinbedrijf. Door het opzetten van bijvoorbeeld een Maintenance Competence Centre worden kennis en ‘best practices’ gebundeld en daarna verspreid naar bedrijven die op dat gebied actief zijn of willen worden.

Actielijn A1c. Inrichting, promotie en samenhang maintenance opleidingen

Projecten hebben tot doel in Zuidwest-Nederland een adequate opleidingsstructuur in te richten teneinde de instroom van studenten en leerlingen in het maintenance-vakgebied te vergroten. Van belang is dat kwalitatief hoogwaardig onderwijs is afgestemd op de toekomstige vraag. De samenhang en consistentie evenals de relaties tussen Hogescholen en ROC’s dienen daarbij versterkt te worden.

Programmalijn bio-energie A2. Zuidwest-Nederland centrum voor nieuwe energiebronnen

De ambitie is dat Zuidwest-Nederland in 2010 het centrum is waar ontwikkeling, productie en toepassing van bio-energie plaatsvindt. Daartoe zullen projecten worden geïnitieerd gericht op ontwikkelen en toepassen van bio-energiebronnen en aantrekken van nieuwe bedrijvigheid.

Actielijn A2a. Ontwikkelen en vermarkten van kennis en toepassingen van duurzaam grondstoffengebruik en bio- energievoorziening

Projecten hebben tot doel om in Zuidwest-Nederland de concurrentiepositie van de bio-energiesector te versterken door middel van samenwerking op het gebied van nieuwe technologie voor duurzaam grondstoffenverbruik, bio-energievoorziening en een beter gebruik van bestaande reststromen. De technologie zal moeten voldoen aan eisen die in de toekomst gesteld gaan worden inzake leveringsbetrouwbaarheid, CO2 neutraliteit, milieuvriendelijkheid en efficiency. Door het vormen van consortia van bedrijven worden de krachten gebundeld. Projecten leiden tot realisatie van een schaalsprong ten opzichte van de ons omringende landen.

B. Logistiek: logistieke hotspot tussen twee mainports

Programmalijn B1. Aantrekken nieuwe bedrijvigheid

De ambitie is om meer logistieke dienstverleners naar Zuidwest-Nederland te trekken door middel van verbetering van het vestigingsklimaat en door middel van gezamenlijke internationale promotie van Zuidwest-Nederland als aantrekkelijke vestigingsplaats voor logistieke dienstverleners. Beoogd resultaat is het aantrekken van nieuwe stromen met een hoge(re) toegevoegde waarde, zoals Value Added Logistics/Services.

Actielijn B1a. Gerichte positionering van Zuidwest-Nederland als logistieke topregio

Projecten hebben tot doel om bedrijven te overtuigen zich in Zuidwest-Nederland te vestigen, enerzijds door ruimte te bieden en anderzijds door via samenwerking gezamenlijk de logistieke sector in binnen- en buitenland te promoten bij toonaangevende bedrijven uit de supply chain sector.

Programmalijn B2. Innovatie binnen bestaande logistieke ketens

De ambitie is om in Zuidwest-Nederland vernieuwingen en doorbraken in de productie- en distributieketen te realiseren door nieuwe kennis en concepten toe te passen. Om de gewenste efficiency en innovatie te bereiken is het noodzakelijk dat het zelforganiserend vermogen in de sector wordt versterkt. De inzet is gericht op het uitwisselen van logistieke kennis en logistieke concepten, die bovendien snel en gemakkelijk toegankelijk gemaakt worden voor logistieke bedrijven in de regio.

Actielijn B2a. Uitwisseling kennis en kunde tussen grootbedrijf en midden- en kleinbedrijf

Projecten hebben tot doel bij te dragen aan het toepassen van innovatieve concepten door gebruik te maken van kennis van grote bedrijven/kennisinstellingen en/of door in te zetten op samenwerkingsverbanden in Zuidwest-Nederland die gezamenlijk nieuwe innovaties oppakken. Kennis die aldus beschikbaar komt, wordt gedistribueerd naar deelnemende bedrijven in Zuidwest-Nederland.

