Vaststellingsregeling verdeelsleutels, bandbreedtes en bedragen 2006 Regeling bekostiging financieel toezicht

Regeling tot vaststelling voor 2006 van de verdeelsleutels, bandbreedtes en bedragen, bedoeld in de artikelen 14, tweede lid, 17, tweede lid, 19, tweede lid en 22, eerste en tweede lid, van de Regeling bekostiging financieel toezicht

12 juli 2006

Nr. FM 2006-01636 M

Directie Financiële Markten

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 42 van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 en de artikelen 14, tweede lid, 17, tweede lid, 19, tweede lid en 22, eerste en tweede lid, van de Regeling bekostiging financieel toezicht;

Besluit:

§ 1

Begrippen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de Autoriteit Financiële Markten: de Stichting Autoriteit Financiële Markten;

b. de Nederlandsche Bank: De Nederlandsche Bank N.V;

c. de regeling: de Regeling bekostiging financieel toezicht.

§ 2

Onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten staande instellingen

Artikel 2

Het minimumbedrag, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de regeling wordt, voor zover het onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten staande instellingen betreft, vastgesteld op:

a. € 5.000 voor beheerders die rechten van deelneming aanbieden in een beleggingsinstelling waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 5 van de Wet toezicht beleggingsinstellingen, niet zijnde beheerders als bedoeld onder 2°;

b. € 5.000 voor beheerders die rechten van deelneming aanbieden in een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 6 van de Wet toezicht beleggingsinstellingen, waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 5 van die wet;

c. € 0 voor beheerders waaraan een ontheffing is verleend als bedoeld in artikel 14a van de Wet toezicht beleggingsinstellingen;

d. € 0 voor beheerders als bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen die met inachtneming van dat artikel zijn overgegaan tot aanbieding van rechten van deelneming;

e. € 0 voor beheerders als bedoeld in artikel 17b, eerste lid, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen die met inachtneming van dat artikel zijn overgegaan tot aanbieding van rechten van deelneming;

f. € 0 voor beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 17c, tweede lid, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen die met inachtneming van dat artikel zijn overgegaan tot aanbieding van rechten van deelneming.

g. € 1.000 voor in Nederland gevestigde effecteninstellingen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 en die uitsluitend voor eigen rekening in of vanuit Nederland effectendiensten aanbieden of verrichten;

h. € 5.500 voor in Nederland gevestigde effecteninstellingen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 en die niet of niet uitsluitend voor eigen rekening in of vanuit Nederland effectendiensten aanbieden of verrichten;

i. € 5.500 voor in Nederland gevestigde kredietinstellingen of financiële instellingen die ingevolge artikel 7, tweede lid, aanhef en onder h, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 als effecteninstelling diensten mogen aanbieden of verrichten;

j. € 9.000 voor kredietinstellingen of financiële instellingen als bedoeld in artikel 18a van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

k. € 0 voor schadeverzekeraars;

l. € 0 voor levensverzekeraars;

m. € 0 voor natura-uitvaartverzekeraars;

n. € 0 voor pensioenfondsen;

o. € 0 voor instellingen als bedoeld artikel 13, onderdeel d, onder 3º, van de regeling, voor zover het betreft het toezicht op de naleving van artikel 47 van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

p. € 0 voor houders van effectenbeurzen als bedoeld in artikel 13, onderdeel c, van de regeling.

Artikel 3

De verdeelsleutels en bandbreedtes, bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de regeling, worden vastgesteld zoals opgenomen in bijlage I bij deze regeling.

Artikel 4

De hoogte van het bedrag, bedoeld in artikel 22, tweede lid, van de regeling wordt, voor zover het onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten staande instellingen betreft, vastgesteld op:

a. € 0 voor niet in Nederland gevestigde effecteninstellingen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 en die uitsluitend voor eigen rekening in of vanuit Nederland effectendiensten aanbieden of verrichten;

b. € 0 voor niet in Nederland gevestigde effecteninstellingen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 en die niet uitsluitend voor eigen rekening in of vanuit Nederland effectendiensten aanbieden of verrichten;

c. € 0 voor effecteninstellingen als bedoeld in artikel 7, tweede lid, aanhef en onder i, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 ten aanzien waarvan een kennisgeving is ontvangen overeenkomstig dat artikel;

d. € 0 voor effecteninstellingen als bedoeld in artikel 7, tweede lid, aanhef en onder j, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 die een kennisgeving hebben gezonden overeenkomstig dat artikel;

