De Staatssecretaris van Economische Zaken,
Besluit:
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. de commissie: de Programmacommissie programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap;
b. de minister: de Minister van Economische Zaken.
Artikel 2
1. Er is een Programmacommissie programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap.
2. De commissie heeft tot taak:
a. te beoordelen of de activiteiten van EIM in het kader van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap op doeltreffende en doelmatige wijze bijdragen aan de doelstelling van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap;
b. EIM instructies te geven teneinde te bevorderen dat de activiteiten van EIM in het kader van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap op doeltreffende en doelmatige wijze bijdragen aan de doelstelling van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap.
Artikel 3
1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste drie andere leden.
2. De voorzitter en de andere leden worden door de minister benoemd. Zij kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen. De commissie kan uit haar midden een of meer plaatsvervangend voorzitters aanwijzen.
3. De voorzitter en de leden worden door de minister voor een termijn van ten hoogste vier jaar benoemd. Ze zijn te allen tijde opnieuw te benoemen.
4. Als leden van de commissie worden benoemd:
a. prof. dr. P.H.A.M. Verhaegen, te Den Haag, tevens voorzitter;
b. dr. W.M. van den Goorbergh, te Rosmalen;
c. prof. dr. J. Lambooy, te Voorthuizen.
Artikel 4
De commissie heeft een secretariaat dat bestaat uit een of meer door EIM aan te wijzen personen.
Artikel 5
1. De commissie kan voor de behandeling van bepaalde onderwerpen, al dan niet uit haar midden, werkgroepen instellen.
2. De commissie kan nadere regels stellen omtrent haar werkwijze en de werkwijze van de in het eerste lid bedoelde werkgroepen.
Artikel 6
1. De commissie verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.
2. De commissie stelt jaarlijks voor 1 juli een verslag op van haar werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar. Het jaarverslag wordt aan de minister toegezonden en algemeen verkrijgbaar gesteld.
3. Op verzoek van de minister, maar in ieder geval op 31 december 2008, overlegt de commissie een evaluatieverslag aan de minister, waarin zij aandacht besteedt aan de doelmatigheid en doeltreffendheid van haar taakvervulling. Het evaluatieverslag wordt algemeen verkrijgbaar gesteld.
Artikel 7
Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie opgeslagen in het archief van dat ministerie.
Artikel 8
1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2006.
2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2010.
Artikel 9
Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Programmacommissie programmaonderzoek MKB en ondernemerschap 2006.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Op 24 juni 2005 heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven voornemens te zijn het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap te willen continueren voor de periode 2006–2009 (Kamerstukken II 2004/05, 29800 XIII, nr. 83). Het parlement heeft ingestemd met dat voornemen. Het doel van het programmaonderzoek is het leveren van vernieuwende inzichten in het functioneren van MKB en Ondernemerschap in Nederland. Het programmaonderzoek levert deze inzichten door relevante, actuele, consistente en betrouwbare gegevens, informatie en kennis op te bouwen (kennisontwikkeling) en ter beschikking te stellen aan beleidsmakers, intermediaire organisaties, bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen (kennisoverdracht). Deze publieke kennisinfrastructuur vormt een kenniscentrum of ‘zwaartepuntinstituut’ op het terrein van MKB en Ondernemerschap, hetgeen past binnen het beleid op het gebied van een concurrerend ondernemingsklimaat.
Voor de periode 2006–2009 blijft EIM de uitvoerder van het programma. EIM heeft volgens de in 2005 gehouden evaluatie goed werk geleverd in de periode 2001–2004 en ook het gekozen sturingsmodel heeft naar tevredenheid gewerkt. Vandaar dat ook de sturing door middel van een programmacommissie en een adviesraad wordt gecontinueerd. De programmacommissie toetst de voorstellen van EIM aan de doelstelling van het programma. De programmacommissie beoordeelt de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de uitvoering van het programma door middel van vooraf vastgestelde prestatie-indicatoren. De programmacommissie ontvangt binnen de organisatiestructuur van het programmaonderzoek tevens informatie van gebruikers en andere belangstellenden. Zo zijn veel van hen vertegenwoordigd in de adviesraad, die jaarlijks de (onderzoeks)wensen ten behoeve van de programmacommissie formuleert.