Wijziging Regeling diverse subsidieplafonds en aanvraagperioden LNV

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 21 juni 2006, nr. TRCJZ/2006/1497, houdende wijziging van de Regeling diverse subsidieplafonds en aanvraagperioden LNV

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies, artikel 11 van de Regeling subsidiëring Actieplan BBI-Matra 2005–2008, de artikelen 4 en 7 van de Regeling draagvlak natuur, de artikelen 2 en 5 van de Regeling versterking recreatie en artikel 4 van de Regeling subsidiëring kwaliteit Groene Hart;

Besluit:

Artikel I

De Regeling diverse subsidieplafonds en aanvraagperioden LNV1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4 wordt ‘bedraagt voor het jaar 2006 € 1.430.000,–’ vervangen door: bedraagt voor het jaar 2006 € 1.510.000,–.

B

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

Aanvragen tot subsidieverlening op grond van de Regeling draagvlak natuur kunnen worden ingediend van 1 juli 2006 tot en met 31 juli 2006.

C

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

Voor de aanvraagperiode, bedoeld in artikel 6, bedraagt het subsidieplafond voor projecten als bedoeld in artikel 16 van de Regeling draagvlak natuur voor het jaar 2006 € 1.400.000,–.

D

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8

Voor de aanvraagperiode, bedoeld in artikel 6, bedraagt het subsidieplafond voor programma’s als bedoeld in artikel 21 van de Regeling draagvlak natuur voor het jaar 2006 € 1.400.000,–.

E

Artikel 9h, onderdeel a, komt te luiden:

a. voor de doelstelling, bedoeld in onderdeel a van dat artikel: € 1.533.301,–;.

Artikel II

In de Regeling subsidiëring kwaliteit Groene Hart wordt het artikel 13b dat aanvangt met ‘Subsidie voor een project in de categorie marketing en promotie’ en eindigt met ‘als één geheel’ vernummerd tot artikel 13c en geplaatst onmiddellijk voor artikel 14.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

In het kader van de Regeling subsidiëring Actieplan BBI-Matra 2005–2008 (de Regeling BBI-Matra) worden subsidies verstrekt ter opbouw en versterking van het maatschappelijk draagvlak van natuur om zo het verlies van biodiversiteit in de Pan-Europese regio tot staan te brengen. Voor de Regeling worden dit jaar geen subsidies voor programma’s verstrekt, maar slechts voor projecten. Hierdoor vallen de uitvoeringskosten lager uit dan voor dit jaar voorzien was. Dit biedt ruimte om het subsidieplafond op te hogen, waarmee aan meer projecten ondersteuning verleend kan worden. Derhalve wordt het subsidieplafond, vastgesteld bij ministeriële regeling van 24 januari 2006 (Stcrt. 19) op € 1.430.000,– voor het jaar 2006, verhoogd naar € 1.510.000,– (artikel I, onderdeel A, van de wijzigingsregeling).

Voor de Regeling draagvlak natuur (artikel I, onderdelen B tot en met D, van de wijzigingsregeling) wordt het jaarlijkse subsidieplafond voor zowel projecten als programma’s net als vorig jaar vastgesteld op € 1.400.000,–. De aanvraagperiode loopt van 1 tot en met 31 juli van dit jaar.

Voor de Regeling versterking recreatie (artikel I, onderdeel E, van de wijzigingsregeling) wordt het subsidieplafond voor de doelstelling ‘bevordering van kennis en deskundigheid op het gebied van recreatie’ (artikel 2, onderdeel a van de Regeling versterking Recreatie) met € 133.301,– verhoogd tot € 1.533.301,–. Reden hiervan is dat de Stichting recreatie om bepaalde door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gewenste kennisprojecten uit te voeren hogere kosten dient te maken dan oorspronkelijk geraamd werd bij de vaststelling van het subsidieplafond.

In artikel II is van de gelegenheid gebruik gemaakt een misslag in een recente wijziging van de Regeling subsidiëring kwaliteit Groene Hart (regeling van 30 maart 2006, nr. TRCJZ/2006/611, Stcrt. nr. 65) te corrigeren.

De onderhavige wijzigingen hebben geen gevolgen voor de administratieve lasten.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 2004, 100; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 12 april 2006 (Stcrt. 74).

Naar boven