Besluit Kwaliteit Rijksoverheidswebsites

7 juli 2006

Nr. 2006-0000231475

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Overwegende dat de Tweede Kamer bij motie van de leden Aasted-Madsen en Fierens d.d. 26 april 2006 (Kamerstukken II 2005/06, 29 362, nr. 88) de wens heeft uitgesproken, dat overheidswebsi⁠tes toegankelijk dienen te zijn voor alle burgers;

Overwegende dat het wenselijk is dat de rijksoverheid voor deze toegankelijkheid aansluit bij de hiervoor internationaal ontwikkelde richtlijnen zoals geformuleerd door het Internationale World Wide Web Consortium (W3C);

Overwegende dat voor de praktische toepassing van deze internationale richtlijnen de Nederlandse webrichtlijnen zijn ontwikkeld;

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Besluit:

Artikel 1

De minister die het aangaat draagt er zorg voor dat websites van de rijksoverheid voldoen aan de webrichtlijnen, zoals vastgesteld in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

1. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2006.

2. Bestaande websites van de rijksoverheid voldoen uiterlijk 31 december 2010 aan de webrichtlijnen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W. Remkes.

Bijlage

Webrichtlijnen

Richtlijn

Beschrijving

R-pd.1.1

Houd structuur en vormgeving zoveel mogelijk gescheiden: gebruik HTML of XHTML voor de structuur van de site en CSS voor de vormgeving ervan.

R-pd.1.2

Bouw websites volgens het principe van ‘gelaagd bouwen’.

R-pd.1.3

Maak de functie van de website niet afhankelijk van optionele technologie, zoals CSS en client-side script: optionele technologie dient de informatie op de site en het gebruik ervan te complementeren en niet de toegang ertoe te belemmeren wanneer deze technologie niet ondersteund wordt.

  

R-pd.2.1

Gebruik HTML 4.01 of XHTML 1.0 volgens de W3C specificaties voor de markup van overheidswebsites.

R-pd.2.2

Gebruik geen markup die in de W3C specificaties staat aangemerkt als deprecated (achterhaald).

R-pd.2.3

Bij het aanpassen van een bestaande website: gebruik van HTML 4.01 of XHTML 1.0 alleen de Transitional variant als het gebruik van de Strict variant onmogelijk of onwenselijk is.

R-pd.2.4

Bij de bouw van een nieuwe website: gebruik van HTML 4.01 of XHTML 1.0 de Strict variant.

R-pd.2.5

Gebruik geen frames op overheidswebsites. Gebruik daarom ook niet van HTML 4.01 of XHTML 1.0 de Frameset variant.

R-pd.2.6

Gebruik CSS Level-2.1 volgens de W3C specificatie voor het vormgeven van overheidswebsites.

R-pd.2.7

Indien client-side script wordt gebruikt, gebruik ECMAScript volgens de specificatie.

R-pd.2.8

Indien men elementen in de HTML hiërarchie manipuleert, maak gebruik van de W3C DOM volgens de specificatie.

R-pd.2.9

Bouw een website volgens de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG 1.0) van het W3C.

  

R-pd.3.1

Schrijf zowel grammaticaal correcte, als beschrijvende markup.

R-pd.3.2

Gebruik markup voor kopregels die de hiërarchie van de informatie op de pagina uitdrukken.

R-pd.3.3

Sla in de markup geen niveaus in de hiërarchie van kopregels over.

R-pd.3.4

Gebruik het p (paragraph) element voor het aangeven van paragrafen. Gebruik niet het br (linebreak) element voor het scheiden van paragrafen.

R-pd.3.5

Gebruik het em (emphasis) en strong element voor het aangeven van nadruk.

R-pd.3.6

Gebruik het abbr (abbreviation) element voor afkortingen indien er onduidelijkheid zou kunnen ontstaan over de betekenis ervan, de afkorting een zeer belangrijke rol speelt in de tekst of wanneer de afkorting niet voorkomt in het Nederlands woordenboek.

R-pd.3.7

Gebruik het dfn (definition) element voor het aangeven van termen, elders gedefinieerd in een definitielijst.

R-pd.3.8

Gebruik het ins (insertion) en del (deletion) element voor het aangeven van regelmatige wijzigingen in de inhoud van een pagina.

R-pd.3.9

Vermijd het gebruik van het sup (superscript) en sub (subscript) element waar mogelijk.

R-pd.3.10

Gebruik het cite element voor referenties naar personen en titels.

R-pd.3.11

Vermijd het gebruik van het q (quotation) element.

