Regeling inzage gegevens en bescheiden Zeebrievenwet

Regeling van 6 juli 2006, nr. HDJZ/SCH/2006-979, Hoofddirectie Juridische Zaken, ter uitvoering van artikel 7a van de Zeebrievenwet (Regeling inzage gegevens en bescheiden Zeebrievenwet)

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 7a, eerste lid, van de Zeebrievenwet;

Besluit:

Artikel 1

Degene die een schip beheert waarvoor een zeebrief als bedoeld in de artikelen 4 en 4a van de Zeebrievenwet, is afgegeven, draagt er zorg voor dat in zijn vestiging in Nederland de volgende gegevens en bescheiden met betrekking tot dat zeeschip beschikbaar zijn:

a. de positie waar het zeeschip zich bevindt;

b. de staat van het technisch onderhoud van het zeeschip;

c. de namen, de functies, de vaarbevoegdheden en de certificaten van de bemanningsleden;

d. de personeelsgegevens, bedoeld in artikel 3 van de Zeevaartbemanningswet;

e. de individuele zeearbeidsovereenkomsten met de bemanningsleden die aan boord van het zeeschip dienst doen, respectievelijk de collectieve arbeidsovereenkomsten die op deze bemanningsleden van toepassing zijn;

f. de namen van de passagiers en van de overige opvarenden op het zeeschip, voor zover van toepassing, en

g. de aard en de samenstelling van de lading indien het gevaarlijke of schadelijke stoffen betreft, bedoeld in hoofdstuk VII van het op 1 november 1974 te Londen totstandgekomen Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157) en de bij dat verdrag behorende bindende protocollen, aanhangsels en bijlagen.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de wet van 5 juli 2006, houdende wijziging van het Wetboek van Koophandel, het Burgerlijk Wetboek, de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting, de Zeebrievenwet en enkele andere wetten in verband met het Europese recht op vrije vestiging in werking treedt.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling inzage gegevens en bescheiden Zeebrievenwet.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Ingevolge de Zeebrievenwet wordt een zeebrief afgegeven aan een zeeschip dat is ingeschreven in het kadaster of in het rompbevrachtingsregister, bedoeld in artikel 2 van de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting. Deze schepen voldoen aan de vereisten van artikel 311 van het Wetboek van Koophandel, onderscheidenlijk van artikel 3 van de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting voor het verkrijgen van de hoedanigheid van Nederlands schip. Zij zijn, mits voorzien van een zeebrief, gerechtigd de Nederlandse vlag te voeren. De eigenaar van een zeeschip, de scheepsmanager, bedoeld in artikel 311, derde lid, van het Wetboek van Koophandel dan wel de rompbevrachter moet ingevolge artikel 7a, eerste lid, van de Zeebrievenwet gegevens en bescheiden ter beschikking hebben die nodig zijn voor het kunnen uitoefenen van effectieve rechtsmacht door de Nederlandse overheid over zeeschepen die onder Nederlandse vlag varen. In artikel 1 van deze regeling is geregeld welke gegevens dat zijn. Die gegevens moeten ter inzage worden gegeven in de vestiging in Nederland van de eigenaar, de scheepsmanager, bedoeld in artikel 311, derde lid, van het Wetboek van Koophandel dan wel de rompbevrachter. Op grond van artikel 7a, tweede lid, van de Zeebrievenwet moeten die gegevens direct en te allen tijde ter inzage worden gegeven aan de toezichthouder, te weten ambtenaren van de toezichteenheid Zeevaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

Uit de informatieverplichting van artikel 1 van deze regeling vloeien administratieve lasten voort voor de categorie zeeschepen onder de 500 GT. Het gaat om 412 schepen. De tijd die gemoeid is met het ter inzage geven van gegevens en bescheiden, kan variëren aangezien niet altijd alle gegevens die zijn genoemd in artikel 1 van deze regeling ter inzage behoeven te worden gegeven. De gemiddelde administratieve lasten op jaarbasis zullen € 20.188 bedragen. Schepen vanaf 500 GT moeten ingevolge het Schepenbesluit 2004 zijn voorzien van het internationaal voorgeschreven veiligheidsmanagementcertificaat, behorende bij de Internationale veiligheidsmanagementcode. Die administratieve lasten zijn bij genoemd besluit in kaart gebracht. Deze regeling is niet van toepassing op burgers. Er vloeien voor hen dan ook geen administratieve lasten uit deze regeling voort.

Een concept van deze regeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal). Het college heeft medegedeeld dat de regeling niet is geselecteerd voor een zogenaamde Actaltoets.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

Naar boven