Wijziging beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving

Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 21 juni 2006, Directie Arbeidsomstandigheden, nr. ARBO/M&A/2006/49308, tot wijziging van de beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving in verband met het Besluit van 8 juni 2004 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit (voorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op de arbeidsplaats op hoogte) (Stb. 279)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Besluit:

Artikel I

De Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving worden als volgt gewijzigd:

A

In beleidsregel 7.34, Toezicht op steigerbouw, wordt in de grondslag en in de aanhef ‘artikel 7.34, eerste en tweede lid’ vervangen door: artikel 7.34, eerste lid.

B

In Bijlage 1, behorend bij beleidsregel 33 Arbowet 1998, Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Arbeidsomstandighedenwet 1998, wordt deel 2, Arbeidsomstandighedenbesluit, gewijzigd als volgt:

1. De artikelen 4.54c, vijfde lid, en 4.54d, eerste lid, met bijbehorende boetenormbedragen komen te luiden:

Artikel

Lid

Beboetbare feiten

Boetenorm-

bedrag

4.54c

 

Uitzonderingen maatregelen

 
 

5

De uitvoering van de werkzaamheden, bedoeld in artikel 4.54b, met uitzondering van de werkzaamheden, bedoeld in de onderdelen a en e, vindt plaats overeenkomstig een deugdelijke schriftelijke werkmethode, die is gebaseerd op een doeltreffende beoordeling van het blootstellingsniveau en zodanige beheersmaatregelen bevat dat blootstelling zoveel mogelijk wordt voorkomen

€ 2.250

    

4.54d

 

Asbestverwijdering

 
 

1

De handelingen, bedoeld in artikel 4.54, eerste lid, met uitzondering van de handelingen, bedoeld in artikel 4.54b, worden verricht volgens een vooraf opgesteld werkplan als bedoeld in artikel 4.55 door een bedrijf dat in het bezit is van een certificaat asbestverwijdering, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling

€ 2.250

2. Artikel 7.33 met bijbehorende boetenormbedragen vervalt.

3. Artikel 7.34, eerste, tweede en derde lid, met bijbehorende boetenormbedragen komt te luiden:

Artikel

Lid

Beboetbare feiten

Boetenorm-

bedrag

Afdeling 5

 

Aanvullende voorschriften voor bouwplaatsen

 
    

7.34

 

Steigers

 
 

1

De veiligheid van de constructie van een steiger moet regelmatig door een ter zake deskundig persoon worden gecontroleerd, doch in ieder geval:

€ 900

  

a) voor de in gebruikneming

 
  

b) na iedere wijziging in de constructie van de steiger

 
  

c) na iedere periode waarin de steiger niet is gebruikt

 
  

d) na abnormale weersomstandigheden alsmede na iedere andere gebeurtenis waardoor de veiligheid van de constructie van de steiger mogelijk is aangetast.

 
 

2

Een steiger mag niet worden overbelast.

€ 2.250

  

Lasten moeten zo gelijkmatig mogelijk over de steiger worden verdeeld.

 
 

3

Verrijdbare steigers moeten zijn beveiligd tegen ongewilde verplaatsingen.

€ 2.250

4. De volgende artikelen met boetenormbedragen worden in numerieke volgorde ingevoegd:

Artikel

Lid

Beboetbare feiten

Boetenorm-

bedrag

7.23

 

Gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte (algemeen)

 
 

1

Indien tijdelijke werkzaamheden op hoogte niet veilig en onder passende ergonomische omstandigheden op een daartoe geschikte werkvloer kunnen worden uitgevoerd, worden de meest geschikte arbeidsmiddelen gekozen om veilige arbeidsomstandigheden te waarborgen en te handhaven. Om dit te bereiken:

 
 

a.

krijgen collectieve veiligheidsmaatregelen voorrang boven persoonlijke veiligheidsmaatregelen

€ 2.250

 

b.

zijn de afmetingen van de arbeidsmiddelen:

€ 2.250

  

1°. afgestemd op de aard van de te verrichten werkzaamheden;

 
  

2°. afgestemd op de voorzienbare belastingen, en

 
  

3°. zodanig dat zonder gevaar doorgang mogelijk is

 
 

c.

