Wijziging van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba 2001

Regeling van de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties van 14 juni 2006, nr. BPR2006/N53597 (2), Directoraat-Generaal Koninkrijksrelaties en Bestuur, houdende wijziging van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba 2001

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gelet op artikel 59 van de Paspoortwet;

Besluit:

Artikel I

In artikel 86 van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba 2001 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

i. de ambtenaren werkzaam bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun taken als bedoeld in artikel 6, tweede lid, en artikel 7, tweede lid, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in het Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in het Afkondigingsblad van Aruba worden geplaatst.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, A. Pechtold.

Toelichting

De wijziging van artikel 86 van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba 2001 houdt in dat wordt toegestaan dat aan de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) gegevens worden verstrekt uit de reisdocumentenadministratie. In de reisdocumentenadministratie wordt van elk verstrekt reisdocument respectievelijk van elke daarin opgenomen bijschrijving een administratie bijgehouden. Tot nu toe was aan beide diensten op grond van de paspoortuitvoeringsregelgeving geen recht op verstrekking toegekend. Zij konden op grond van artikel 17, eerste lid, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (Wiv 2002) wel reeds om de gegevens verzoeken.

In het kader van hun wettelijke taken en met name bij de bestrijding van het internationale terrorisme moeten de diensten zicht houden op personen die ons land in- en uitreizen. Hiertoe krijgen de AIVD en de MIVD bijvoorbeeld de beschikking over gegevens over grenspassages van personen. Om deze gegevens goed te kunnen controleren en verwerken hebben de diensten behoefte aan toegang tot de reisdocumentenadministratie. De reisdocumentenadministratie zal vooral toegevoegde waarde bieden bij de controle op reisbewegingen door bij de gegevens van de Koninklijke Marechaussee over grenspassages eenvoudig aanvullende persoonsgegevens te kunnen opzoeken. Bijkomend voordeel van deze aanpassing is dat door het vastleggen van deze informatieverplichting in de paspoortuitvoeringsregelingen de kenbaarheid van de informatieverstrekkingen wordt vergroot.

Het gebruik van het recht door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten dat middels deze wijziging aan de inlichtingen- en veiligheidsdiensten wordt toegekend, wordt sterk geclausuleerd, doordat het strikte regime inzake gegevensverwerking van de Wiv 2002 op de informatieverstrekkingen van toepassing is. Dit betekent ten eerste dat gegevensverwerking slechts mag plaatsvinden voor een bepaald doel en slechts voor zover dat noodzakelijk is voor een goede uitvoering van de Wiv 2002 of de Wet veiligheidsonderzoeken (artikel 12, tweede lid, van de Wiv 2002). Er moet dus een duidelijke aanleiding zijn om gegevens uit de reisdocumentenadministratie op te vragen. Verder dient de verwerking van gegevens in overeenstemming met de wet te geschieden en op behoorlijke en zorgvuldige wijze (artikel 12, derde lid, van de Wiv 2002). Verwerking van persoonsgegevens kan slechts betrekking hebben op in de wet specifiek aangewezen categorieën van personen, zoals personen die aanleiding geven tot het ernstige vermoeden dat zij een gevaar vormen voor de democratische rechtsorde en personen die toestemming hebben verleend voor een veiligheidsonderzoek (artikel 13, eerste lid, van de Wiv 2002). Deze voorwaarden zijn ook onverminderd van toepassing op het verstrekkingstelsel van de Wiv 2002. De Wiv 2002 kent een gesloten verstrekkingsregime, wat inhoudt dat de inlichtingen- en veiligheidsdiensten slechts gegevens aan derden mogen verstrekken, indien de Wiv 2002 dit expliciet toestaat. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer bij de verwerking van gegevens door een dienst blijkt dat gegevens tevens van belang kunnen zijn voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten (artikel 38, eerste lid, van de Wiv 2002). Op grond van de Wiv 2002 kunnen tot slot ook gegevens worden verstrekt aan de inlichtingen- en veiligheidsdiensten van andere landen. Of gegevens ook daadwerkelijk worden verstrekt, is afhankelijk van onder meer het democratisch en rechtstatelijk gehalte van het land waar de betreffende dienst vandaan komt.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Pechtold

Naar boven