Vaststelling subsidieplafond en tenderperiode tweede tender 2006 Uitvoeringsregeling EOS: lange termijn

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 7 juni 2006, nr. WJZ 6039871, houdende vaststelling van het subsidieplafond en de tenderperiode voor de tweede tender 2006 van de Uitvoeringsregeling EOS: lange termijn

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 6, tweede lid, van het Besluit EOS: lange termijn;

Besluit:

Artikel 1

Als periode in 2006, na afloop waarvan de aanvragen krachtens het Besluit EOS: lange termijn, worden behandeld, die in die periode zijn ontvangen, wordt vastgesteld de periode die aanvangt op de dag dat deze regeling in werking treedt en loopt tot en met 24 augustus 2006, 17.00 uur.

Artikel 2

1. Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies op aanvragen als bedoeld in artikel 1, ontvangen in de daar genoemde periode, niet zijnde aanvragen als bedoeld in het tweede en derde lid, wordt vastgesteld op € 10.800.000,–.

2. Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies op aanvragen als bedoeld in artikel 1, ontvangen in de daar genoemde periode en ingediend door een samenwerkingsverband waaraan het Energieonderzoek Centrum Nederland deelneemt, wordt vastgesteld op € 0,– met betrekking tot projecten die uitsluitend passen in de volgende onderdelen van onderzoeksprogramma’s, genoemd in bijlage 1 van de Uitvoeringsregeling EOS: lange termijn:

a. onderdeel 1.2.5 Anorganische membraantechnologie;

b. mee- en bijstoken van biomassa in elektriciteitscentrales (deel van onderdeel 2.2.6 Elektriciteit en Warmte uit Biomassa) en onderdeel 2.2.7 Vergassing, gasreiniging, -conditionering en syngasproductie met uitzondering van vloeistoffase hoge drukvergassing (sub/superkritisch);

c. onderdelen 3.2.3.2 CO2-afscheidingstechnologie, 3.2.4.1 Brandstofcel en onderdeel 3.2.4.2 Reforming van koolwaterstoffen naar waterstof;

d. onderdeel 4.2.4.1 Decentrale energieopwekking, voor zover betrekking hebbend op de integratie van componenten ten behoeve van een decentrale energieopwekking;

e. nieuwe windturbine concepten, componenten en materialen (deel van onderdeel 5.2.3.1 Ontwerpkennis).

3. Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies op aanvragen als bedoeld in artikel 1, ontvangen in de daar genoemde periode, wordt vastgesteld op € 0,–, met betrekking tot projecten die uitsluitend passen in de volgende onderdelen van onderzoeksprogramma’s, genoemd in bijlage 1 van de Uitvoeringsregeling EOS: lange termijn:

a. onderdeel 2.3.1 Zonconversie: (multi) kristallijn-silicium PV-technologie;

b. sensitized oxide zonnecellen (o.a. de Gratzelcel) (deel van onderdeel 2.3.2 Zonconversie: dunne-film PVtechnologie);

c. regelstrategieën voor individuele omzetters en parkbedrijf als geheel (deel van onderdeel 5.2.3.1 Ontwerpkennis).

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 7 juni 2006.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Toelichting

Met deze regeling wordt de tweede tender voor het jaar 2006 geopend voor lange termijn energieonderzoek. Het subsidieplafond wordt gedifferentieerd vastgesteld met het oog op de implementatie van de aanbevelingen van het advies van de Commissie Wijfels over de Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek TNO (TNO) en Grote Technologische Instituten (GTI) en de versterking van de synergie tussen energieonderzoek door Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en Energie Onderzoek Strategie. Hiertoe wordt aan samenwerkingsverbanden die het ECN aangaat voor bepaalde onderzoeksprogramma’s een apart subsidieplafond vastgesteld.

Samenwerkingsverbanden waaraan ECN deelneemt, die projecten uitvoeren betrekking hebbend op andere (onderdelen van) onderzoeksprogramma’s, kunnen worden gesubsidieerd binnen het subsidieplafond, genoemd in artikel 2, eerste lid. Voorts wordt het subsidieplafond voor bepaalde onderzoeksprogramma’s op nul gezet.

De met een subsidie-aanvraag gemoeide administratieve lasten (deze omvatten toezending van het aanvraagformulier met projectplan en begroting, halfjaarlijkse voortgangsrapportages en de aanvraag om subsidievaststelling) worden door deze regeling niet gewijzigd. Naar schatting zullen negen samenwerkingsverbanden in deze tenderperiode een aanvraag indienen.

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

Naar boven