Omzetbelasting. Jaaropgaaf intracommunautaire leveringen

6 juni 2006

Nr. CPP2006/1063M

Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten:

Dit besluit is een herziene versie van het besluit van 5 november 2001, nr. CPP2001/2168M. Het besluit is herzien in verband met het vervallen van de vereenvoudigde opgaaf ICL. De faciliteit is vervallen omdat er in de praktijk nauwelijks gebruik van wordt gemaakt.

1. Inleiding

Ondernemers die intracommunautaire leveringen verrichten, moeten daarvan uiterlijk de laatste dag van de maand volgend op een kalenderkwartaal opgaaf doen bij de inspecteur (artikel 37a van de Wet op de omzetbelasting 1968). In afwijking van deze algemene regel kunnen ondernemers, die voor de heffing van omzetbelasting jaaraangifte doen, hun Opgaaf intracommunautaire leveringen over dezelfde periode indienen. Daarbij moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan.

2. Voorwaarden jaaropgaaf intracommunautaire leveringen

2.1. Ondernemers die van deze faciliteit gebruik willen maken kunnen daartoe een verzoek indienen bij de inspecteur indien:

– het jaarlijkse totaalbedrag van hun leveringen en diensten, exclusief omzetbelasting, niet meer bedraagt dan € 200.000 en

– het jaarlijkse totaalbedrag van de intracommunautaire leveringen, exclusief omzetbelasting, niet meer bedraagt dan € 15.000 en

– de intracommunautaire leveringen geen leveringen van nieuwe vervoermiddelen zijn.

2.2. In een verzoek vermeldt de ondernemer:

– de verwachte jaaromzet exclusief omzetbelasting;

– de verwachte omvang van de intracommunautaire leveringen;

– een verklaring dat de intracommunautaire leveringen geen leveringen van nieuwe vervoermiddelen zijn.

2.3. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking. Ontvangt de inspecteur het verzoek vóór 1 mei, dan is de ingangsdatum van de beschikking 1 januari van het lopende jaar. In andere gevallen is de ingangsdatum 1 januari van het volgende jaar.

De inspecteur wijst het verzoek af indien de ondernemer niet aan de voorwaarden voldoet.

2.4. De ondernemer, aan wie een beschikking als bedoeld onder punt 2.3 is afgegeven, is verplicht de inspecteur onmiddellijk op de hoogte te stellen indien hij niet meer aan de voorwaarden, genoemd onder punt 2.1., voldoet. De regeling moet dan worden beëindigd. Wat het tijdstip van beëindiging betreft handelt de inspecteur in overeenstemming met de gedragslijn beschreven onder punt 2.3. Beëindiging gebeurt bij voor bezwaar vatbare beschikking.

3. Ingetrokken regeling(en)

Het volgende besluit is ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit: CPP2001/2168M.

4. Inwerkingtreding (en vervaldatum)

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met de dagtekening van dit besluit.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 6 juni 2006.
De Staatssecretaris van Financiën,
namens deze:
de directeur-generaal Belastingdienst, J. Thunnissen.

Naar boven