R-pd.3.12

Gebruik het blockquote element voor het aangeven van (lange) citaten.

R-pd.3.13

Gebruik ol (ordered list) en ul (unordered list) elementen voor het aangeven van lijsten.

R-pd.3.14

Gebruik het dl (definition list), het dt (definition term) en dd (definition data) element voor het aangeven van een lijst met definities.

R-pd.3.15

Geef betekenisvolle namen aan id en class attributen.

  

R-pd.4.1

Produceer unieke, onveranderende URL’s

R-pd.4.2

Dynamisch gegenereerde URL’s dienen nog steeds naar dezelfde inhoud te verwijzen als inhoud wordt gewijzigd of toegevoegd.

R-pd.4.3

Vermijd het gebruik van sessies in URL’s.

R-pd.4.4

Zorg voor doorverwijzing naar de nieuwe locatie bij het verplaatsen van informatie.

R-pd.4.5

Automatische doorverwijzing dient, indien mogelijk, uitgevoerd te worden door de server.

R-pd.4.6

Gebruik vriendelijke URL’s, die leesbaar en herkenbaar zijn.

R-pd.4.7

Zet een leesbare, uitbreidbare directory-structuur op.

  

R-pd.5.1

In het geval dat belangrijke informatie via een gesloten standaard wordt aangeboden, dient men dezelfde informatie ook via een open standaard aan te bieden.

  

R-pd.6.1

Elk HTML of XHTML document moet beginnen met een geldige doctype declaratie.

R-pd.6.2

Zet de inhoud van de pagina in de HTML broncode op volgorde van belangrijkheid.

  

R-pd.7.1

Het alt (alternative) attribuut dient te worden gebruikt op ieder img (image) en area element en dient te worden voorzien van een effectieve alternatieve tekst.

R-pd.7.2

Gebruik geen alt attribuut voor het oproepen van tooltips.

R-pd.7.3

Gebruik geen d-links op overheidswebsites. Het gebruik van het longdesc (long description) attribuut verdient de voorkeur wanneer de alternatieve tekst op het alt attribuut ontoereikend is voor het begrip van de informatie in de afbeelding.

R-pd.7.4

Afbeeldingen die staan geplaatst binnen een link dienen een niet-lege alternatieve tekst te hebben om bezoekers die de afbeelding niet zien in staat te stellen de link te volgen.

R-pd.7.5

Geef bij het gebruik van image maps voor zowel het img element als ieder area element een effectieve alternatieve tekst aan via het alt attribuut.

R-pd.7.6

Decoratieve afbeeldingen dienen zoveel mogelijk door CSS geplaatst te worden. Informatieve afbeeldingen dienen door HTML geplaatst te worden.

R-pd.7.7

Het gebruik van CSS Image Replacement technieken die worden toegepast op essentiële informatie wordt afgeraden.

  

R-pd.8.1

Beschrijf niet het mechanisme achter het volgen van een link.

R-pd.8.2

Schrijf heldere, beschrijvende tekst voor links.

R-pd.8.3

Gebruik het minimum aan tekst dat nodig is om te begrijpen waar de link naartoe leidt.

R-pd.8.4

Geef voldoende informatie over de bestemming van een link om onaangename verrassingen voor de bezoeker te voorkomen.

R-pd.8.5

Bij het gebruik van client-side script in combinatie met een link: maak de scriptfunctionaliteit een uitbreiding op de basisfunctionaliteit van de link.

R-pd.8.6

Bij het gebruik van client-side script in combinatie met een link: indien de link nergens naartoe leidt, confronteer de bezoeker zonder ondersteuning voor client-side script dan niet met een niet-werkende link.

R-pd.8.7

Bij het gebruik van client-side script in combinatie met een link: indien noodzakelijk, gebruik client-side script als een uitbreiding op server-side functies.

R-pd.8.8

Links moeten duidelijk te onderscheiden zijn van andere tekst.

R-pd.8.9

Voorzie in een logische volgorde van de links op de pagina. Gebruik het tabindex attribuut om van de standaard tabvolgorde van links af te wijken wanneer deze volgorde niet toereikend is voor correct gebruik van de pagina door toetsenbordgebruikers.

R-pd.8.10

Maak het tabben naar links niet onmogelijk. Verwijder niet de focus rectangle rondom een link of de mogelijkheid tot focus op een link.

R-pd.8.11

Ontzie het accesskey attribuut. Als toch besloten wordt dit attribuut toe te passen, gebruik het alleen op links die door de hele site onveranderd blijven (bijvoorbeeld hoofdnavigatie) en beperk de sneltoetscombinaties tot nummers.