Programmalijn B3. Innovatie tussen bestaande logistieke ketens

De ambitie is het optimaal benutten van de multimodale knooppunten in het gebied Moerdijk-Terneuzen-Vlissingen in combinatie met het slim combineren en koppelen van logistieke stromen en modaliteiten van afzonderlijke bedrijven. Beoogd resultaat is efficiëntere en grotere volumestromen, waardoor de multimodale mogelijkheden van de regio beter worden benut (verduurzaming, tegengaan dichtslibben achterlandverbindingen). Aansluiting op de wensen van de producenten / verladers nu en in de toekomst (concurrentie- en acquisitiekracht) is daarbij van belang.

Actielijn B3a. Bevorderen van efficiënte en gebundelde logistieke stromen

Projecten hebben tot doel om in Zuidwest-Nederland de multimodale capaciteit in te richten en te vergroten en bij te dragen aan betere benutting en afstemming van verschillende modaliteiten (spoor, water, weg, buisleiding), waardoor efficiënte en gebundelde logistieke stromen ontstaan.

Programmalijn C1. Aantrekken van kwalitatief hoogwaardige, innoverende bedrijven en nieuwe markten

De ambitie is om de concurrentiepositie van Zuidwest-Nederland als toeristische bestemming te vergroten door nieuwe aansprekende en verrassende product-marktcombinaties te initiëren. Om dit te bereiken zet dit programma in op het aantrekken van kwalitatief hoogwaardige en innoverende bedrijven en investeerders. Deze zijn bereid en in staat om te investeren in nieuwe en voor de potentiële gasten aansprekende allianties tussen de toeristische sector en andere sectoren met een economische spin off, zoals zorg, agri-business, cultuur, watergerelateerde bedrijven.

Actielijn C1a. Innovaties bevorderen in product-marktcombinaties

Projecten zijn gericht op het identificeren en tot stand brengen van kansrijke allianties tussen de toeristische sector en andere sectoren, die leiden tot nieuwe producten waarmee nieuwe markten worden bereikt voor Zuidwest-Nederland.

Projecten zijn bovendien gericht op innovaties van het bestaande toeristische product van Zuidwest-Nederland en zorgen voor een verbreding daarvan. Ze dienen in alle gevallen een essentiële bijdrage te leveren aan de toeristische economie en het innovatieproces in de regio te stimuleren.

Programmalijn C2. Versterken en ontsluiten van de kennisinfrastructuur

De ambitie is de opbouw van een kennisnetwerk in Zuidwest-Nederland waardoor praktisch toepasbare kennis over toerisme wordt opgebouwd, versterkt en toegankelijk gemaakt. Dit netwerk omvat bestaande kennisinstellingen in onderlinge interactie met toeristische ondernemers en overheden, gericht op doelgroepen (ondernemers, werknemers, brancheorganisaties, overheden), die met deze kennis aan de slag moeten.

De doelstelling is om versnelling te realiseren in de benodigde innovatie van het product en de vermarkting van het product en zo te behoren tot de kopgroep van vernieuwers, waardoor aansluiting met de markt kan blijven behouden.

Actielijn C2a. Kennisnetwerk voor toeristische innovatie

Projecten zijn gericht op kennisoverdracht en -toepassing in Zuidwest-Nederland. Het gaat er om dat kennis beschikbaar komt voor ondernemers en dat zij deze in de dagelijkse praktijk kunnen toepassen bij respectievelijk productontwikkeling, vermarkting en beleidsontwikkeling. De nadruk dient te liggen op het faciliteren van innovatieprocessen, zodat kansrijke initiatieven met een economische spin off voor de regio, daadwerkelijk gerealiseerd worden. Projecten zullen een antwoord moeten hebben op kennisvragen vanuit de markt, met als gevolg dat een beter beeld ontstaat van de nationale en internationale ontwikkeling en potentie van het toerisme, zodat uiteindelijk meer toeristen kiezen voor Zuidwest-Nederland.

