Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| overig | Staatscourant 2006, 132 pagina 11 | Besluiten van algemene strekking |
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Printen
Delen
Bekendmaking Tripartiete Overeenkomst tussen de Raad voor Accreditatie, de Stichting Bouwkwaliteit en de Minister van VROM
Onder verwijzing naar de wijziging van de Regeling Bouwbesluit 2003, onderdelen J, K, L en M van artikel I, zoals gepubliceerd in de Stcrt. 2005, 163 maakt de Minister van VROM de op 30 mei 2006 ondertekende tripartiete-overeenkomst tussen de raad voor Accreditatie, de Stichting Bouwkwaliteit en het Ministerie van VROM bekend, inclusief bijbehorende reglementen en procedures, terzake van de stelselerkenning voor de certificatie van bouwproducten en bouwprocessen.
Tripartiete Overeenkomst tussen de Raad voor Accreditatie, de Stichting Bouwkwaliteit en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
De Stichting Raad voor Accreditatie, hierna RvA ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeur, de heer ir. J.C. van der Poel;
de Stichting Bouwkwaliteit, hierna SBK ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar voorzitter gen.maj. (b.d.) J.J. de Vos;
en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, hierna de Minister, handelend in haar hoedanigheid van bestuursorgaan en in haar hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden.
Overwegende dat
- de Minister heeft besloten tot een stelselherziening van kwaliteitsverklaringen voor de bouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder j, van de Woningwet volgens de Toezichtondersteuningsvariant overeenkomstig het Kabinetsstandpunt Normalisatie en certificatie;
- de hierboven bedoelde kwaliteitsverklaringen worden afgegeven op basis van een door de Minister erkend stelsel van kwaliteitsverklaringen voor de bouw;
- de voorwaarden waaronder kwaliteitsverklaringen binnen dit stelsel kunnen worden afgegeven, overeenkomstig het Bouwbesluit 2003 en de Regeling Bouwbesluit 2003 moeten worden vastgelegd in een overeenkomst, die wordt gepubliceerd in de Staatscourant;
- tussen de Minister, de RvA en de SBK afspraken moeten worden gemaakt over de coördinatietaken voor kwaliteitsverklaringen die worden afgegeven binnen het erkende stelsel
komen het volgende overeen:
1. In deze overeenkomst worden in het kader van de stelselerkenning onder kwaliteitsverklaringen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder j, van de Woningwet, verklaringen van conformiteit begrepen, die een aansluiting hebben aan de Nederlandse bouwregelgeving en worden afgegeven door
a. conformiteitverklarende instellingen voor producten, processen of diensten voor de bouw;
b. bedrijven of aangemelde instanties, voorzover die verklaringen van conformiteit vallen onder richtlijn bouwproducten (89/106/EEG).
2. Onverminderd het eerste lid worden onder erkende kwaliteitsverklaringen, als bedoeld in artikel 1.6 van het Bouwbesluit 2003, verklaringen van conformiteit begrepen, die worden afgegeven door geaccrediteerde conformiteitverklarende instellingen overeenkomstig artikel 4, tweede lid, waarbij de aansluiting aan de Nederlandse bouwregelgeving deel uitmaakt van die verklaringen van conformiteit.
3. De Minister wijst de SBK aan als coördinerende instelling voor de toetsing en de publicatie van verklaringen als bedoeld in het eerste en tweede lid.
4. Verklaringen van conformiteit mogen van een onderscheidend merkteken worden voorzien.
1. De RvA accrediteert en houdt toezicht op de onpartijdigheid, onafhankelijkheid en competentie van de conformiteitverklarende instellingen voor het afgeven van erkende kwaliteitsverklaringen in de bouw op basis van
a. EN 45000 normenserie en ISO 17000 normenserie;
b. de in artikel 4, tweede lid, genoemde criteria voor erkende kwaliteitsverklaringen.
2. In geval een niet-geaccrediteerde conformiteitverklarende instelling een aanvraag indient voor plaatsing van haar verklaringen van conformiteit op de in artikel 6, vierde lid, bedoelde lijst, beoordeelt de RvA of één van haar EA-MLA partners of de onpartijdigheid, onafhankelijkheid en competentie van deze instelling gelijkwaardig is aan de accreditatie als bedoeld in het eerste lid, onder 1.
3. Indien op de in het tweede lid bedoelde aanvraag negatief is beslist en deze aanvraag afkomstig is van een instelling, waarvan de afgegeven verklaringen van conformiteit krachtens EG recht of internationale overeenkomsten dienen te worden erkend, beslist de Minister.
1. De RvA informeert de Minister jaarlijks over de bevindingen van controles en afwijkingen met betrekking tot de in artikel 2, eerste lid en artikel 5, derde lid, van deze overeenkomst genoemde taken.
2. De SBK informeert de Minister jaarlijks over de bevindingen van de in de artikelen 4, 5 en 6 genoemde taken.
3. De RvA en de SBK voeren zo nodig twee à drie maal jaarlijks overleg met elkaar inzake voor erkende kwaliteitsverklaringen relevante accreditatieaspecten.
