Besluit vaststelling subsidieplafond en termijnen rijkssubsidiëring grootschalige restauraties
Besluit van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 2 juni 2006, nr. WJZ/2006/23190, houdende vaststelling van een subsidieplafond alsmede enkele termijnen als bedoeld in het Besluit rijkssubsidiëring grootschalige restauraties 2005 (Besluit vaststelling subsidieplafond en termijnen rijkssubsidiëring grootschalige restauraties)
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 8 van het Besluit rijkssubsidiëring grootschalige restauraties 2005;
Besluit:
Artikel 1
Het subsidieplafond, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Besluit rijkssubsidiëring grootschalige restauraties 2005 wordt vastgesteld op 40 miljoen euro.
Artikel 2
De termijnen, bedoeld in artikel 5 van het Besluit rijkssubsidiëring grootschalige restauraties 2005 worden vastgesteld op 1 augustus 2006 onderscheidenlijk 1 oktober 2006.
Artikel 3
De termijn, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van het Besluit rijkssubsidiëring grootschalige restauraties 2005 wordt vastgesteld op 1 januari 2007.
Artikel 4
De termijn, bedoeld in artikel 4, onderdeel c, van het Besluit rijkssubsidiëring grootschalige restauraties 2005 wordt vastgesteld op 31 december 2010.
Artikel 5
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Artikel 6
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vaststelling subsidieplafond en termijnen rijkssubsidiëring grootschalige restauraties.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.C. van der Laan.
Toelichting
1. Strekking en voorgeschiedenis
Het Besluit rijkssubsidiëring grootschalige restauraties 2005 (Brgr 2005) was reeds een vervolg op het Besluit rijkssubsidiëring grootschalige restauraties (Brgr) en het Besluit rijkssubsidiëring grootschalige restauraties 2002 (Brgr 2002). Aanleiding voor de totstandkoming van het Brgr 2005 was het beschikbaar komen van extra gelden ingevolge de Najaarsnota 2004 (Kamerstukken II 2004/05, 29 884, nr. 1).
Het Brgr 2005 biedt de basis voor de subsidiëring in de restauratiekosten van een kleine met name genoemde groep van beschermde monumenten, zodat in de jaren 2005 en 2006 de uitvoering van reeds lopende grootschalige restauraties kan worden afgerond. Het gaat daarbij om een grootschalige restauratie van die monumenten waarvoor op grond van het Brgr en het Brgr 2002 een subsidieaanvraag is ingediend maar welke aanvraag wegens gebrek aan voldoende financiële middelen slechts ten dele kon worden gehonoreerd.
Het Brgr 2005 biedt de grondslag voor het verstrekken van 20 miljoen euro subsidie ten behoeve van een groot deel van reeds lopende grootschalige restauraties. De hoogte van het bedrag is gebaseerd op de werkzaamheden die noodzakelijk zijn om in de jaren 2005 en 2006 de uitvoering van 11 reeds lopende grootschalige restauraties zoveel mogelijk voort te zetten. Voor de volledige afronding van de geplande werkzaamheden tot en met 2010 zijn meer middelen nodig. Uit een door betrokken gemeenten uitgevoerde inventarisatie bleek dat daarvoor nog eens 40 miljoen euro nodig is.
Het beschikbaar komen van het bedrag van 20 miljoen euro heeft dan ook tevens geleid tot een motie van het Tweede Kamerlid Van Vroonhoven-Kok c.s. ten tijde van de vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Kamerstukken II 2004/05, 29 800 VIII, nr. 117). Op grond van de overweging dat het behoud van ‘kanjermonumenten’ van groot belang is voor het nationaal cultureel erfgoed en dat het van belang is dat nu zekerheid wordt gegeven omtrent de beschikbare subsidiemiddelen, wordt in deze motie de regering opgedragen de resterende middelen (40 miljoen euro) in de loop van 2005 beschikbaar te stellen.
Op 22 september 2005 (Prinsjesdag) is bekend gemaakt dat een bedrag van 100 miljoen euro extra voor de monumentenzorg ter beschikking zal worden gesteld (Kamerstukken II 2005/06, 30 300 VIII, nr. 2). Van dit bedrag wordt 40 miljoen euro ingezet om de lopende grootschalige restauraties volledig af te ronden.
Met het oog op voornoemde motie is het Brgr 2005 zodanig opgesteld, dat dan geen nieuwe algemene maatregel van bestuur noodzakelijk is. In artikel 8 van het Brgr 2005 is een voorziening opgenomen die het mogelijk maakt dat de 40 miljoen euro aan extra middelen opnieuw verdeeld kunnen worden op basis van het Brgr 2005. Met dien verstande dat de minister bij besluit het subsidieplafond en relevante data nader bepaalt. Dit besluit is de uitvoering hiervan.
2. Uitvoeringsconsequenties
Dit besluit biedt de grondslag voor de verdeling van de extra middelen die beschikbaar zijn voor de afronding van de reeds lopende grootschalige restauraties. Reeds bij subsidiebeschikkingen die op grond van het Brgr 2005 eind december 2005 zijn afgegeven zijn de betrokken eigenaren die een beroep op de extra 40 miljoen euro kunnen doen geïnformeerd. Daarbij zijn betrokkenen tevens geïnformeerd omtrent de data die in dit besluit worden vastgesteld en eventuele voorbereidingen die reeds door betrokkenen konden worden uitgevoerd in afwachting van dit besluit.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.C. van der Laan