Toelichting

Algemeen

1. Doel en aanleiding

Deze regeling is mede gebaseerd op de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006. Met de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 wordt beoogd vorm te geven aan de nieuwe gebiedsgerichte economische aanpak zoals deze is verwoord in de nota Pieken in de Delta1 . De voorliggende regeling werkt deze aanpak uit voor het gebied Zuidwest-Nederland. Deze regeling bevat het subsidieplafond voor dit gebied, de indieningsperiode, aanvullende rangschikkingscriteria en in de bijlage het gebiedsgericht programma Zuidwest-Nederland. Het betreft hier een programma als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006.

2. Administratieve lasten

In de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 zijn de administratieve lasten beschreven. De te verwachten administratieve lasten voor het bedrijfsleven zijn daarin gekwantificeerd op 4,96%.

Het Adviescollege toetsing administratieve lasten heeft besloten deze ontwerp-regeling niet te toetsen.

Artikelsgewijs

Artikel 5

Artikel 12, tweede lid, van de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 bevat criteria aan de hand waarvan de minister, gehoord de programmacommissie van het desbetreffende gebied, de aanvragen per gebied zal rangschikken. In aanvulling op deze criteria zijn in artikel 5 van deze regeling aanvullende criteria opgenomen die specifiek gelden voor het gebied Zuidwest-Nederland.

In onderdeel a is bepaald dat een gebiedsgericht project hoger zal worden gerangschikt als de financiële participatie van ondernemers in het project groter is. Voor dit criterium is gekozen omdat de financiële participatie van ondernemers een belangrijke indicatie is dat het project aansluit bij de vraag van ondernemers en daardoor ook kan rekenen op hun steun en betrokkenheid. De steun en betrokkenheid van ondernemers is van belang voor het welslagen van een gebiedsgericht project.

Gebiedgerichte projecten die aantoonbaar een grotere bijdrage leveren aan intensievere samenwerking tussen een kennisinstelling, ondernemer, publieke cofinancier of het rijk zullen meer kunnen profiteren van elkaars nabijheid om zo de geformuleerde doelstellingen daadwerkelijk te realiseren. Gebiedsgerichte projecten die een grotere bijdrage leveren aan een dergelijke intensievere samenwerking worden daarom hoger gerangschikt.

In onderdeel c is bepaald dat een gebiedsgericht project dat een grotere bijdrage levert aan de verspreiding van de opgedane kennis en ervaring naar ondernemers, kennisinstellingen, gemeenten of openbare lichamen hoger gerangschikt zal worden. Het gaat hier om een actieve verspreiding van de ontwikkelde kennis of vaardigheden na afloop van een project, bijvoorbeeld in de vorm van best practices. Hiermee wordt de opgedane kennis of ervaring van een project geborgd.

Om de inhoud van een gebiedsgericht project meer massa te geven kan het realiseren van samenwerking tussen een kennisinstelling, ondernemer of publieke cofinancier in het gebied Zuidwest-Nederland en Vlaanderen een goed middel zijn. Het realiseren van voldoende massa is van belang om de bijdrage van een gebiedsgericht project aan de uitvoering van één of meerdere pieken tot een succes te maken. Daarnaast kan door middel van samenwerking synergie ontstaan tussen de lopende en in ontwikkeling zijnde grensoverschrijdende economische programma’s en het gebiedsgerichte programma van het gebied Zuidwest-Nederland. Gebiedsgerichte projecten die in samenwerking tussen bepaalde actoren in Zuidwest-Nederland en Vlaanderen tot stand zijn gekomen worden op grond van onderdeel d dan ook hoger gerangschikt.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

C.E.G. van Gennip

Naar boven