1. De SBK publiceert de verklaringen van conformiteit als bedoeld in artikel 1, eerste lid, indien deze met positief gevolg zijn getoetst op de aansluiting van die verklaringen aan de Nederlandse bouwregelgeving.
2. De SBK publiceert de erkende kwaliteitsverklaringen als bedoeld in artikel 1, tweede lid , indien deze verklaringen met positief gevolg zijn getoetst op:
a. de aansluiting aan de Nederlandse bouwregelgeving;
b. het niet strijdig zijn met Europese geharmoniseerde specificaties;
c. de criteria voor het publieke deel van kwaliteitsverklaringen.
1. De SBK stelt op verzoek van de Minister ter uitvoering van de in artikel 4, eerste lid en tweede lid, onder a en b, genoemde taak een toetsingscommissie Bouwbesluit in.
2. De in artikel 4, tweede lid, onder c, genoemde taak wordt - onder coördinatie van de SBK - uitgevoerd door een breed samengestelde harmonisatiecommissie.
3. De RvA toetst met een frequentie van ten hoogste eenmaal per 2 jaar of de in het tweede lid bedoelde commissie is samengesteld uit een evenredige en relevante vertegenwoordiging van bij de bouwsector betrokken partijen.
4. De Minister publiceert de reglementen van de in het eerste en tweede lid genoemde commissies in de Staatscourant.
5. De SBK zorgt ervoor dat bij de beoordeling of verklaringen van conformiteit als bedoeld in artikel 1, eerste en tweede lid, kunnen worden gepubliceerd, geen gedeponeerde keurmerken worden gediscrimineerd met in achtneming van het gestelde in artikel 1, vierde lid.
1. De procedure voor bedrijven of instellingen die hun verklaringen van conformiteit willen laten publiceren als bedoeld in artikel 1, eerste en tweede lid, wordt bekend gemaakt in de Staatscourant.
2. In de procedure als bedoeld in het eerste lid, zijn tevens de harmonisatievoorwaarden voor de toegang tot het Stelsel begrepen, voor zover het de erkende kwaliteitsverklaringen betreft.
3. Verklaringen van conformiteit die met positief gevolg zijn getoetst overeenkomstig artikel 4, eerste lid, worden door de SBK geplaatst op de ‘Lijst van conformiteitverklaringen’.
4. Verklaringen van conformiteit die met positief gevolg zijn getoetst overeenkomstig artikel 4, tweede lid, worden door de SBK geplaatst op de ‘Lijst van erkende kwaliteitsverklaringen’.
5. Bij zwaarwegende signalen omtrent de betrouwbaarheid van een verklaring van conformiteit ter zake van de in artikel 4, eerste en tweede lid, bedoelde criteria kan de SBK na advies van de Toetsingscommissie de publicatie van die verklaring voor een periode van twee maanden opschorten. De SBK licht de RvA en de betreffende conformiteitverklarende instelling hierover in. Binnen genoemde periode besluit de conformiteitverklarende instelling in overleg met de RvA of de verklaring blijvend van de lijst moet worden afgevoerd.
6. Tegen opschorting van publicatie als bedoeld in het vijfde lid of een negatieve beslissing op een aanvraag voor publicatie, ter zake van de in artikel 4, eerste en tweede lid bedoelde criteria, kan de aanvrager beroep aantekenen bij het College van Beroep van de SBK. Het Reglement van dit College wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
Voor het goed functioneren van het stelsel van erkende kwaliteitsverklaringen voor de bouw, alsmede het continueren en handhaven ervan, zal VROM op basis van deze overeenkomst afspraken maken over een structurele bijdrage in de kosten van het stelsel. Voor de jaren daarna zullen, mede op basis van de evaluatie als vermeld in artikel 8, afspraken over de financiering van het stelsel worden gemaakt, in principe voor periodes van vier jaar.
Binnen vier jaar na inwerkingtreding van deze overeenkomst doet de Minister een evaluatieonderzoek naar de werking van het stelsel van erkende kwaliteitsverklaringen. De bevindingen worden openbaar gemaakt.
De overeenkomst kan door elk van de partijen schriftelijk worden opgezegd met inachtneming van een opzeggingstermijn van 12 maanden.
Ondertekend te Den Haag op 30 mei 2006.
De directeur van de
Raad voor Accreditatie,
J.C. van der Poel.
De voorzitter van de Stichting
Bouwkwaliteit,
J.J. de Vos.
De plaatsvervangend Directeur-Generaal
van het Directoraat-Generaal Wonen,
A.T. van Delden.
Reglement Toetsingscommissie Bouwbesluit van de Stichting Bouwkwaliteit
De Stichting Bouwkwaliteit stelt een Toetingscommissie Bouwbesluit (TCB) in. De Toetsingscommissie Bouwbesluit heeft tot doel het beoordelen van normatieve documenten op basis waarvan verklaringen van conformiteit worden afgegeven, die uitspraken doen over het voldoen aan de wet- en regelgeving voor gebouwen en bouwwerken. De commissie toetst daarvoor onderstaande documenten op relevantie, volledigheid en juistheid met betrekking tot de bouwregelgeving alsmede op eventuele strijdigheid met Europese geharmoniseerde normen en goedkeuringsrichtlijnen.
