Wijziging Uitvoeringsregeling S&O-afdrachtvermindering 2006

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 5 juni 2006, nr. WJZ 6028184, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling S&O-afdrachtvermindering 2006

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 23, vierde lid, en artikel 47, vierde lid, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen;

Besluit:

Artikel I

De Uitvoeringsregeling S&O-afdrachtvermindering 20061 wordt gewijzigd als volgt:

1. Artikel 3 komt te luiden: Het gemiddelde uurloon, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, wordt berekend met inachtneming van het model voor de berekeningswijze dat is neergelegd in de bij deze regeling behorende bijlage 2.

2. Bijlage 2 wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2006.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 juni 2006.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Toelichting

De Uitvoeringsregeling S&O-afdrachtvermindering 2006 dient ter uitvoering van de wijziging van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (Wva) die door de inwerkingtreding van het Belastingplan 2006 tot stand kwam.

Door het onbedoeld wegvallen van artikel 21, derde lid, van de Wva, zoals dat luidde vóór de inwerkingtreding van het Belastingsplan 2006, is de grondslag voor de berekening van het gemiddelde uurloon nog uitsluitend gebaseerd op de in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Wva opgenomen definitie. Het gemiddelde uurloon zou daardoor voor diegenen wier gemiddelde uurloon niet kan worden gebaseerd op S&O-afdrachtvermindering voor in 2004 gerealiseerd speur- en ontwikkelingswerk, lager uitkomen. Dit voor betrokkenen nadelige effect wordt nu hersteld door onderdeel 2 van Bijlage 2 aan te passen met terugwerkende kracht met ingang van 1 januari 2006.

Deze regeling levert geen administratieve lasten op omdat de wijziging van Bijlage 2 al eerder is aangekondigd zodat in de uitvoeringspraktijk al rekening kon worden gehouden met deze wijziging.

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

Bijlage

Bijlage 2

1. Het gemiddelde uurloon bedoeld in artikel 23, vierde lid, eerste volzin, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, wordt berekend als A gedeeld door B, waarbij de uitkomst vervolgens naar boven wordt afgerond op een veelvoud van € 5.

A = het loon genoten over de uren waarin speur- en ontwikkelingswerk is gerealiseerd waarvan blijkt uit de S&O-administratie over 2004.

B = het aantal uren waarop het loon bedoeld onder A betrekking heeft.

2. Het gemiddelde uurloon, bedoeld in artikel 23, vierde lid, tweede volzin, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, wordt berekend als A gedeeld door B.

A = het loon dat naar verwachting zal worden genoten over de uren waarin het blijkens de aanvraag voorgenomen speur- en ontwikkelingswerk zal worden verricht, verhoogd met

a. de tantièmes, gratificaties en andere beloningen die in de regel slechts eenmaal of eenmaal per jaar worden toegekend;

b. overwerkloon;

c. loon in de vorm van krachtens een publiekrechtelijke regeling of collectieve arbeidsovereenkomst regelmatig bij de betaling van het loon verstrekte vakantiebonnen, vakantietoeslagbonnen of van daarmee overeenkomende aanspraken, en

d. loon ter zake waarvan de belasting ingevolge artikel 31 van de Wet op de loonbelasting 1964 wordt geheven van de inhoudingsplichtige, voorzover sprake is van loon dat in geblokkeerde vorm wordt gespaard ingevolge een spaarloonregeling.

B = het aantal uren waarop het loon bedoeld onder A betrekking heeft.

  • 1

    Stcrt. 2005, 250.

Naar boven