R-pd.8.12

Geef blinde bezoekers extra mogelijkheden om lange lijsten met links over te slaan.

R-pd.8.13

Geef bovenaan pagina’s met veel onderwerpen een pagina-index met links om naar de verschillende onderwerpen te navigeren.

R-pd.8.14

Links op overheidswebsites dienen niet zonder waarschuwing automatisch nieuwe vensters te openen.

R-pd.8.15

Open geen automatische nieuwe vensters, behalve wanneer de locatie van de link behulpzame informatie bevat die nodig kan zijn tijdens een belangrijk, niet te onderbreken proces.

R-pd.8.16

Links naar e-mail adressen: het e-mail adres waaraan het te versturen bericht is gericht dient zichtbaar te zijn in de linktekst.

R-pd.8.17

Links naar e-mail adressen: de URL in het href attribuut van een link naar een e-mail adres, mag alleen het mailto protocol en een e-mail adres bevatten.

R-pd.8.18

Pas geen technische maatregelen toe op de website om een e-mail adres te verhullen voor spam robots.

R-pd.8.19

Ga uiterst voorzichtig om met het publiceren van e-mail adressen van bezoekers van de website. Informeer de bezoeker over welke gegevens worden gepubliceerd op de site, of publiceer het e-mail adres van de bezoeker niet.

R-pd.8.20

Bij het aanbieden van downloadbare bestanden, informeer de bezoeker over hoe deze te downloaden en vervolgens te gebruiken.

R-pd.8.21

Serveer bestanden met het correcte MIME type.

R-pd.8.22

Open links naar downloadbare bestanden niet in een automatisch nieuw venster.

R-pd.8.23

Serveer downloadbare bestanden niet met opzet een onbekend of incorrect MIME type om de browser tot een bepaald gedrag te dwingen.

  

R-pd.9.1

CSS dient in gelinkte bestanden geplaatst te worden en niet gemengd te worden met de HTML broncode.

R-pd.9.2

Pagina’s dienen bruikbaar te blijven wanneer CSS door een webbrowser niet ondersteund wordt.

  

R-pd.10.1

Zorg ervoor dat communicatieve elementen hun betekenis niet uitsluitend door kleur overbrengen.

R-pd.10.2

Wees consistent met kleurgebruik bij het geven van betekenis.

R-pd.10.3

Zorg voor voldoende helderheidscontrast tussen tekst- en achtergrondkleur.

  

R-pd.11.1

Gebruik tabellen voor het weergeven van relationele informatie en niet voor layout.

R-pd.11.2

Gebruik het th (table header) element voor het beschrijven van een kolom of rij in een tabel met relationele informatie.

R-pd.11.3

Groepeer rijen met alleen th (table header) cellen met het thead (table head) element. Groepeer de rest van de tabel met het tbody (table body) element.

R-pd.11.4

Gebruik het scope attribuut voor het associëren van tabellabels ( th cellen) met kolommen of rijen.

R-pd.11.5

Gebruik het header en id element voor het associëren van tabellabels ( th cellen) met individuele cellen in complexe tabellen.

R-pd.11.6

Geef afkortingen voor tabellabels ( th cellen) via het abbr (abbreviation) attribuut wanneer de lengte van de inhoud van het tabellabel zodanig van lengte is dat herhaling in een spraakbrowser irritatie kan wekken.

R-pd.11.7

Gebruik het caption element of heading markup voor het geven van een koptekst boven een tabel.

R-pd.11.8

Bij het aanpassen van een bestaande website: gebruik CSS voor de presentatie en layout van webpagina’s en zie af van tabellen voor layout.

R-pd.11.9

Bij het gebruik van tabellen voor layout: gebruik niet meer dan één tabel en gebruik zoveel mogelijk CSS voor de vormgeving van deze tabel.

R-pd.11.10

Bij het gebruik van tabellen voor layout: pas geen toegankelijkheidsmar⁠kup toe.

  

R-pd.12.1

Gebruik geen frames op overheidswebsites. Dit geldt voor zowel reguliere frames binnen framesets, als zogenaamde iframes.

  

R-pd.13.1

Gebruik het label element om tekst expliciet met een invoerveld in een formulier te associëren.

R-pd.13.2

Gebruik het tabindex attribuut om van de standaard tab-volgorde op formuliervelden af te wijken wanneer deze volgorde niet toereikend is voor correct gebruik van het formulier door toetsenbordgebruikers.

R-pd.13.3

Breng groepering van invoervelden aan door middel van het fieldset element.