• Een verklaring van conformiteit. Dit kan zijn een conformiteitverklaring of een conformiteitcertificaat als bedoeld in de Richtlijn Bouwproducten en/of een kwaliteitsverklaring als bedoeld in de Woningwet en het Bouwbesluit.
• Het normatieve document. Dit kunnen zijn CUR-richtlijnen, hEN en NEN-normen, ETA’s, NTA’s, BRL-en vastgesteld door een College van Deskundigen etc.
• De aansluiting. Dit is de omschrijving op productniveau van de wijze waarop een verklaring van conformiteit aansluit op de bouwregelgeving.
• De bouwbesluitingang. Dit is een tabel met daarin aangegeven welke eisen uit het Bouwbesluit van toepassing zijn, de bijbehorende grenswaarden/bepalingsmethoden en de prestaties van het product. Het vat daarmee de aansluiting samen.
Voor alle genoemde verklaringen van conformiteit geldt dat de aansluiting de relatie aangeeft tussen de verklaring en de prestatie-eisen die het Bouwbesluit stelt aan een gebouw of bouwdeel. In de Aansluiting wordt per van toepassing zijnd voorschrift uit het Bouwbesluit aangegeven wat in de verklaring van conformiteit opgenomen is als bewijs dat voor het betreffende aspect aan de prestatie-eisen van het Bouwbesluit wordt voldaan.
In de aansluiting wordt verwezen naar de in het Bouwbesluit benoemde bepalingsmethoden. Wanneer een gelijkwaardige methode gebruikt wordt, wordt dat met een standaard formulering aangegeven. Een gelijkwaardige methode levert resultaten die tenminste gelijk zijn aan de bepalingsmethode, waar in de bouwregelgeving naar wordt verwezen.
Artikel 1 Verantwoordelijkheden
1. SBK benoemt de Toetsingscommissie Bouwbesluit (commissie) en faciliteert deze commissie.
2. De commissie is onafhankelijk in zijn beoordeling.
Artikel 2 Doel Toetsingscommissie Bouwbesluit
1. De commissie stelt het format en de eisen aan de inhoud van de aansluiting en de bouwbesluitingang op het niveau van het normatieve document vast.
2. De commissie toetst daarbij:
a. of de aansluiting op het Bouwbesluit juist en volledig is opgesteld en niet strijdig is met Europese technische specificaties;
b. of in het format voor de Bouwbesluitingang die wordt toegevoegd aan de verklaring van conformiteit, de juiste en volledige prestatie-eisen, bepalingsmethoden en grenswaarden van het Bouwbesluit zijn vermeld;
c. bij CE-gemarkeerde producten en kwaliteitsverklaringen die buiten het erkende stelsel vallen, of de informatie op de verklaring van conformiteit ten aanzien van de prestaties van het product/toepassingen is opgesteld volgens de in de aansluiting en bouwbesluitingang vastgelegde specificaties.
3. De commissie adviseert de Harmonisatie Commissie Bouw over de in lid 1, 2 en 3 genoemde toetsen voor zover het erkende kwaliteitsverklaringen betreft ten behoeve van de aanvaarding van aan de Harmonisatie Commissie Bouw voorgelegde BRL-en en daarbij behorende aansluitingen;
1. De commissie doet gevraagd en ongevraagd onderzoek naar:
a. strijdigheid van een BRL voor het publieke deel met bestaande BRL-en;
b. juistheid, volledigheid en betrouwbaarheid van de aansluiting en de bouwbesluitingang met betrekking tot het voldoen aan de van toepassing zijnde eisen van het Bouwbesluit;
c. mogelijke strijdigheid van een verklaring van conformiteit met Europese technische specificaties.
2. De commissie werkt op basis van vaste procedures en protocollen, die zodanig transparant zijn dat beslissingen reproduceerbaar zijn.
1. De commissie kan betrokkenen om nadere informatie verzoeken en deze in de toetsing van de normatieve documenten en de aansluitingen betrekken.
2. De commissie kan het secretariaat opdracht geven op basis van een eigen waarneming, van een klacht van derden of een verzoek op basis van gelijkwaardigheid onderzoek te (laten) doen en hierover aan de commissie te rapporteren.
3. De commissie kan opdracht geven tot een steekproefsgewijs onderzoek naar de toepassing van verklaringen van conformiteit in relatie tot genoemde onderzoeksvragen.
4. De commissie kan voor de uitwerking van specifieke problemen in overleg met SBK een werkgroep op ad-hoc basis instellen, waarbij in de werkgroep, afhankelijk van het onderwerp, grondige kennis aanwezig dient te zijn van één of meer van de volgende vijf aspecten van de bouwregelgeving:
a. Constructief
b. Brandveiligheid
c. Bouwfysica
d. Installaties
e. Milieu.