worden de meest geschikte toegangsmiddelen voor de tijdelijke arbeidsplaats op hoogte gekozen afhankelijk van het verkeer, de te overbruggen hoogte en de gebruiksduur

€ 2.250

 

d.

biedt het gekozen toegangsmiddel de mogelijkheid van ontruiming bij dreigend gevaar

€ 2.250

 

e.

levert het overstappen van een toegangsmiddel op platformen, vloeren of loopbruggen en omgekeerd geen extra valrisico’s op

€ 2.250

 

2

Met inachtneming van het eerste lid wordt het gebruik van ladders en trappen als arbeidsplaatsen op hoogte beperkt tot omstandigheden waarin het gebruik van andere, veiliger arbeidsmiddelen niet gerechtvaardigd is in verband met het geringe risico, en

€ 2.250

  

a. vanwege de korte gebruiksduur, of

 
  

b. de bestaande kenmerken van de locaties die de werkgever niet kan veranderen

 
 

3

Toegangs- en positioneringstechnieken met lijnen worden alleen gebruikt onder omstandigheden waarin uit de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5 van de wet, blijkt dat het werk veilig kan worden uitgevoerd en waarin het gebruik van andere, veiliger arbeidsmiddelen redelijkerwijs niet mogelijk is

€ 2.250

 

4

In het geval, bedoeld in het derde lid, wordt, rekening houdend met de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5 van de wet, en met de duur van de werkzaamheden en met de ergonomische vereisten, voorzien in een zitje met geschikte toebehoren

€ 2.250

 

5

Afhankelijk van het te gebruiken arbeidsmiddel worden ter minimalisering van de aan dit arbeidsmiddel verbonden risico’s voor de werknemers, de nodige maatregelen genomen. Zo nodig worden valbeveiligingen aangebracht

€ 2.250

 

6

De valbeveiligingen zijn van een zodanige configuratie en sterkte dat vallen van hoogte wordt voorkomen of dat een eventuele val wordt gestopt, zodanig dat letsel bij de werknemers zoveel mogelijk wordt voorkomen

€ 2.250

 

7

De collectieve valbeveiligingen worden alleen onderbroken daar waar zich een toegang tot een ladder of trap bevindt

€ 2.250

 

8

Wanneer de uitvoering van werkzaamheden vereist dat een collectieve valbeveiliging tijdelijk wordt verwijderd, wordt gezorgd voor doeltreffende, vervangende veiligheidsvoorzieningen

€ 2.250

 

9

De werkzaamheden, bedoeld in het achtste lid, worden niet uitgevoerd zolang deze vervangende voorzieningen niet zijn getroffen

€ 2.250

 

10

Na de definitieve of tijdelijke beëindiging van de werkzaamheden, bedoeld in het achtste lid, worden de collectieve valbeveiligingen weer aangebracht

€ 2.250

 

11

Tijdelijke werkzaamheden op hoogte worden slechts uitgevoerd wanneer de weersomstandigheden de veiligheid en gezondheid van de werknemers niet in gevaar brengen

€ 2.250

    

7.23a

 

Specifieke bepalingen betreffende het gebruik van ladders en trappen

 
 

1

Ladders en trappen worden zodanig geplaatst dat hun stabiliteit tijdens het gebruik is gewaarborgd. In ieder geval worden hiertoe de volgende maatregelen genomen:

€ 2.250

  

a. de steunpunten van draagbare ladders en trappen rusten op een stabiele, stevige en onbeweeglijke ondergrond van voldoende omvang, zodat de sporten horizontaal blijven;

 
  

b. hangladders worden stevig vastgemaakt en, met uitzondering van touwladders, zodanig dat zij niet kunnen verschuiven en dat heen en weer zwaaien wordt vermeden

 
 

2

Bij het gebruik van ladders en trappen worden in ieder geval de volgende maatregelen genomen:

€ 2.250

  

a. het wegglijden van de voet van draagbare ladders en trappen tijdens het gebruik wordt tegengegaan door de boven- of onderkant van de ladderbomen vast te zetten, of door middel van een antislipinrichting of een andere, even doeltreffende oplossing;

 
  

b. toegangsladders steken voldoende uit boven het toegangsniveau, tenzij andere voorzieningen een veilig houvast mogelijk maken;

 
  

c. meerdelige ladders en schuifladders worden zodanig gebruikt dat de verschillende delen niet ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven;

