Regeling tot wijziging van de Regeling taken Dienst Wegverkeer in verband met de introductie van twee nieuwe taken voor de Dienst Wegverkeer

20 juni 2006

Nr. HDJZ/AWW/2006-697

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 4b, tweede lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Artikel I

De Regeling taken Dienst Wegverkeer1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2 worden, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel o door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

p. het verrichten van testen en keuringen van emissieverminderende voertuigonderdelen of voertuigonderdelen ter vermindering van de geluidbelasting, voor zover deze testen en keuringen niet worden voorgeschreven voor de toelating of het gebruik van deze voertuigonderdelen in Nederland;

q. het toezien op de uitvoering van de overeenkomsten door middel waarvan een natuurlijke persoon of rechtspersoon is aangemerkt als gekwalificeerd voor het verrichten van de inbouw van emissieverminderende voertuigonderdelen en het opnemen van de in dit kader noodzakelijke gegevens in het kentekenregister.

B

In artikel 3, eerste lid, wordt ‘artikel 2, onder a tot en met d en j’ vervangen door: artikel 2, onder a tot en met d, j, p en q.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Door middel van de onderhavige wijziging van de Regeling taken Dienst Wegverkeer worden twee nieuwe taken opgedragen aan de Dienst Wegverkeer (RDW). Het betreft enerzijds het verrichten van testen en keuringen van emissieverminderende voertuigonderdelen en voertuigonderdelen ter vermindering van de geluidbelasting en anderzijds het uitvoeren van overeenkomsten door middel waarvan een natuurlijke persoon of rechtspersoon is aangemerkt als gekwalificeerd voor het verrichten van de inbouw van emissieverminderende voertuigonderdelen. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat houdt op basis van hoofdstuk IA van de Wegenverkeerswet 1994 toezicht op de wijze waarop de RDW deze taken uitoefent.

Het verrichten van testen en keuringen van emissieverminderende voertuigonderdelen en voertuigonderdelen ter vermindering van de geluidbelasting

Emissieverminderende voertuigonderdelen, zoals retrofit roetfilters, behoeven in Nederland niet te beschikken over een goedkeuring om te worden toegelaten tot de weg. Desondanks kan het noodzakelijk zijn deze voertuigonderdelen te keuren, om te bepalen of met het desbetreffende onderdeel het gewenste resultaat wordt bereikt. Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn in het kader van de Subsidieregeling emissieverminderende maatregelingen van voertuigen met dieselmotor, een subsidieregeling van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM).

Banden, het voertuigonderdeel ter vermindering van de geluidbelasting, dienen wel te voldoen aan typegoedkeuringeisen voor toelating tot de weg. In het kader van het Convenant Stille Banden worden echter aanvullende testen en keuringen verricht die los staan van de toelating tot de weg. Door middel van de onderhavige regeling wordt deze taak opgedragen aan de RDW. Het Convenant stille banden, waarbij ook het Ministerie van Verkeer en Waterstaat partij is, heeft als doel vermindering van de geluidsbelasting.

Het uitvoeren van overeenkomsten door middel waarvan een ‘inbouwer’ is aangemerkt als gekwalificeerd voor het verrichten van de inbouw van emissieverminderende voertuigonderdelen

In het kader van de verbetering van de luchtkwaliteit wordt er gewerkt aan een pakket van maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit. Eén van de voorgestelde maatregelen is het aanbrengen van emissieverminderende voertuigonderdelen op motorrijtuigen. Het meest voor de hand liggende voorbeeld hiervan is een roetfilter. De aanbreng van dergelijke voertuigonderdelen wordt gesubsidieerd door VROM. Om te garanderen dat een voertuigonderdeel op een correcte wijze wordt ingebouwd in een voertuig, sluit VROM overeenkomsten met natuurlijke personen of rechtspersonen, de zogenaamde inbouwers, waarin wordt overeengekomen hoe het voertuigonderdeel wordt ingebouwd, hoe dit wordt gemeld en hoe hier toezicht op wordt gehouden. De RDW zal toezien op de feitelijke uitvoering van deze overeenkomsten.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Stcrt. 1996, 125; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 14 februari 2006 (Stcrt. 37).

Naar boven