R-pd.13.4

Vermijd automatische doorverwijzing bij interactie met formulieren.

R-pd.13.5

Gebruik geen client-side script of formulieren als de enige manier om informatie op de site te bereiken.

R-pd.13.6

Confronteer een bezoeker niet met een onwerkzaam formulier als optionele technologieën – zoals CSS of client-side script – niet door de browser ondersteund worden.

R-pd.13.7

Wees terughoudend met het gebruik van CSS voor invoervelden en formulierknoppen.

R-pd.13.8

Als een bezoeker persoonlijke gegevens dient op te geven, laat deze dan weten wat er met die gegevens gedaan zal worden, bijvoorbeeld in de vorm van een privacy verklaring.

R-pd.13.9

Verg van een bezoeker via een formulier niet meer informatie op te geven dan noodzakelijk is voor het doel van het formulier. Houdt formulieren zo kort mogelijk en beperk het verplicht invullen van formuliervelden.

R-pd.13.10

Geef aan welke velden verplicht of optioneel zijn om in te vullen.

R-pd.13.11

Voorzie in alternatieve contactmogelijkheden, zoals adresgegevens, telefoonnummers of e-mailadressen, indien deze beschikbaar zijn.

R-pd.13.12

Laat de bezoeker weten wat er met het formulier na verzending gedaan zal worden.

R-pd.13.13

Geef de bezoeker de mogelijkheid tot archivering van zijn reactie.

R-pd.13.14

Stuur de bezoeker na het invullen en versturen van een formulier een bevestiging dat zijn bericht is aangekomen bij de ontvanger (autoreply).

R-pd.13.15

Geef voorafgaande aan complexe formulieren de bezoeker een indruk van hoe groot het formulier is.

R-pd.13.16

Noem vantevoren documenten die de bezoeker (eventueel) nodig heeft bij het invullen van het formulier.

R-pd.13.17

Voorzie formulieren van instructies voor de bezoeker waar nodig, met name bij de invoervelden waar ze toedoen.

R-pd.13.18

Voeg geen herstel (reset) knoppen toe aan een formulier.

  

R-pd.14.1

Gebruik geen client-side script voor onmisbare functionaliteit op webpagina’s, tenzij het gebrek aan ondersteuning voor deze scripts voldoende wordt afgevangen door HTML alternatieven en/of server-side script.

  

R-pd.15.1

Het maken van een taalkeuze dient voor de bezoeker mogelijk te zijn op iedere pagina in de site.

R-pd.15.2

Links voor taalkeuze dienen op een duidelijke en consistente plaats in de navigatie van de site te staan.

R-pd.15.3

Gebruik voluit geschreven (tekstuele) links naar de taalvarianten.

R-pd.15.4

Schrijf links naar taalvarianten in hun corresponderende taal.

R-pd.15.5

Gebruik geen associaties met nationaliteiten voor taalkeuze.

R-pd.15.6

Specificeer de basistaal van een pagina in de markup.

R-pd.15.7

Geef in de markup taalvariaties in de inhoud van pagina’s aan.

  

R-pd.16.1

Specificeer de karakterset voor webpagina’s.

R-pd.16.2

Specificeer de utf-8 karakterset.

R-pd.16.3

Specificeer de karakterset ook via HTTP headers, indien mogelijk.

R-pd.16.4

Gebruik (minstens) het meta element voor het specificeren van de karakterset en plaats dit element zo hoog mogelijk in de head sectie van de markup.

  

R-pd.18.1

Gebruik voor iedere pagina een unieke, beschrijvende titel.

R-pd.18.2

Schrijf korte, bondige tekst, waarin de belangrijkste boodschap bovenaan de pagina al wordt genoemd.

  

R-pd.22.1

Gebruik taal die de bezoeker begrijpt: beperk het gebruik van jargon, moeilijke termen en afkortingen.

R-pd.22.2

Geef bezoekers een ‘vluchtroute’: mogelijkheden om verder te kunnen gaan als ze vastlopen. Vluchtroutes zijn onder andere behulpzame links, het kunnen gebruiken van de terug (back) knop, een zoekfunctie, of het kunnen onmiddellijk kunnen corrigeren van invoerfouten.

R-pd.22.3

Laat bezoekers niet raden: geef informatie over hoe ze een gemaakte fout kunnen herstellen. Houd rekening met veelgemaakte fouten.

R-pd.22.4

Maak aangepaste foutpagina’s – voor fouten als doodlopende links (404 Not Found) – waarop de bezoeker mogelijkheden krijgt aangereikt om zijn weg te vervolgen binnen de site.