 
  

d. verrolbare ladders en trappen worden vastgezet voordat zij worden betreden

 
 

3

Ladders en trappen worden zodanig gebruikt dat de werknemers steeds veilige steun en houvast hebben. In elk geval mag het met de hand dragen van lasten op een ladder of een trap niet een veilig houvast belemmeren

€ 2.250

    

7.23b

 

Specifieke bepalingen betreffende steigers

 
 

1

Wanneer voor de gekozen steiger de sterkte- en stabiliteitsberekening niet beschikbaar is of de overwogen structuurconfiguraties in de berekening niet zijn voorzien, wordt alsnog een sterkte- en stabiliteitsberekening uitgevoerd, tenzij de steiger wordt opgebouwd volgens een algemeen erkende standaardconfiguratie

€ 450

 

2

Afhankelijk van de complexiteit van de gekozen steiger wordt door een daartoe bevoegde persoon een montage-, demontage- en ombouwschema opgesteld. Dit schema kan de vorm hebben van een algemeen uitvoeringsschema, dat voor specifieke steigers is aangevuld met detailtekeningen

€ 900

 

3

De ondersteuningen van een steiger worden beveiligd tegen wegglijden, hetzij door bevestiging aan het steunvlak, hetzij door een antislipinrichting of een andere, even doeltreffende oplossing

€ 2.250

 

4

Het dragende oppervlak van de ondersteuningen heeft een voldoende capaciteit

€ 2.250

 

5

De stabiliteit van de steiger is verzekerd. Ongewilde bewegingen van rolsteigers tijdens werkzaamheden op hoogte worden door een passende voorziening voorkomen

€ 2.250

 

6

De afmetingen, de vorm en de ligging van de vloeren van een steiger worden aan de aard van de te verrichten werkzaamheden en aan de te dragen lasten aangepast en zijn zodanig dat veilig verkeer kan plaatsvinden en veilig kan worden gewerkt

€ 2.250

 

7

De vloeren van steigers zijn zodanig gemonteerd dat hun onderdelen bij normaal gebruik niet kunnen bewegen. Tussen de onderdelen van de vloeren en de verticale inrichtingen van de collectieve valbeveiligingen komen geen gevaarlijke openingen voor

€ 2.250

 

8

Indien bepaalde gedeelten van een steiger niet gebruiksklaar zijn, worden deze gedeelten met inachtneming van afdeling 2 van hoofdstuk 8 gemarkeerd met waarschuwingssignalen en behoorlijk afgebakend door materiële elementen die de toegang tot de gevarenzone beletten

€ 270

 

9

Steigers worden alleen opgebouwd, afgebroken of ingrijpend veranderd onder leiding van een bevoegde persoon en door werknemers die voor de beoogde werkzaamheden een toereikende en specifieke opleiding hebben ontvangen met betrekking tot de specifieke risico’s die in het bijzonder is gericht op:

€ 900

  

a. het begrijpen van het montage-, demontage- en ombouwschema van de betreffende steiger;

 
  

b. het veilig monteren, demonteren of ombouwen van de betreffende steiger;

 
  

c. maatregelen ter preventie van het risico dat personen of voorwerpen vallen;

 
  

d. veiligheidsmaatregelen bij veranderende weersomstandigheden die afbreuk kunnen doen aan de veiligheid van de betrokken steigers;

 
  

e. de toelaatbare belasting, en

 
  

f. ieder ander risico dat de montage-, demontage- of ombouwwerkzaamheden met zich mee kunnen brengen

 
 

10

De persoon die de werkzaamheden leidt en de betrokken werknemers moeten beschikken over het montage-, demontage- en ombouwschema, bedoeld in het tweede lid, met inbegrip van eventuele daarbijbehorende instructies

€ 45

    

7.23c

 

Specifieke bepalingen betreffende het gebruik van toegangs- en positioneringstechnieken met lijnen

 
 

1

Bij het gebruik van toegangs- en positioneringstechnieken met lijnen als bedoeld in artikel 7.23, derde lid, wordt aan de volgende voorwaarden voldaan

 
 

a

het systeem omvat ten minste twee afzonderlijk verankerde lijnen, te weten:

€ 2.250

  

1°. een werklijn die dient om op of uit de arbeidsplaats te komen, en

 
  

