Wijziging Regeling diervoeders
Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 29 juni 2006, nr. TRCJZ/2006/1341, houdende wijziging van de Regeling diervoeders, inzake de open declaratie bij mengvoeders en inzake het verbod op het gebruik van gehydrolyseerde eiwitten uit verenmeel
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op Richtlijn 2002/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot wijziging van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad betreffende het verkeer van mengvoeders en tot intrekking van Richtlijn 91/357/EEG van de Commissie (PbEG L 63);
Gelet op artikel 3 en 24 van het Besluit diervoeders;
Besluit:
Artikel I
De Regeling diervoeders1 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, onderdeel j, wordt het zinsdeel ‘aan landbouwhuisdieren’ vervangen door: aan landbouwhuisdieren met uitzondering van vleesetende pelsdieren.
B
In artikel 12 wordt na ‘eenvoudige bewerking ondergaan,’ ingevoegd: is bestemd voor huisdieren,.
C
Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. Er worden twee leden toegevoegd luidende:
2. Bij de aanduiding van de voedermiddelen in mengvoeders die bestemd zijn voor andere dieren dan huisdieren wordt van elk van die voedermiddelen het gewichtspercentage vermeld, waarmee het in het mengvoeder aanwezig is.
3. De aanduiding van de percentages, bedoeld in het tweede lid, mag 15% afwijken van het gewichtspercentage, waarmee het daadwerkelijk in het mengvoeder aanwezig is.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
De regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 29 juni 2006.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.
Toelichting
De onderhavige wijziging van de Regeling diervoeders1 strekt tot drie wijzigingen:
1. het verbod op het gebruik van gehydroliseerde eiwitten, afkomstig van veren;
2. de etiketteringsvoorschriften voor voedermiddelen voor huisdieren;
3. de etiketteringsvoorschriften voor mengvoeders voor andere dieren dan huisdieren.
Gebruik gehydroliseerde eiwitten, afkomstig van veren, in diervoeders
Het verbod op het gebruik in diervoeders van gehydroliseerde eiwitten, afkomstig van veren, is een nationaal verbod (artikel 4, onderdeel j, van de Regeling diervoeders) aanvullend op het Europees verbod2 op het gebruik in diervoeders van gehydroliseerde eiwitten, afkomstig van herkauwers, in het kader van de TSE-bestrijding.
Het aanvullende verbod is noodzakelijk voor de effectieve handhaving van het Europese verbod, omdat beide soorten gehydroliseerde eiwitten bij analyse niet van elkaar te onderscheiden zijn. Bij controle op een partij diervoeders waarin gehydrolyseerde eiwitten, afkomstig van veren, zijn verwerkt, kan daardoor niet worden nagegaan of de partij wel of niet vervuild is met gehydrolyseerde eiwitten, afkomstig van herkauwers.
Het nationale verbod op het gebruik van gehydroliseerde eiwitten, afkomstig van veren, geldt voor diervoeders voor landbouwhuisdieren in het algemeen, terwijl het Europese verbod zich beperkt tot diervoeders voor landbouwhuisdieren met uitzondering van voeders voor vleesetende pelsdieren. Het aanvullende verbod wordt beperkt tot diervoeders voor landbouwhuisdieren met uitzondering van diervoeders voor vleesetende pelsdieren, zodat de reikwijdte van beide verboden hetzelfde zijn.
Wijziging artikel 12 van de Regeling diervoeders
Artikel 12 van de Regeling diervoeders strekt tot de implementatie van artikel 6, eerste lid, van Richtlijn nr. 96/25/EG.3 Dat artikel bevat een uitzondering op de etiketteringsvoorschriften voor voedermiddelen ten aanzien van producten bestemd voor huisdieren. De uitzondering in artikel 12 van de Regeling diervoeders dient zich in dat geval eveneens te beperken tot producten bestemd voor huisdieren. Het artikel wordt dientengevolge aangepast.
Implementatie artikel 1, punt 4, van Richtlijn nr. 2002/2/EG4
In december vorig jaar heeft het Hof van Justitie van de Europese gemeenschappen zich uitgesproken over prejudiciële vragen die (onder andere door de Nederlandse rechter) waren gesteld ten aanzien van de rechtsgeldigheid van de zogeheten ‘open declaratie’-bepalingen uit Richtlijn nr. 2002/2/EG.5 In zijn uitspraak heeft het Hof één voorschrift disproportioneel geacht, maar de overige bepalingen van de richtlijn geldig verklaard..
De door het Hof rechtmatig verklaarde bepaling (artikel 1, punt 4, van Richtlijn nr. 2002/2/EG) wijzigt artikel 5quater van Richtlijn nr. 79/373/EG.6 Artikel 5quater vindt zijn implementatie in artikel 31 van de Regeling diervoeders. Met de onderhavige regeling worden de wijzigingen van Richtlijn nr. 2002/2/EG doorgevoerd in artikel 31 van de Regeling diervoeders.
Producenten van mengvoeders zijn verplicht om elk van de in een mengvoeder aanwezige voedermiddelen bij name te noemen op het etiket en om daarbij tevens het gewichtspercentage te noemen. Dit percentage staat voor het aandeel van het voedermiddel in het gewicht van het totale mengvoeder uitgedrukt in procenten. Het vermelde gewichtspercentage mag worden afgerond, mits de afwijking tussen het vermelde percentage en het exacte percentage niet meer bedraagt dan 15% van het exacte percentage. Op grond van het eerste lid van artikel 31 van de Regeling diervoeders dient de vermelding van de voedermiddelen in afnemende volgorde van grootte van het aandeel in het mengvoeder te worden vermeld. De volgorde dient daarbij te worden bepaald op basis van de vermelde percentages en niet op basis van de exacte percentages.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.P. Veerman