e. € 100 voor effecteninstellingen waarop een vrijstelling van toepassing is als bedoeld in artikel 12 van de Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995;

f. € 550 voor effecteninstellingen waarop een vrijstelling van toepassing is als bedoeld in artikel 14 van de Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995;

g. € 0 voor effecteninstellingen waarop een vrijstelling van toepassing is als bedoeld in artikel 15 van de Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995;

h. onverminderd onderdeel o, € 100 voor instellingen als bedoeld in artikel 13, onderdeel d, onder 1º, van de regeling;

i. onverminderd onderdeel p, € 200 voor instellingen als bedoeld in artikel 13, onderdeel d, onder 2º, van de regeling;

j. € 2.370 voor instellingen als bedoeld in artikel 13, onderdeel d, onder 3, van de regeling;

k. € 0 voor instellingen als bedoeld in artikel 13, onderdeel e, onder 1, van de regeling;

l. € 3.580 voor instellingen als bedoeld in artikel 13, onderdeel e, onder 2, van de regeling;

m. € 115 voor interprofessionele beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Vrijstellingsregeling Wet toezicht beleggingsinstellingen;

n. € 0 voor onderlinge waarborgmaatschappijen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van het Besluit vrijgestelde onderlinge waarborgmaatschappijen 1994;

o. € 750 voor instellingen als bedoeld in artikel 13, onderdeel d, onder 1º, van de regeling, voor zover het betreft het toezicht op de naleving van artikel 47 van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

p. € 365 voor instellingen als bedoeld in artikel 13, onderdeel d, onder 2º, van de regeling, voor zover het betreft het toezicht op de naleving van artikel 47 van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.

§ 3

Onder toezicht van de Nederlandsche Bank of de Pensioen- & Verzekeringskamer staande instellingen

Artikel 5

Het minimumbedrag, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de regeling wordt, voor zover het onder toezicht van de Nederlandsche Bank of de Pensioen- & Verzekeringskamer staande instellingen betreft, vastgesteld op:

a. € 1.000 voor beheerders als bedoeld in artikel 16, onderdeel a, onder 1 van de regeling;

b. € 1.000 voor beheerders als bedoeld in artikel 16, onderdeel a, onder 2 van de regeling;

c. € 0 voor beheerders als bedoeld in artikel 16, onderdeel a, onder 3 van de regeling;

d. € 0 voor beheerders als bedoeld in artikel 16, onderdeel a, onder 4 van de regeling;

e. € 0 voor beheerders als bedoeld in artikel 16, onderdeel a, onder 5 van de regeling;

f. € 0 voor beheerders als bedoeld in artikel 16, onderdeel a, onder 6 van de regeling;

g. € 1.000 voor effecteninstellingen als bedoeld in artikel 16, onderdeel b, onder 1 van de regeling;

h. € 1.500 voor effecteninstellingen als bedoeld in artikel 16, onderdeel b, onder 2 van de regeling;

i. € 0 voor geldtransactiekantoren;

j. € 681 voor verzekeraars.

Artikel 6

De verdeelsleutels en bandbreedtes, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de regeling, worden vastgesteld zoals opgenomen in bijlage II bij deze regeling.

Artikel 7

De hoogte van het bedrag, bedoeld in artikel 22, tweede lid, van de regeling wordt, voor zover het onder toezicht van de Nederlandsche Bank of de Pensioen- & Verzekeringskamer staande instellingen betreft, vastgesteld op € 0.

Artikel 8

De verdeelsleutel, bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de regeling wordt vastgesteld op:

a. 0,000325 voor de periode van 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2006;

b. 0,19 voor de periode van 1 juli 2006 tot en met 31 december 2006 voor zorgverzekeraars;

c. 0,000390 voor de periode van 1 juli 2006 tot en met 31 december 2006 voor verzekeraars niet zijnde zorgverzekeraars.

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 juli 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, G. Zalm.