1. De commissie bestaat uit deskundigen, die inzicht hebben in het proces en de betekenis van certificeren in de bouwsector en die kennis hebben van het Bouwbesluit in het algemeen en één of meer aspecten in het bijzonder.
2. De commissie bestaat uit vijf leden en een secretaris, waarvan:
a. Een onafhankelijke voorzitter;
b. Eén lid met een brede kennis van de bouw;
c. Eén lid met grondige juridische kennis op terrein van het bouwen;
d. Twee leden met grondige technische kennis op terrein van regelgeving en normering.
e. Een secretaris vanuit SBK.
3. Minimaal twee leden zijn niet gebonden aan een bedrijf dat als doelstelling heeft het behalen van winst m.b.v. producten, diensten of processen ten behoeve van verwerking in de bouw.
1. SBK benoemt de voorzitter en de leden van de commissie in overleg met de vertegenwoordiger in de Harmonisatie Commissie Bouw van het ministerie van VROM en de voorzitters van Harmonisatie Commissie Bouw en de Toetsingscommissie.
2. De leden van de commissie hebben zitting gedurende maximaal vier jaar. Zij kunnen te allen tijde worden herbenoemd voor een tweede zittingsperiode van vier jaar.
3. De commissie stelt een rooster van aftreden vast.
Artikel 7 Afgifte verklaringen
1. De commissie verklaart aan de aanvrager op basis van de toets van het format van de aansluiting of de verklaring van conformiteit aansluit op de bouwregelgeving.
2. De commissie adviseert de indiener van een normatief document met een aansluiting tot bijstelling daarvan als uit de toets, op basis van steekproefonderzoek of op basis van een klacht dit noodzakelijk blijkt te zijn.
3. De commissie kan zo nodig SBK adviseren de publicatie van verklaringen van conformiteit en erkende kwaliteitsverklaringen op de websites van SBK op te schorten overeenkomstig de procedure als genoemd in artikel 6, vijfde lid van de tripartiete overeenkomst.
4. Indien de commissie niet akkoord is met de aanvraag informeert zij de indiener met redenen omkleed dat en waarom een ter toetsing voorgelegde normatief document en de aansluiting niet, niet volledig dan wel niet juist aansluit aan de relevante eisen van het Bouwbesluit.
5. De mogelijkheid bestaat om tegen de verklaring van de commissie in beroep te gaan bij een College van Beroep en Bezwaar.
1. De leden van de commissie besluiten in unanimiteit. Indien geen unaniem standpunt bereikt kan worden, kan de voorzitter besluiten tot het houden van een stemming.
2. Besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen van de aanwezige leden, mits minimaal de helft van de leden aanwezig is.
3. De commissie kan ook buiten de vergadering besluiten nemen, mits alle leden in de gelegenheid zijn schriftelijk hun mening te uiten. Hiervoor zal in beginsel een termijn van twee weken worden aangehouden. De meerderheid van de aangeleverde stemmen is bepalend voor het besluit.
4. Het stemrecht is voorbehouden aan de voorzitter en de leden van de commissie.
5. Genomen besluiten zijn openbaar en worden schriftelijk medegedeeld aan de belanghebbende(n).
6. De commissie komt ieder kalenderjaar ten minste drie maal bijeen.
1. De commissie rapporteert jaarlijks aan SBK over de verrichte werkzaamheden.
2. SBK zendt deze rapportage door naar de Raad voor Accreditatie en het ministerie van VROM.
1. Reglement en Adviezen van de commissie zijn openbaar.
2. De leden van de commissie, de secretaris en de adviseurs verplichten zich geheimhouding te betrachten betreffende alle vertrouwelijke informatie die hun ter beschikking wordt gesteld of op een andere wijze in de vergadering aan de orde komt.
De Commissie beschikt over een jaarlijks toegekend budget.
Artikel 12 Wijziging Reglement
1. SBK wijzigt na overleg met de Commissie en de Harmonisatie Commissie Bouw het Reglement.
2. Aanpassingen dienen vooraf akkoord te worden bevonden door het ministerie VROM.
Reglement Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit
Beoordelingsrichtlijnen (BRL-en) voor de afgifte van verklaringen van conformiteit kunnen ter aanvaarding aan de Harmonisatie Commissie Bouw (HCB) van Stichting Bouwkwaliteit (SBK) worden aangeboden. In het geval dat er een relatie is met de relevante Nederlandse bouwregelgeving kan de BRL-en worden aangeboden voor de afgifte van erkende kwaliteitsverklaringen voor het publieke deel van de BRL. Deze BRL-en worden eerst getoetst door de Toetsingscommissie Bouwbesluit (TCB) en/of de Toetsingscommissie Bouwstoffenbesluit.
De Harmonisatie Commissie Bouw (HCB) toetst de BRL-en op de afspraken inzake het tot stand komen van voor Nederland geharmoniseerde BRL-en voor de bouwsector. Op basis van deze geharmoniseerde BRL-en kunnen erkende kwaliteitsverklaringen worden afgegeven door geaccrediteerde conformiteitverklarende instellingen.