2°. een veiligheidslijn die als reservelijn fungeert

 
 

b

de werknemers beschikken over en maken gebruik van een geschikt harnas dat voldoet aan de bepalingen, vastgesteld bij of krachtens afdeling 1 van hoofdstuk 8, waardoor zij verbonden zijn met de veiligheidslijn

€ 2.250*

 

c

de werklijn is voorzien van:

€ 2.250

  

1°. een veilig stijg- en afdaalmechanisme, en

 
  

2°. een zelfblokkerend mechanisme waardoor de gebruiker, wanneer hij de controle over zijn bewegingen verliest, niet kan vallen

 
 

d

de veiligheidslijn is uitgerust met een beweegbaar valbeveiligingsmechanisme dat de werknemer in zijn bewegingen volgt

€ 2.250

 

e

de gereedschappen en andere hulpstukken die de werknemer gebruikt, zijn verbonden met het harnas of het zitje van de werknemer, bedoeld in artikel 7.23, vierde lid, of op een andere, passende wijze bevestigd

€ 2.250

C

In bijlage 3, behorend bij beleidsregel 33 Arbowet 1998, Lijst van direct beboetbare feiten Arbeidsomstandighedenwet 1998, wordt het direct beboetbare feit betreffende artikel 4.54d, lid 1, Arbobesluit geschrapt.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit van 8 juni 2004 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit (voorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op de arbeidsplaats op hoogte) (Stb.279) in werking treedt.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 juni 2006.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
namens deze:
de Directeur-Generaal Arbeidsomstandigheden en Sociale Verzekeringen, J.A.M. Hilgersom.

Toelichting

Algemeen

Dit besluit bevat een aantal wijzigingen van de bijlagen bij beleidsregel 33, Boeteoplegging. Een en ander houdt verband met het Besluit van 8 juni 2004 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit (voorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op de arbeidsplaats op hoogte)(Stb. 279)(hierna: het wijzigingsbesluit).

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om twee onjuistheden te corrigeren in het Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 maart 2006, Directie Arbeidsomstandigheden, nr. ARBO/M&A/2006/20525, tot wijziging van de Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving in verband met het Asbestverwijderingsbesluit 2005 (Stb. 704) en het besluit van 25 januari 2006 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit houdende regels met betrekking tot de blootstelling aan lawaai (Stb. 56).

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel B

In het wijzigingsbesluit is het eerste lid van artikel 7.34 Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) vervallen en zijn de leden 2 tot en met 4 vernummerd tot 1 tot en met 3. De op artikel 7.34 gebaseerde beleidsregel is hierop aangepast.

Artikel I, onderdeel B, onder 1

Abusievelijk is in het hiervoor genoemde besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 maart 2006 bij de artikelleden 4.54c, vijfde lid, en 4.54d, eerste lid, een boetenormbedrag van € 2.50 opgenomen. Bij deze artikelleden had echter een boetenormbedrag van € 2.250 moeten worden opgenomen.

Artikel I, onderdeel B, onder 2

In het wijzigingsbesluit is artikel 7.33 geschrapt, zodat het artikel ook uit de tarieflijst kan worden geschrapt.

Artikel I, onderdeel B, onder 3

In het wijzigingsbesluit is het eerste lid van artikel 7.34 Arbobesluit vervallen en zijn de leden 2 tot en met 4 vernummerd tot 1 tot en met 3. Bijlage 1 van de tarieflijst is hierop aangepast.

Artikel I, onderdeel B, onder 4

In het wijzigingsbesluit zijn de artikelen 7.23 tot en met 7.23c Arbobesluit beboetbaar gesteld in respectievelijk artikel 9.9b en artikel 9.9c Arbobesluit. Bijlage 1 van de tarieflijst is hierop aangepast.

Artikel I, onderdeel C

Het direct beboetbare feit betreffende artikel 4.54d, lid 1, Arbobesluit kan in verband met overlap met het direct beboetbare feit betreffende artikel 4.55, lid 1, worden geschrapt.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van het tijdstip waarop het wijzigingsbesluit in werking treedt. Het wijzigingsbesluit treedt in werking met ingang van 15 juli 2006.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

namens deze:

de Directeur-Generaal Arbeidsomstandigheden en Sociale Verzekeringen,

J.A.M. Hilgersom

Naar boven