Bijlage I, behorende bij artikel 3

Subcategorie

Maatstaf

Bandbreedte

Verdeelsleutel

Beheerders die rechten van deelneming aanbieden in een beleggingsinstelling

Het gezamenlijk balanstotaal van de beleggingsinstellingen waarover beheer wordt gevoerd

gedeelte balanstotaal

€ 0 t/m € 3.500.000

€ 25,10 per € 450.000 balanstotaal of een gedeelte daarvan

€ 10 per € 450.000 of een gedeelte daarvan

  

gedeelte balanstotaal

> € 3.500 mln t/m € 5.000 mln

 
  

gedeelte balanstotaal

> € 5.000 mln

€ 0

In Nederland gevestigde effecteninstellingen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 en die uitsluitend voor eigen rekening in of vanuit Nederland effectendiensten aanbieden of verrichten

Het aantal in Nederland werkzame personen dat door die instellingen belast is met het verrichten van transacties in effecten

1 persoon

€ 0 per persoon

  

> 1 persoon t/m 5 personen

€ 400 per persoon

  

> 5 personen

€ 450 per persoon

Effecteninstellingen als bedoeld in artikel 13, onderdeel b, onder 2 en 5

Het aantal effectenrekeningen bij of in beheer bij die instellingen

voor gedeelte effectenrekeningen van

0 t/m 10.000

€ 7,00 per effectenrekening

  

voor gedeelte effectenrekeningen

> 10 .000 t/m 20.000

€ 5,00 per effectenrekening

  

voor gedeelte effectenrekeningen

> 20.000 t/m 400.000

€ 1,20 per effectenrekening

  

voor gedeelte effectenrekeningen

> 400.000

€ 0,35 per effectenrekening

Houders van een effectenbeurs waaraan een erkenning is verleend als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995

Het aantal effectentransacties totstandgekomen op de effectenbeurs

het aantal transacties van 0 t/m

10.000

€ 50.000

  

het aantal transacties

> 10.000 t/m 250.000

€ 120.000

  

> 250.000 t/m 1.250.000

het aantal transacties

€ 240.000

  

het aantal transacties

> 1.250.000 t/m 10.000.000

€ 480.000

  

het aantal transacties

> 10.000.000

€ 830.000

Schadeverzekeraars

Het bruto premie-inkomen in Nederland

voor het gedeelte premie-inkomen

€ 0 t/m € 1.000.000

€ 2.400 voor effectentypisch gedragstoezicht

  

voor het gedeelte premie-inkomen

> € 1.000.000 t/m € 1 miljard

€ 7,50 per € 1 miljoen premie-inkomen of een gedeelte daarvan voor effectentypisch gedragstoezicht

  

voor het gedeelte premie-inkomen

> € 1 miljard

€ 0

Levensverzekeraars

Het bruto premie-inkomen in Nederland

voor het gedeelte premie-inkomen

€ 0 t/m € 1.000.000

€ 2.400 voor effectentypisch gedragstoezicht

  

voor het gedeelte premie-inkomen

> € 1.000.000 t/m € 500 miljoen

€ 23 per € 1 miljoen premie-inkomen of een gedeelte daarvan voor effectentypisch gedragstoezicht

  

voor het gedeelte premie-inkomen

> € 500 miljoen

€ 0

Natura-uitvaartverzekeraars

Het bruto premie-inkomen in Nederland

voor het gedeelte premie-inkomen € 0 t/m € 1.000.000

€ 2.400 voor effectentypisch gedragstoezicht

  

voor het gedeelte premie-inkomen

> € 1.000.000 t/m € 1 miljard

€ 7,50 per € 1 miljoen premie-inkomen of een gedeelte daarvan voor effectentypisch gedragstoezicht

  

voor het gedeelte premie-inkomen > € 1 miljard

€ 0

Pensioenfondsen

Het beheerd vermogen

bij beheerd vermogen van € 0 t/m

€ 100 miljoen

€ 3.700

  

bij beheerd vermogen van > € 100

miljoen t/m € 1 miljard

€ 7.400

  

bij beheerd vermogen van

> € 1 miljard t/m € 5 miljard

€ 22.500

  

bij beheerd vermogen van

> € 5 miljard

€ 41.000

Instellingen als bedoeld in artikel 13 onderdeel d onder 3 van de regeling, voor het toezicht op de naleving van de verplichting bedoeld in artikel 47 van de Wet toezicht effectenverkeer 1995

De gemiddelde marktkapitalisatie over de eerste drie maanden van het lopende kalenderjaar

Bij een gemiddelde marktkapitalisatie van € 0 t/m € 500 miljoen

€ 3.400

  

Bij een gemiddelde marktkapitalisatie van

> € 500 miljoen t/m € 6.500 miljoen

€ 10.700

  