De Harmonisatie Commissie Bouw aanvaardt BRL-en die voldoen aan de eisen van het Erkende stelsel zoals die zijn vastgelegd in de Tripartiete overeenkomst tussen VROM, de RvA en SBK. Na aanvaarding door de Harmonisatie Commissie Bouw krijgt een BRL de status van een voor Nederland geharmoniseerde Beoordelingsrichtlijn.
De HCB kan ook BRL-en aanvaarden, die grondslag zijn voor de erkenning van individuele kwaliteitsverklaringen voor het Bouwstoffenbesluit. Voorwaarde voor deze erkenning is een positief advies van de Toetsingscommissie Bouwstoffenbesluit (TCBsB).
In de bouwregelgeving is vastgelegd dat erkende kwaliteitsverklaringen worden geacht te voldoen aan de voorschriften van het Bouwbesluit, voor zover die kwaliteitsverklaringen daar een uitspraak over doen. Gemeenten dienen deze erkende kwaliteitsverklaringen te accepteren als voldoende bewijs, waardoor toetsing in het kader van de bouwvergunningsprocedure achterwege kan blijven.
Artikel 1 Verantwoordelijkheden
1. SBK benoemt de leden van een Harmonisatie Commissie Bouw (commissie) en faciliteert deze commissie.
2. De commissie is onafhankelijk in zijn besluitvorming.
Artikel 2 Doel Harmonisatie Commissie Bouw
1. De commissie heeft ten doel:
a. het harmoniseren van het publieke deel van beoordelingsrichtlijnen inclusief kwaliteitsbeoordelingen, in acht nemend de Europese geharmoniseerde technische specificaties;
b. het voorkomen van mededingings- en marktafschermende aspecten in beoordelingsrichtlijnen.
2. De commissie aanvaardt de door bouwpartijen gewenste geharmoniseerde grondslagen voor certificatie als voor Nederland geharmoniseerde beoordelingsrichtlijnen.
De commissie heeft tot taak:
1. Het vaststellen van de ‘Procedures en Eisen voor beoordelingsrichtlijnen en kwaliteitsverklaringen in de bouw’ (HCB document 2006-100) voor het publieke deel, welke SBK bindend verklaart;
2. Zorg te dragen dat bij het totstandkomen van BRL-en de vastgestelde procedures en eisen zijn gevolgd;
3. Het bereiken van consensus over de beoordelingsrichtlijnen en de daarvoor geldende criteria;
4. Het spelen van een bemiddelende rol indien er een conflict ontstaat omtrent geharmoniseerde BRL-en. Hierbij kan de commissie:
a. de betrokkenen bij een BRL om nadere informatie verzoeken;
b. voor de uitwerking van specifieke harmonisatieproblemen in overleg met SBK een Commissie van Vergelijk instellen op basis van een duidelijk omschreven opdracht.
5. Het beoordelen van de helderheid en herkenbaarheid van de titel van een BRL in relatie tot de scope van die BRL.
1. De commissie kan het secretariaat opdracht geven op basis van een eigen waarneming, van een klacht van derden of een verzoek van harmonisatie of marktafscherming, onderzoek te (laten) doen en hierover aan de commissie te rapporteren.
2. De commissie kan opdracht geven tot een steekproefsgewijs onderzoek naar de volledige en juiste toepassing van kwaliteitsverklaringen.
3. De commissie brengt advies uit aan SBK over het eventuele steekproefonderzoek, of over een klacht over een Beoordelingsrichtlijn respectievelijk een kwaliteitsverklaring inclusief een advies over te nemen sancties, het bijstellen van de Beoordelingsrichtlijn respectievelijk het advies om een kwaliteitsverklaring al dan niet te verwijderen van de lijst van erkende kwaliteitsverklaringen.
1. De commissie bestaat uit vertegenwoordigers namens regelgevers, opdrachtgevers, consumentenorganisaties, de bouwbedrijven, toeleveranciers, ontwerpers/adviseurs, installateurs, certificeringsinstellingen, normalisatie- en kennisinstituten.
2. De commissie bestaat uit de volgende leden en een secretaris
a. een onafhankelijke voorzitter;
b. maximaal 8 vertegenwoordigers van de bedrijfskolom;
c. maximaal 4 vertegenwoordigers van opdrachtgevers, regelgevers en toetsers/handhavers;
d. maximaal 2 vertegenwoordigers van instituten voor normalisatie, certificatie en onderzoek, gerelateerd aan het publieke deel;
e. maximaal 2 vertegenwoordigers van instituten voor normalisatie, certificatie en onderzoek, gerelateerd aan het private deel;
f. maximaal 2 vertegenwoordigers vanuit consumentenorganisaties.
3. De commissie kan, indien daar behoefte aan bestaat, deskundigen op een specifiek gebied uitnodigen om een gedeelte van één of meer van zijn vergaderingen bij te wonen. Deze personen hebben geen stemrecht ten aanzien van het nemen van besluiten en het geven van advies.
