Verhoging subsidieplafond 2006 en openstelling tweede inschrijvingsronde 2006 krachtens Regeling seed capital technostarters

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 10 juli 2006, nr. WJZ 6049388, tot verhoging van het subsidieplafond 2006 en tot openstelling van een tweede inschrijvingsronde voor het jaar 2006 krachtens de Regeling seed capital technostarters

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 5 en 6 van de Regeling seed capital technostarters;

Besluit:

Artikel 1

In artikel 3, eerste lid, van de Regeling tot vaststelling van enkele subsidieplafonds en tenderperioden voor het jaar 2006, wordt ‘€ 16.000.000,–’ vervangen door: € 23.000.000,–.

Artikel 2

Als tweede periode in 2006 voor het ontvangen van aanvragen om verstrekking van een geldlening op grond van de Regeling seed capital technostarters wordt vastgesteld de periode van 16 juli tot en met 15 oktober.

Artikel 3

1. Voor aanvragen die zijn ontvangen in de periode, genoemd in artikel 2, wordt het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies krachtens de Regeling seed capital technostarters vastgesteld op € 19.200.000,–.

2. Binnen dit plafond geldt als afzonderlijk plafond voor geldleningen ten behoeve van participaties ten aanzien van technostarters in de creatieve sectoren een bedrag van € 3.200.000,–.

3. Bij de verdeling van het beschikbare bedrag overeenkomstig artikel 8, vierde lid, van de Regeling seed capital technostarters wordt achtereenvolgens:

a. het bedrag dat op grond van het tweede lid is bestemd voor geldleningen ten behoeve van participaties ten aanzien van technostarters in de creatieve sectoren, verdeeld onder de desbetreffende aanvragen; en

b. het bedrag, genoemd in het eerste lid, verminderd met het bedrag, genoemd in het tweede lid, wordt verdeeld onder alle aanvragen, uitgezonderd de aanvragen die met toepassing van onderdeel a zijn toegewezen.

4. Als technostarter in de creatieve sectoren wordt aangemerkt een technostarter wiens onderneming activiteiten verricht die verband houden met cultuur, media, vormgeving of amusement.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 juli 2006.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, C.E.G. van Gennip.

Toelichting

I. Algemeen

Deze regeling dient ertoe nieuw budget beschikbaar te stellen voor het honoreren van aanvragen die in de eerste inschrijvingsronde zijn gedaan en voor een tweede inschrijvingsronde die later dit jaar plaats zal vinden, in het bijzonder voor de creatieve sectoren.

Het kabinet wil een actieve verbinding tussen economie en cultuur stimuleren, zo is uiteengezet in de brief Ons Creatieve Vermogen die onlangs aan het parlement is gezonden (Kamerstukken II 2004/05, 27 406, nr. 57). De zogenaamde ‘creative industries’ hebben een belangrijk economisch potentieel en verdienen daarom bijzondere aandacht. Voor startende ondernemers in de creatieve sectoren is de beperkte beschikbaarheid van financiële middelen een veelgehoord knelpunt. Met gebruikmaking van de bestaande Regeling seed capital technostarters kunnen financiële middelen specifiek naar de doelgroep in de creatieve sectoren geleid worden. In het kader van een pilot wordt in 2006 een inschrijvingsronde gehouden waarbij een bedrag van € 3.200.000,– is gereserveerd voor aanvragen betrekking tot financiering van de creatieve sectoren.

Omdat gebruik wordt gemaakt van de Regeling seed capital technostarters is deze regeling onverkort van toepassing. Dat betekent onder meer dat alleen subsidie wordt verstrekt voor de financiering van beginnende ondernemingen die technisch innovatief van aard zijn (technostarters) en dat aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de algemene criteria van de regeling. De subsidie wordt niet rechtstreeks aan ondernemingen verstrekt, maar aan fondsen die participaties nemen in ondernemingen van technostarters.

Deze regeling leidt niet tot extra administratieve lasten.

II. Artikelsgewijs

Artikel 1

In de Regeling Vaststelling subsidieplafonds en tenderperioden 2006 is bepaald dat het subsidieplafond voor het in 2006 verstrekken van geldleningen op grond van de Regeling seed capital technostarters met betrekking tot aanvragen, ontvangen in de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 maart 2006, € 16.000.000,– bedraagt. Onder de in deze periode ingediende aanvragen is er een aantal dat op zich kan worden toegewezen maar dat als gevolg van dit subsidieplafond niet gehonoreerd kan worden. In verband hiermee en omdat voor dit jaar een hoger bedrag beschikbaar is gekomen, wordt met deze regeling het subsidieplafond voor deze inschrijvingsronde verhoogd tot € 23.000.000,–. Aldus kan bij de toewijzing van aanvragen overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, derde lid, van de regeling rekening worden gehouden met het verhoogde subsidieplafond.

Artikel 2

In dit artikel is een tweede tenderperiode voor 2006 vastgesteld. Op grond van de regeling geldt als vaste tenderperiode de periode van 1 januari tot en met 31 maart.

Artikel 3

Op grond van het eerste lid wordt het subsidieplafond voor de tweede tender voor 2006 vastgesteld op € 19.200.000,–. In het tweede lid wordt vastgelegd dat een deel van de nieuw beschikbare middelen zijn geoormerkt ten behoeve van financieringen in de creatieve sectoren. De periode waarbinnen op aanvragen wordt beslist loopt door tot half januari 2007. Bijgevolg zal het verlenen van subsidies in het kader van de tweede tender eind 2006 of begin 2007 plaatsvinden.

Voor de verdeling van de beschikbare middelen geldt ten eerste dat een rangorde tussen de aanvragen wordt gemaakt zonder daarbij te onderscheiden naar de aard van de sectoren waar de aanvragen op betrekking hebben. Vervolgens worden op grond van het derde lid aanvragen met betrekking tot de financiering van technostarters in de creatieve sectoren zoveel mogelijk gehonoreerd uit de hiervoor beschikbare € 3.200.000,–. Daarna worden de resterende aanvragen, ongeacht of deze betrekking hebben op creatieve of op andere sectoren, zoveel mogelijk gehonoreerd uit het niet geoormerkte deel van het budget dat € 16.000.000,– bedraagt. Een aanvraag met betrekking tot de creatieve sectoren heeft in zoverre een tweede kans te worden gehonoreerd.

In het vierde lid is een nadere aanduiding gegeven van technostarters in de creatieve sectoren. Deze afbakening van de doelgroep is afgeleid van de omschrijving die in de voornoemde brief Ons Creatieve Vermogen wordt gegeven van ‘creative industries’. Zoals hieruit blijkt dient het begrip creativiteit breed te worden opgevat. Onder de sector cultuur kunnen worden begrepen beeldende en podiumkunsten, fotografie, litteratuur en architectuur; onder de sector media vallen in het bijzonder journalistiek, film, radio, televisie, internet en reclame; onder de sector vormgeving valt zowel industriële vormgeving en modeontwerp als grafische ontwerpen; onder de sector amusement vallen onder meer recreatiecentra, interactieve spellen e.d. Tevens is van belang dat niet is vereist dat technostarters zelf het scheppende werk doen. Ook ondernemingen die activiteiten ontplooien die in het verlengde van dit scheppende werk liggen – productie, distributie en detailhandel –, kunnen als technostarter in de creatieve sectoren worden aangemerkt. Het betreft bijvoorbeeld de reproductie en verkoop van CD’s en DVD’s, filmtheaters en reclamediensten, uiteraard voor zover deze activiteiten ook technisch innovatief van aard zijn en door een beginnende ondernemer worden verricht.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

C.E.G. van Gennip

Naar boven