Besluit machtiging KNB tot zorg voor de inrichting en het bijhouden van het centraal testamentenregister

Besluit van de Minister van Justitie van 30 juni 2006, nr. 5429968/06/6, houdende verlening van machtiging aan de directeur algemene zaken en de directeur vaktechniek en beleid van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie tot uitvoering van de taak, bedoeld artikel 1, tweede lid, van de Wet op het centraal testamentenregister

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 10:12 jo 10:3, eerste lid, en 10:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

Aan de directeur algemene zaken en de directeur vaktechniek en beleid van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie wordt machtiging verleend tot uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wet op het centraal testamentenregister.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 2006.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit machtiging KNB tot zorg voor de inrichting en het bijhouden van het centraal testamentenregister.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 30 juni 2006.
De Minister van Justitie, J.P.H. Donner.

Toelichting

In dit besluit wordt aan de directeur algemene zaken onderscheidenlijk de directeur vaktechniek en beleid van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (hierna: KNB) machtiging verleend om namens de Minister van Justitie handelingen te verrichten voor de inrichting en het bijhouden van het zogeheten centraal testamentenregister (hierna: CTR). Het betreft hier machtiging tot het verrichten van handelingen die geen besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling zijn (zie artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht).

In het CTR worden alle Nederlandse testamenten opgenomen. Doel van deze registratie is om bij een overlijden te kunnen vaststellen of er een laatste wilsbeschikking bestaat van de overledene en, ingeval dat zo is, welke notaris deze wilsbeschikking onder zijn of haar beheer heeft.

In artikel 1, tweede lid, van de Wet op het centraal testamentenregister is de zorg voor de inrichting en het bijhouden van het CTR aan de Minister van Justitie opgedragen.

In het kabinetsplan aanpak administratieve lasten (Kamerstukken II 2003/04, 29 515, nr. 8) is als aanpalend onderwerp voorgesteld om te bezien of het CTR bij de KNB kan worden ondergebracht. In 2004 is na een onderzoek gebleken dat de kostprijs van het beheer van het CTR zou kunnen dalen, en op termijn ook de leges die moeten worden betaald voor een registratie, indien de KNB het CTR zou gaan beheren. De efficiencyvoordelen zouden daarbij vooral behaald kunnen worden door het in verregaande mate automatiseren van de aanlevering en de opname van de gegevens in het CTR. Er moet daarbij worden opgemerkt dat van het CTR hoofdzakelijk door het notariaat gebruik wordt gemaakt.

Bij convenant van 13 juni 2005 (Stcrt. 2005, nr. 118, blz. 10) heeft de KNB zich bereid verklaard om deze taak over te nemen. Daarbij is tevens de afspraak gemaakt dat een wetsvoorstel wordt voorbereid waarbij zal worden voorgesteld om de overdracht van de taak wettelijk over te dragen aan de KNB.

Ondertussen zijn de noodzakelijke operationele voorbereidingen in die mate gevorderd dat de KNB in ieder geval met ingang van 1 januari 2007 al het feitelijke beheer van het CTR kan uitvoeren. Om deze reden worden thans de directeur algemene zaken en de directeur vaktechniek en beleid van de KNB (al dan niet gezamenlijk handelend) gemachtigd om de zorg voor de inrichting en het bijhouden van het CTR uit te voeren. De directeur algemene zaken en de directeur vaktechniek en beleid van de KNB hebben bij brief van 29 juni 2006 ingestemd met de machtiging.

De machtiging betekent dat genoemde directeuren bevoegd zijn tot het registreren van de desbetreffende gegevens, bedoeld in de Wet op het centraal testamentenregister, het controleren en verifiëren van deze gegevens, het beheer van de desbetreffende databank, het kosteloos verstrekken van gegevens uit het CTR, het innen van de leges, bedoeld in artikel 4 van de Wet op het centraal testamentenregister, en alle overige taken die verband houden met de inrichting en het bijhouden van het CTR.

Met het onderhavige machtigingsbesluit kan worden voorkomen dat er kapitaalvernietiging optreedt van al geïnvesteerde middelen voor de voorbereiding van de overdracht. Bovendien kan dan eerder worden begonnen met het behalen van efficiencyvoordelen.

Het besluit treedt met ingang van 1 december 2006 in werking. De reden hiervoor is dat de KNB een maand eerder kan proefdraaien. Voor het proefdraaien dient de KNB te worden gemachtigd, temeer omdat de KNB daarbij ook gebruik moet maken van gegevens uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) waarvoor machtiging is vereist.

De Minister van Justitie,

J.P.H. Donner

Naar boven