1. SBK benoemt de voorzitter en de leden van de commissie op voordracht van de betrokken organisaties en in overleg met de voorzitter van de commissie.
2. De leden van de commissie hebben zitting gedurende maximaal vier jaar. Zij kunnen te allen tijde worden herbenoemd voor een tweede zittingsperiode.
3. De commissie stelt een rooster van aftreden vast.
1. De leden van de commissie besluiten in unanimiteit. Indien geen unaniem standpunt bereikt kan worden, kan de voorzitter besluiten tot het houden van een stemming.
2. Besluiten worden genomen met tweederde meerderheid van stemmen van de aanwezige leden, mits minimaal de helft van de leden aanwezig is.
3. De commissie kan ook buiten de vergadering besluiten nemen, mits alle leden in de gelegenheid zijn schriftelijk hun mening te uiten. Hiervoor zal in beginsel een termijn van twee weken worden aangehouden. De meerderheid van de aangeleverde stemmen is bepalend voor het besluit.
4. Het stemrecht is voorbehouden aan de voorzitter en de leden van de commissie. Uitgezonderd van het stemrecht zijn de leden die een certificerende instelling vertegenwoordigen.
5. Genomen besluiten zijn openbaar en worden schriftelijk medegedeeld aan de belanghebbende(n) en aan de RvA.
6. De commissie komt ieder kalenderjaar ten minste drie maal bijeen.
Tegen de aanvaarding van een beoordelingsrichtlijn van de commissie bestaat de mogelijkheid om in beroep te gaan bij een Beroep- en Bezwaar College. De uitspraak van het College is bindend voor de betrokkenen.
1. De commissie rapporteert jaarlijks aan SBK over zijn werkzaamheden.
2. SBK zendt de rapportage naar het ministerie van VROM en de Raad voor Accreditatie.
1. Reglement, besluiten en adviezen van de commissie zijn openbaar.
2. De leden van de commissie, de voorzitter, de secretaris en de adviseurs verplichten zich geheimhouding te betrachten betreffende alle vertrouwelijke informatie die hun ter beschikking wordt gesteld of op een andere wijze in de vergadering aan de orde komt.
De Commissie beschikt over een jaarlijks toegekend budget.
Artikel 12 Wijziging Reglement
1. SBK wijzigt na overleg met de Commissie het Reglement. SBK informeert de RvA over die wijzigingen.
2. Aanpassingen dienen zo nodig akkoord te worden bevonden door het Ministerie van VROM.
Aanhangsel bij het Reglement van de Harmonisatie Commissie Bouw
1. De Harmonisatie Commissie Bouw kan ook BRL-en aanvaarden als geharmoniseerde Beoordelingsrichtlijn zonder advies van de Toetsingscommissie Bouwbesluit of Toetsingscommissie Bouwstoffenbesluit. In dat geval maken kwaliteitsverklaringen geen onderdeel uit van het erkende stelsel dan wel kunnen niet voorgedragen worden voor erkenning in het kader van het Bouwstoffenbesluit.
2. De Harmonisatie Commissie Bouw kan ook besluiten over de aanvaarding van de bouwspecifieke eisen in beoordelingsrichtlijnen die op vrijwillige basis worden toegepast ten behoeve van SBK gerelateerde keurmerken.
3. In beide gevallen is voor zowel het publieke als het private deel niet het in artikel 3 lid 1 genoemde Harmonisatie Commissie Bouw document 2006-100 van toepassing, maar het Harmonisatie Commissie Bouw document 2006-200.
4. BRL-en die worden aanvaard volgens het Harmonisatie Commissie Bouw document 2006-200 krijgen de benaming Nationale Beoordelingsrichtlijn.
Aanmelding bij de Stichting Bouwkwaliteit voor de aansluiting van een verklaring van conformiteit op het Bouwbesluit
Een conformiteitverklarende instelling (CI) of een andere rechtspersoon (bedrijven, instellingen, dan wel organisaties of bureaus) kan de Toetsingscommissie Bouwbesluit verzoeken een aansluiting van een verklaring van conformiteit op het Bouwbesluit inhoudelijk en procedureel te toetsen. Verklaringen van conformiteit kunnen zijn conformiteitverklaringen en conformiteitcertificaten zoals bedoeld in de Richtlijn Bouwproducten alsmede kwaliteitsverklaringen zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid onder j van de Woningwet, afgegeven door een geaccrediteerde certificeringinstelling. Hiervoor gelden de volgende regels:
1. Het verzoek wordt ingediend bij de Stichting Bouwkwaliteit (SBK) volgens de hiervoor geldende procedure zoals die is gepubliceerd op de website www. Bouwkwaliteit.nl van de Stichting bouwkwaliteit.
2. Dit verzoek kan betrekking hebben op de aansluiting van het normatieve document van een conformiteitverklaring, een conformiteitcertificaat, een kwaliteitsverklaring of een erkende kwaliteitsverklaring.