Bij een gemiddelde marktkapitalisatie van > € 6.500 miljoen

€ 22.000

Bijlage II, behorende bij artikel 6

Subcategorie

Maatstaf

Bandbreedte

Verdeelsleutel

Beheerders die rechten van deelneming aanbieden in een beleggingsinstelling

Het gezamenlijke balanstotaal van de beleggingsinstellingen waarover beheer wordt gevoerd

voor gedeelte balanstotaal

€ 0 t/m € 5 miljard

voor gedeelte balanstotaal

> € 5 miljard

€ 4,45 per € 450.000

balanstotaal of een gedeelte daarvan

€ 0

Effecteninstellingen als bedoeld in artikel 16, onderdeel b, onder 1 van de Regeling

Het aantal in Nederland werkzame personen dat door die instellingen belast is met het verrichten van transacties in effecten

  

0 t/m 10 werkzame handelaren belast met het verrichten van transacties in effecten

€ 625 per persoon

  

> 10 werkzame handelaren belast met het verrichten van transacties in effecten

€ 375 per persoon

Effecteninstellingen als bedoeld in artikel 16, onderdeel b, onder 2 van de Regeling

Het aantal effectenrekeningen bij of in beheer bij een effecteninstelling

voor gedeelte effectenrekeningen

0 t/m 150

€ 15 per effectenrekening

  

voor gedeelte effectenrekeningen

>150 t/m 500

€ 14 per effectenrekening

  

voor gedeelte effectenrekeningen

>500 t/m 5.000

€ 13 per effectenrekening

  

voor gedeelte effectenrekeningen

> 5.000

€ 12 per effectenrekening

Geldtransactiekantoren

De totale waarde van de geldtransacties, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet inzake de geldtransactiekantorenover een periode van 12 maanden, die geldtransactiekantoren ten behoeve van cliënten uitvoeren

voor gedeelte waarde geldtransacties

€ 0 t/m € 10.000.000

€ 0

  

voor gedeelte waarde geldtransacties

> € 10.000.000 t/m € 100.000.000

€ 0

  

voor gedeelte waarde geldtransacties

> € 100.000.000

€ 0

Toelichting

Algemeen

Op 1 januari 2004 is het nieuwe stelsel voor de financiering van het financieel toezicht1 in werking getreden. Voor een nadere toelichting op het nieuwe stelsel wordt kortheidshalve verwezen naar de toelichting bij de Regeling bekostiging financieel toezicht.

In deze regeling zijn de bedragen, verdeelsleutels en bandbreedtes vastgesteld als bedoeld in artikel 11, eerste lid, 14, tweede lid, 17, tweede lid 19, tweede lid, en 22, eerste en tweede lid, van de Regeling bekostiging financieel toezicht voor het jaar 2006. De bedragen, verdeelsleutels en bandbreedtes zijn gebaseerd op voorstellen van de Autoriteit Financiële Markten (hierna: de AFM) en De Nederlandsche Bank (hierna: DNB). Deze regeling brengt geen nieuwe administratieve lasten voor het bedrijfsleven met zich mee.

AFM

De tarieven zijn vastgesteld op basis van de begroting van de AFM voor het jaar 2006 en verrekening van het exploitatiesaldo zoals opgenomen in de jaarrekening van de AFM over het jaar 2005. Voor de tarieven geldt dat er een vast tarief per instelling of een basistarief verhoogd met een variabel tarief op basis van de maatstaf in rekening wordt gebracht.

Voor beleggingsinstellingen is het basistarief ten opzichte van het tarief in 2005 verlaagd van € 6.000,– naar € 5.000,–. De maatstaf voor de beheerders van beleggingsinstellingen voor het variabele tarief is met ingang 2006 gewijzigd van ‘het balanstotaal per beleggingsfonds’ in 2005 naar ‘het gezamenlijke balanstotaal van beleggingsinstellingen waarover beheer wordt gevoerd’. Dit houdt verband met de wijziging van de Wet toezicht beleggingsinstellingen.

In 2006 zijn de categorieën kredietinstellingen en effecteninstellingen voor de heffingen samengevoegd tot één categorie effectenbemiddelaars en is de gezamenlijke maatstaf vastgesteld op het aantal effectenrekeningen bij of in beheer bij de instelling. Deze samenvoeging heeft in overleg met de vertegenwoordigers van de branche geleid tot het hanteren van nieuwe bandbreedtes. In verband met verrekening van het exploitatiesaldo over 2005 stijgen de tarieven waarbij ernaar gestreefd is de kleine instellingen, waaronder vooral de effecteninstellingen, zoveel mogelijk te ontzien. Dit laatste omdat voor deze categorie de tarieven in 2005 ten opzichte van 2004 al aanzienlijk waren gestegen. Voor de effecteninstellingen zonder publieksfunctie is weer een tarief vastgesteld. Als gevolg van een exploitatieoverschot uit 2004 was het tarief in 2005 vastgesteld op € 0,–

In 2006 is voor de cliëntenremisiers een vast tarief per instelling vastgesteld van € 100,–. In 2005 was het tarief voor deze categorie op € 0,– gesteld omdat het daadwerkelijk te heffen bedrag verwaarloosbaar was, het kleine tekort wat vervolgens is ontstaan wordt in dit jaar verdisconteerd.

