Vierde wijziging van het besluit vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2006
Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 14 juni 2006, nr. TRCJZ/2006/1744, houdende de vierde wijziging van het besluit vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2006
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
In overeenstemming met de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Gelet op artikel 16aa van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;
Besluit:
Artikel I
De bijlage bij het besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 15 december 2005, TRCJZ/2005/3455, houdende vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 20061 wordt als volgt gewijzigd:
A
In deel I van de bijlage, onderdeel I.F. knelpunt grasland – emelten, vervalt de volgende zin:
‘Er is ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.’.
B
In deel II van de bijlage wordt onderdeel II.AO knelpunt peer – perenbladvlo als volgt gewijzigd:
1. Onder vervanging van de komma na ‘teeltseizoen’ in een punt, vervalt de volgende zinsnede:
‘met dien verstande dat gedurende 28 dagen na toepassing geen werkzaamheden in het gewas uitgevoerd mogen worden.’.
2. Onder vervanging van de komma na ‘handschoenen’ in een punt, vervalt de volgende zinsnede: ‘ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.’.
Artikel II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
voor deze:
de Directeur-Generaal, R.M. Bergkamp.
Toelichting
Op grond van artikel 16aa van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 kan de minister in bepaalde omstandigheden vrijstelling verlenen voor het gebruik van een niet regulier toegelaten middel.
Met het onderhavig besluit worden enkele wijzigingen aangebracht in de sinds 29 april 2006 geldende vrijstellingen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de teelt van peer ter bestrijding van de perenbladvlo en in de teelt van grasland ter bestrijding van emelten.
Bij nader inzien zijn enkele gebruiksvoorschriften niet noodzakelijk, waardoor zij kunnen vervallen. Hierover is op de gebruikelijke wijze advies uitgebracht door het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen.
Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie in de Staatscourant, tegen dit besluit of een onderdeel daarvan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.
De stukken, die ten grondslag liggen aan dit besluit, liggen ter inzage bij de Centrale Bibliotheek van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Bezuidenhoutseweg 73, 2594 AC, Den Haag en de Plantenziektenkundige Dienst, Geertjesweg 15, 6706 EA Wageningen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
voor deze:
de Directeur-Generaal,
R.M. Bergkamp