3. Per verzoek wordt een samenwerkingsovereenkomst afgesloten tussen SBK en de CI of rechtspersoon in samenhang met het type verklaring van conformiteit. Onderdeel van deze samenwerkingsovereenkomst zijn de eisen en procedures die moeten worden aangehouden t.b.v. de werkzaamheden van de Toetsingscommissie Bouwbesluit. Ook deze staan vermeld op genoemde website. Dat geldt ook voor het private deel van BRL-en.
4. Na ondertekening van het contract en de ontvangst van de benodigde stukken start de Toetsingscommissie Bouwbesluit haar werkzaamheden.
5. Uiterlijk zes weken na ontvangst geeft SBK uitsluitsel over de resultaten van de toetsing
6. Indien de Toetsingscommissie positief heeft beslist publiceert SBK het resultaat op haar website zoals voornoemd
7. Voor de werkzaamheden van de Toetsingscommissie Bouwbesluit en de Stichting Bouwkwaliteit alsmede het beheer van de website etc. is een kostendekkende vergoeding verschuldigd. Deze vergoeding vormt onderdeel van het af te sluiten contract.
8. CI’s kunnen bij SBK aanvullend een verzoek indienen voor het gebruik van SBK gerelateerde merken op de kwaliteitsverklaringen.
9. CI’s en / of rechtspersonen die reeds een licentieovereenkomst of een contract hebben met SBK t.b.v. het gebruik van SBK gerelateerde merken voor af te geven kwaliteitsverklaringen vallen buiten de in lid 8 genoemde aanmelding.
Reglement College van Beroep en Bezwaar van de Stichting Bouwkwaliteit
Artikel 1 Algemeen
Artikel 2 Samenstelling
Artikel 3 Instellen van beroep
Artikel 4 Waarborgsom
Artikel 5 Procedure voorafgaande aan de zitting
Artikel 6 Zitting
Artikel 7 Uitspraak
Artikel 8 Verkorte procedure
Artikel 9 Geheimhouding
Artikel 10 Slotbepalingen
1. Er is een college van beroep dat is belast met het doen van een uitspraak over een beroep tegen een maatregel of beslissing van SBK op grond van een overeenkomst die naar dit reglement verwijst. Zowel een certificerende instelling als een andere belanghebbende kan tegen een dergelijke maatregel of beslissing van SBK, mits die beslissing op grond van voornoemde overeenkomst vatbaar is voor beroep, beroep instellen bij het college van beroep.
2. Het college van beroep functioneert onafhankelijk en onpartijdig en is alleen gebonden aan de in dit reglement vastgelegde procedures.
3. De procedure voor het inschakelen van het college van beroep is in dit reglement vastgelegd.
4. Het hier bedoelde college van beroep doet met name uitspraken op grond van artikel 6.5 van de tripartiete overeenkomst tussen het ministerie van VROM, Raad voor Accreditatie en de Stichting Bouwkwaliteit; op grond van artikel 7.4 van het Reglement van de Toetsingscommissie Bouwbesluit en op grond van artikel 8 van het Reglement van de Harmonisatie Commissie Bouw.
1. SBK benoemt een onafhankelijke voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter voor een zittingstermijn van zes jaar. Na het verstrijken van deze termijn is herbenoeming mogelijk. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter hebben een afgeronde academische opleiding in de rechtsgeleerdheid. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter hebben geen enkele andere betrokkenheid bij SBK dan in de hier vermelde hoedanigheid. Bij ontstentenis van de voorzitter neemt de plaatsvervangend voorzitter alle in dit reglement genoemde taken van de voorzitter over.
2. De voorzitter stelt de samenstelling van het college van beroep vast en stelt partijen van de samenstelling op de hoogte. Het college van beroep zal bestaan uit drie leden, te weten:
a. de voorzitter;
b. twee door de voorzitter te bepalen onafhankelijke leden.
3. De voorzitter wijst een secretaris van het college van beroep aan. De secretaris maakt geen deel uit van het college van beroep.
4. Wanneer er sprake is van enigerlei vermenging van belangen van de appellant en een lid van het college van beroep, zal dit lid onmiddellijk terugtreden ten gunste van een door de voorzitter aan te wijzen vervanger.
5. Partijen hebben het recht om een lid van het college van beroep te wraken, wanneer zij van oordeel zijn dat de onafhankelijkheid of onpartijdigheid, van dat lid in het geschil, in het geding is.
Artikel 3 Instellen van beroep
1. Tegen een beslissing of maatregel van SBK kan binnen 30 dagen na dagtekening van die beslissing of maatregel beroep worden ingesteld.
2. Het beroep moet per aangetekende brief aan de voorzitter van het college van beroep worden ingesteld, en met redenen zijn omkleed.
1. De voorzitter stelt bij instelling van het beroep een waarborgsom vast die door de appellant moet worden voldaan. De hoogte daarvan staat in redelijk verhouding tot de geschatte kosten voor de behandeling van het beroep. Deze waarborgsom zal na de uitspraak worden verrekend met eventueel door hem verschuldigde kosten.
2. Zolang de waarborgsom niet is voldaan, kan de voorzitter besluiten om het beroep niet in benadeling te nemen. Wanneer na verzenden van een herinnering de waarborgsom door appellant niet is voldaan binnen een termijn van acht dagen, kan de voorzitter besluiten om het ingestelde beroep niet ontvankelijk te verklaren.
Artikel 5 Procedure voorafgaande aan de zitting
1. De voorzitter stelt de directeur van SBK en eventuele belanghebbenden van het ingestelde beroep op de hoogte, met overlegging van de ontvangen brief en nodigt SBK uit tot het indienen van een verweerschrift. Ook eventuele belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld zich over dit geschil uit te laten.
2. De voorzitter stelt daarop het college van beroep samen, zoals is aangegeven onder 2.2 en stelt, na het vragen van de verhinderdata aan appellant, SBK en eventuele belanghebbenden, in overleg met de leden en de secretaris de datum en het tijdstip vast, waarop het beroep zal worden behandeld. Bij het vaststellen van deze datum zal een termijn van ten minste 14 dagen in acht worden genomen om de betrokken partijen in de gelegenheid te stellen om zich op de behandeling van het beroep voor te bereiden.
3. De secretaris informeert de partijen en de eventuele belanghebbenden over de datum waarop het beroep zal worden behandeld.
4. De appellant mag voorafgaande aan de zitting aanvullende informatie verstrekken. Deze aanvullende informatie moet zodanig tijdig beschikbaar zijn dat SBK in de gelegenheid kan worden gesteld daarop voor de zitting te reageren.
5. Appellant en SBK behoren elkaar afschriften te zenden van al wat zij inbrengen bij het college van beroep.
1. Het college van beroep zal tijdens de zitting beide partijen horen. Het college van beroep is voorts gerechtigd eventuele belanghebbenden te horen.
2. Beide partijen mogen zich tijdens de zitting laten vertegenwoordigen.
3. Beide partijen mogen tijdens de zitting getuigen en/of deskundigen voorbrengen, mits deze ten minste vijf dagen voor de zitting bekend zijn bij het college van beroep en de andere partij.
4. Het college van beroep mag bovendien zelf getuigen oproepen, deskundigen raadplegen en andere maatregelen of voorzieningen treffen, die het in het belang van een goede uitspraak nodig acht. Het college van beroep zal dit in voorkomende gevallen kenbaar maken aan partijen. De verklaring van deze getuigen en het oordeel van de deskundigen is vatbaar voor commentaar van de partijen.
5. Zonodig kan het college van beroep besluiten tot het houden van een nadere zitting.
1. Het college van beroep doet binnen drie maanden na de zitting een uitspraak over het ingestelde beroep.
2. Het college van beroep beslist op het ingestelde beroep bij meerderheid van stemmen.
3. De beslissing wordt schriftelijk en gemotiveerd vastgelegd. De secretaris draagt er zorg voor dat de partijen binnen twee weken na de uitspraak daarover kunnen beschikken.
4. De uitspraak van het college van beroep geldt tussen partijen als een vaststelling in de zin van artikel 7:900 BW.
5. In de uitspraak worden door het college van beroep tevens de kosten bepaald die aan de behandeling van het beroep zijn verbonden, en voor rekening en welke partij deze kosten komen.
1. Het college van beroep kan geen verbod opleggen om certificaten onder accreditatie af te geven.
2. Wanneer beroep wordt ingesteld tegen een beslissing van SBK waarbij een verbod wordt opgelegd een merk van SBK te gebruiken en/of een verbod wordt opgelegd om een certificaat te gebruiken voor een of meerdere onderwerpen waarvoor de certificerende instelling geaccrediteerd is, kan de voorzitter van het college van beroep, op verzoek van appellant, besluiten tot een verkorte procedure ten aanzien van het beroep tegen het verbod.
3. Wanneer de voorzitter besluit tot een verkorte procedure, raadpleegt hij de overige leden van het college van beroep binnen 48 uur. Tevens zal hij zich op de hoogte stellen van de overwegingen van SBK die hebben geleid tot het verbod.
4. Na raadpleging beslist de voorzitter of het verbod voor de duur van de verdere behandeling van het beroep door SBK moet worden opgeheven. Hij deelt deze beslissing aan beide partijen schriftelijk mee.
De leden van het college van beroep zijn verplicht tot geheimhouding van alles waarvan zij kennis nemen omtrent de personen, de onderneming of de persoonlijke of zakelijk omstandigheden van de appellant.
1. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het college van beroep.
2. Dit reglement kan worden aangehaald onder de naam Reglement college van beroep SBK.
3. Wijzigingen in dit reglement treden eerst in werking na openbaarmaking door SBK onder vermelding van de datum van in werking treden.
4. Dit reglement treedt in werking gelijktijdig met de Tripartiete-overeenkomst tussen de minister van VROM, SBK en RvA.
Permanente link
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2006-132-p11-SC76006.html