In 2005 is voor beurshouder een tariefstructuur geïntroduceerd die voor 2006 ongewijzigd blijft. De tarieven zijn in 2006 verlaagd als gevolg van een te verrekenen exploitatieoverschot uit 2005.

De tariefstructuur voor de categorieën binnen het effectentypische gedragstoezicht is in 2006 ongewijzigd ten opzichte van 2005. Vanaf 2006 is de categorie natura-uitvaartverzekeraars opgenomen in de categorie schadeverzekeraars. De tarieven voor het effectentypische gedragstoezicht voor de beleggingsinstellingen, kredietinstellingen zonder effectendiensten, levensverzekeraars en schadeverzekeraars zijn ten opzichte van de tarieven voor 2005 verlaagd vooral als gevolg van verrekening van exploitatieoverschotten uit 2005. De basistarieven zijn gelijk gebleven. In 2005 zijn de exploitatietekorten uit voorgaande jaren in overleg met de branche niet volledig verrekend. De tarieven voor de pensioenfondsen zijn nu licht gestegen omdat in overleg met vertegenwoordigers van de branche ervoor gekozen is om het resterende exploitatietekort uit voorgaande jaren conform de regelgeving in 2006 geheel te verrekenen.

Voor de financiering van het toezicht op de naleving van de regels inzake marktmisbruik zijn voor de categorieën effectenuitgevende instellingen in 2006 voor het eerst tarieven vastgesteld. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt naar instellingen die aandelen uitgeven, schuldpapier en beleggingsmaatschappijen. Voor wat betreft het toezicht op de naleving van artikel 47 van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 is als maatstaf de gemiddelde marktkapitalisatie over de eerste drie maanden van 2006 genomen. Voor de overige tarieven zijn vaste tarieven per instelling vastgesteld waarbij wijzigingen vooral een gevolg zijn van verrekening van exploitatieverschillen uit 2005.

DNB

Ten aanzien van de beleggingsinstellingen en effecteninstellingen die onder het toezicht van DNB staan, zij opgemerkt dat bij de totstandkoming van de Regeling bekostiging financiering toezicht, DNB in overleg met AFM en de representatieve organisaties heeft voorgesteld voor wat betreft de maatstaven aan te sluiten bij de maatstaven die AFM hanteert. De bedragen en tarieven zijn in nauw overleg met de representatieve organisaties vastgesteld, waarbij is gestreefd naar een evenwichtige heffingssystematiek. De instellingen onder toezicht van DNB zijn in de artikelen 15 en 16 van de Regeling bekostiging financieel toezicht onderverdeeld in (sub)categorieën. Voor deze categorieën en subcategorieën zijn in de artikelen 5 tot en met 7 van deze regeling bedragen en verdeelsleutels opgenomen.

Artikel 7 betreft de drie subcategorieën van effecteninstellingen als bedoeld in artikel 16, onderdelen c tot en met e, van de Regeling bekostiging financieel toezicht. Opgemerkt wordt dat de toezichtinspanning van DNB ten aanzien van die subcategorieën zodanig beperkt van omvang is dat de kosten per instelling nihil zijn. Daarom zijn de desbetreffende bedragen vastgesteld op € 0.

Het nieuwe zorgstelsel heeft tot gevolg gehad dat de voormalige ziekenfondsen ook onder toezicht van DNB zijn komen te staan. Hun intrede in de categorie van verzekeraars heeft echter een verschuiving tot gevolg gehad die de verhoudingen binnen deze categorie tussen zorgverzekeraars en andersoortige verzekeraars drastisch heeft doen veranderen. In overleg met de branchevertegenwoordiging is daarom besloten om de zorgverzekeraars te onderscheiden van de andersoortige verzekeraars en per 1 juli 2006 op te nemen als aparte subcategorie in de Regeling bekostiging financieel toezicht. Er geldt nu over de tweede helft van 2006 een apart tarief voor de zorgverzekeraars voor zover deze onder toezicht van DNB staan. Ten aanzien van de eerste helft van 2006 wordt dit onderscheid niet gemaakt.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven