Wijziging diverse regelingen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 juni 2006, Directie Werk en bijstand, nr. W&B/URP/2006/53479, tot wijziging van bedragen genoemd in de IOAW en IOAZ met ingang van 1 juli 2006

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 5, zesde en zevende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 5, zesde en zevende lid en artikel 8, vierde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 7, vierde en vijfde lid, van het Inkomensbesluit IOAW en artikel 5, derde lid, van de Regeling vermogenswaardering Ioaz;

Besluit:

Artikel I

De bedragen genoemd in artikel 5 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers worden als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, onder a, wordt ‘€ 600,60’ vervangen door: € 603,96.

2. In het vierde lid wordt ‘€ 1.081,08’ vervangen door: € 1.087,12; ‘€ 840,84’ vervangen door: € 845,54; ‘€ 682,49’ vervangen door: € 687,26 en ‘€ 600,91’ vervangen door: € 604,52.

3. In het vijfde lid wordt ‘€ 1.045,30’ vervangen door: € 1.051,86; ‘€ 783,10’ vervangen door: € 788,10; ‘€ 580,72’ vervangen door: € 584,37 en ‘€ 318,52’ vervangen door: € 320,61.

Artikel II

De bedragen genoemd in artikel 5 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen worden als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, 3°, en derde lid, wordt ‘€ 18.633,00’ telkens vervangen door: € 18.797,00.

2. In het vijfde lid wordt ‘€ 600,60’ vervangen door: € 603,96; ‘€ 1.081,08’ vervangen door: € 1.087,12 en ‘€ 840,84’ vervangen door: € 845,54.

Artikel III

De bedragen genoemd in het Inkomensbesluit IOAW worden als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, tweede lid, wordt ‘€ 268,38’ telkens vervangen door: € 272,54.

B

In artikel 7, tweede lid, onderdeel h, wordt ‘€ 2.054,00’ vervangen door: € 2.066,00.

Artikel IV

In artikel 5, eerste lid, van de Regeling vermogenswaardering Ioaz wordt ‘€ 105.513,00’ vervangen door: € 106.135,00.

Artikel V

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2006

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 juni 2006.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.

Toelichting

In de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) zijn de netto bedragen opgenomen waaraan de op grond van artikel 5 van de IOAW en IOAZ vast te stellen grondslagen netto gelijk dienen te zijn. De genoemde bedragen dienen te worden aangepast met ingang van de dag waarop het netto minimumloon en het netto minimumjeugdloon wijzigen. Aangezien per 1 juli 2006 het netto minimumloon en het netto minimumjeugdloon veranderen dienen de in de IOAW en de IOAZ genoemde netto bedragen eveneens te worden aangepast. Deze regeling strekt daartoe.

Ook de bedragen genoemd in het Inkomensbesluit IOAW en de Regeling vermogenswaardering IOAZ worden gewijzigd aan de hand van de ontwikkeling van het netto minimumloon.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

Naar boven