R-pd.22.5

Bij een foutmelding als gevolg van het versturen van een formulier, geef de bezoeker de mogelijkheid om onmiddellijk de fout in het formulier te herstellen en laat hem niet afhankelijk zijn van het gebruik van de terug (back) knop.

R-pd.22.6

Bij het implementeren van een zoekmachine op de website: gebruik ‘slimme’ zoektechnologie die rekening houdt met bijvoorbeeld spelfouten, soortgelijke zoektermen, en termen in meervoud en enkelvoud.

R-pd.22.7

Geef een overzichtelijke lijst van de meest relevante zoekresultaten. Teveel zoekresultaten kosten bezoekers veel tijd om de gewenste informatie te vinden. Geef bezoekers mogelijkheden om zoekcriteria in te stellen, of zoekresultaten te ordenen.

R-pd.22.8

Geef bezoekers de mogelijkheid om fouten in de site te rapporteren.

R-pd.22.9

Maak gebruik van kleuren, iconen en tekstuele uitleg om de aandacht van de bezoeker voor een foutmelding te trekken en het probleem toe te lichten.

R-pd.22.10

Geef bezoekers mogelijkheden om informatie op alternatieve manieren te vinden. Bijvoorbeeld door het geven van een sitemap, zoekfuncties, of via een verzoek per e-mail, brief of telefoon.

Toelichting

Algemeen

Voor de publicatie van informatie op internet zijn de afgelopen tijd internationaal richtlijnen ontwikkeld door het World Wide Web Consortium (W3C). Deze richtlijnen betreffen ondermeer de opbouw van de website, de technische vormgeving van de website en de wijze waarop content aan de website wordt gekoppeld. Omdat toepassing van deze richtlijnen in de praktijk lastig bleek zijn in opdracht van het Ministerie van BZK, in samenwerking met Voorlichtingsraad, de zogeheten webrichtlijnen ontwikkeld. Webrichtlijnen vormen een ‘paraplustandaard’ die de belangrijkste specificaties voor de webinterface omvatten en de samenhang tussen die specificaties beschrijven. Websites gebouwd volgens deze webrichtlijnen voldoen aan de eisen voor de toegankelijkheid voor mensen met een functiebeperking (zoals uitgewerkt in het Waarmerk drempelvrij.nl), zijn toegankelijk voor alle gangbare zoektechnologieën en zijn, vanwege de gestructureerde opbouw, beter en goedkoper efficiënter te beheren. De webrichtlijnen zijn tevens een instrument voor goed opdrachtgeverschap.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Dit voorschrift geldt voor de Rijksdienst waartoe gerekend worden de ministeries met daaronder de ressorterende diensten, bedrijven en instellingen. De minister is verantwoordelijk voor de websites die onder zijn ministeriële verantwoordelijkheid vallen. De ministeries zijn zelf verantwoordelijk voor het aantonen van de conformiteit aan de webrichtlijnen. Om te controleren of een website voldoet aan de eisen voor toegankelijkheid en bouwkwaliteit zijn twee elkaar aanvullende onderzoeken nodig. Een toetsing conform de normen van het Waarmerk drempelvrij.nl, een handmatig onderzoek, dekt het aspect toegankelijkheid af. De Webrichtlijnentoets (http://webrichtlijnen.overheid.nl/toets), een geautomatiseerde meting, het aspect bouwkwaliteit. De combinatie van beide toetsingsinstrumenten geeft een betrouwbaar beeld van de mate waarin een website aan de Webrichtlijnen voldoet.

Het uitgebreidere overzicht van specificaties, richtlijnen en de handleiding staat op de website: http://webrichtlijnen.overheid.nl.

Artikel 2

Nieuwe websites van de rijksoverheid moeten vanaf 1 september 2006 bij oplevering voldoen aan de webrichtlijnen. Nieuwe websites mogen uitsluitend worden opengesteld voor gebruikers nadat door het verantwoordelijke ministerie is vastgesteld dat gebouwd is conform de Webrichtlijnen.

Bestaande websites van de rijksoverheid, voor zover deze nog niet voldoen aan de webrichtlijnen, zullen vanaf 1 september zo spoedig mogelijk binnen de normale vernieuwingscyclus van de websites doch uiterlijk 31-12-2010 moeten worden aangepast aan de webrichtlijnen. Door de aanpassing van de websites te koppelen aan vernieuwing of een nieuwe versie van de website, in combinatie met een juiste toepassing van de webrichtlijnen, kan de aanpassing zonder extra financiële inspanning worden gerealiseerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

Naar boven