Besluit verhoging subsidieplafonds onderhoud monumenten 2006–2015 en 2007–2016
Besluit van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 2 juni 2006, nr. WJZ/2006/5694 (8185), houdende verhoging van subsidieplafonds op grond van het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten voor de jaren 2006 tot en met 2015 en voor de jaren 2007 tot en met 2016 (Besluit verhoging subsidieplafonds onderhoud monumenten 2006–2015 en 2007–2016)
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 2a van het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten;
Besluit:
Artikel 1
Het subsidieplafond voor de verstrekking van subsidies als bedoeld in artikel 3 van het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten in het jaar 2006 wordt vastgesteld op 6,3 miljoen euro.
Artikel 2
Het subsidieplafond voor de verstrekking van subsidies als bedoeld in artikel 11 van het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten in de jaren 2006 tot en met 2015 wordt vastgesteld op 9,343 miljoen euro per jaar.
Artikel 3
Het subsidieplafond voor de verstrekking van subsidies als bedoeld in artikel 11 van het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten in de jaren 2007 tot en met 2016 wordt vastgesteld op 9,343 miljoen euro per jaar.
Artikel 4
De artikelen 1, 2 en 3 van het Besluit vaststelling subsidieplafonds onderhoud monumenten 2006–2015 en 2007–2016 alsmede verhoging subsidieplafonds onderhoud monumenten 2005–2014 vervallen.
Artikel 5
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit verhoging subsidieplafonds onderhoud monumenten 2006–2015 en 2007–2016.
Artikel 6
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.C. van der Laan.
Toelichting
Algemeen
Met het Besluit vaststelling subsidieplafonds onderhoud monumenten 2006–2015 en 2007–2016 alsmede verhoging subsidieplafonds onderhoud monumenten 2005–2014 (Besluit van 23 februari 2005, Stcrt. 2005, 44) zijn subsidieplafonds vastgesteld voor subsidieverlening op grond van het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten (Brom). Deze plafonds betroffen zowel de subsidieverlening in 2006 (ten behoeve van onderhoudswerkzaamheden in 2005) als het meerjarig onderhoud 2006–2015 en 2007–2016. Daarmee werd voorkomen dat het budget dat beschikbaar is voor het inmiddels in werking getreden Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim), te veel zou worden uitgeput wanneer ten laste van 2006 en volgende jaren nog een groot aantal aanvragen zou worden gedaan om nog voor subsidie op grond van het Brom in aanmerking te komen.
Bijgevoegd besluit strekt ertoe deze plafonds te verhogen. Daardoor kunnen alle aanvragen met betrekking tot het éénjarig onderhoud 2006 en het meerjarig onderhoud worden gehonoreerd; zowel de aanvragen met betrekking tot het meerjarig onderhoud 2006–2015 (binnengekomen vóór 1 oktober 2005) als die met betrekking tot 2007–2016 (binnengekomen tussen 1 oktober 2005 en 1 februari 2006, de datum waarop het Brim in werking is getreden). Doordat een aantal restauraties vorig jaar niet tot uitvoering zijn gekomen, of de financiële eindverantwoording lager is uitgevallen, is er financiële ruimte ontstaan om alle aanvragen voor zowel het meerjarig als het éénjarig onderhoud in 2006 te honoreren. Een en ander zal niet ten laste komen van het Brimbudget.
Met de inwerkingtreding van het Brim is de mogelijkheid vervallen om nieuwe subsidieaanvragen voor kerkgebouwen voor 10-jarig kerkenonderhoud in te dienen. Zolang kerken niet onder reikwijdte van het Brim zijn gebracht (monumenten worden namelijk geleidelijk onder de reikwijdte gebracht), blijft daarvoor wel de mogelijkheid op grond van het Brom bestaan van – jaarlijkse – subsidie voor het éénjarig onderhoud.
Artikelsgewijs
Artikel 1
Het plafond in dit artikel betreft de aanvragen die tot en met 1 april 2006 konden worden ingediend voor subsidie ten behoeve van onderhoudswerkzaamheden in 2005 (vergelijk artikel 8 van het Brom).
Artikel 2
Het plafond, bedoeld in artikel 2, betreft subsidieaanvragen voor beschermde kerkgebouwen in het kader van het 10-jarig kerkenonderhoud vanaf 1 januari 2006.
Hoofdstuk III van het Brom bevatte een specifiek subsidieregime voor beschermde kerkgebouwen. Kerkgebouwen konden voor subsidie voor een periode van 10 jaar in aanmerking komen. Het plafond, bedoeld in artikel 2, heeft betrekking op aanvragen die vóór 1 oktober 2005 zijn ingediend (vergelijk artikel 14 van het Brom).
Artikel 3
In artikel 3 wordt het subsidieplafond voor het 10-jarig kerkenonderhoud voor de periode 2007–2016 vastgesteld. Dit betreft de aanvragen tussen 1 oktober 2005 en 1 februari 2006 (de datum waarop het Brim in werking is getreden) met betrekking tot het meerjarig onderhoud vanaf 1 januari 2007.
Artikel 4
Omdat nieuwe plafonds worden vastgesteld, kunnen de artikelen 1, 2 en 3 van het Besluit vaststelling subsidieplafonds onderhoud monumenten 2006–2015 en 2007–2016 alsmede verhoging subsidieplafonds onderhoud monumenten 2005–2014 vervallen.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.C. van der Laan