Instellingsbesluit GI-beraad

Besluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 2 juni 2006, nr. POI2006267349, tot instelling van het beraad voor Geo-Informatie (Instellingsbesluit GI-beraad)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Overwegende dat:

– Het belang van de geo-informatie voor de totstandkoming van een efficiënte en effectieve overheid steeds groter wordt;

– Een aantal belangrijke basisregistraties voor geo-informatie waaronder die voor adressen, gebouwen, kadaster en topografie en mogelijk die van de grootschalige topografie en de ondergrond, de komende jaren worden opgebouwd en onderdeel gaan uitmaken van het stelsel van basisregistraties;

– De ontsluiting en het (her)gebruik van geo-informatie in de publieke sector, maar ook in andere sectoren, moet worden bevorderd, bijvoorbeeld de inzet bij de openbare orde en veiligheid.

– Een aantal internationale ontwikkelingen rond standaardisatie en ontsluiting het noodzakelijk maakt, dat Nederland daarbij aansluit.

Gelet op het besluit Informatievoorziening Rijksoverheid uit 1991, dat de Minister van VROM de coördinerend bewindspersoon is voor de vastgoedinformatie (in recente terminologie: geo-informatie);

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. het GI-beraad: het beraad voor de Geo-informatie;

b. de minister: de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

c. geo-informatie: geografische informatie, informatie met een ruimtelijke component.

Artikel 2

Er is een GI-beraad.

Artikel 3

Het GI-beraad heeft tot taak:

a. Het doen van aanbevelingen aan de minister, overige ministers en overheidsorganen over de strategische onderwerpen op het gebied van de geo-informatie in de publieke sector in Nederland.

b. De minister, overige ministers en overheidsorganen te adviseren over en kaders te stellen voor

1. de organisatie van de coördinatie;

2. de infrastructuur en voorwaarden voor ontsluiting;

3. het stimuleren van gebruik en

4. standaardisatie

van de geo-informatie.

c. de minister, overige ministers en overheidsorganen te adviseren over mogelijke Nederlandse standpunten in internationaal verband en implementatie van Europese richtlijnen, die het onderwerp van geo-informatie in Nederland raken.

d. Het inrichten en laten uitvoeren van programma’s en projecten om de geo-informatie in Nederland te verbeteren.

Artikel 4

Jaarlijks brengt het GI-beraad een advies uit aan de minister over de strategische onderwerpen, die de komende jaren aan de orde zullen komen op het gebied van de geo-informatie in Nederland in de vorm van een strategische agenda. Tevens geeft het GI-beraad opdracht deze agenda uit te voeren.

Artikel 5

Het GI-beraad brengt jaarlijks aan de minister verslag uit van zijn werkzaamheden over het afgelopen jaar.

Uiterlijk 31 december 2008 brengt het GI-beraad verslag uit aan de minister over de doeltreffendheid en de effecten van de werkzaamheden van het beraad en de uitvoering van de strategische agenda.

Artikel 6

1. Het GI-beraad bestaat uit een voorzitter en leden, waarvan in elk geval:

a. een lid voor te dragen door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

b. een lid voor te dragen door de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties;

c. een lid voor te dragen door de Minister van Defensie;

d. een lid voor te dragen door de Minister van Economische Zaken;

e. een lid voor te dragen door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

f. een lid voor te dragen door de Minister van Verkeer en Waterstaat;

g. twee leden voor te dragen door de minister, waaronder de voorzitter;

h. een lid voor te dragen door het Interprovinciaal Overleg;

i. een lid voor te dragen door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;

j. een lid voor te dragen door de Unie van Waterschappen;

k. een lid voor te dragen door het Kadaster;

l. een lid voor te dragen door kennisinstituut TNO-NITG.

2. De voorzitter en de leden van het GI-beraad worden door de minister benoemd.

3. De bijeenkomsten worden bijgewoond door de voorzitter van Stichting GEONOVUM als vertegenwoordiger van het geo-werkveld in de publieke sector.

4. De leden vanuit de departementen vormen de kerngroep van het GI-beraad en zijn verantwoordelijk voor het advies aan de minister en overige ministers.

5. Het GI-beraad bestaat voor meer dan de helft uit ambtenaren die werkzaam zijn bij een ministerie of een daaronder resorterende instelling, dienst of bedrijf en die in verband met hun werkzaamheden in het GI-beraad zitting hebben.

Artikel 7

Het GI-beraad kan zich laten ondersteunen en adviseren door vertegenwoordigers uit bedrijfsleven, wetenschap en andere organisaties op gebied van de geo-informatie.

Artikel 8

Het GI-beraad stelt een nader reglement vast over de werkwijze, de wijze waarop adviezen worden opgesteld en hoe vertegenwoordigers van andere partijen erbij betrokken worden.

Artikel 9

1. Het GI-beraad wordt bijgestaan door een secretariaat.

2. In de personele bezetting van het secretariaat wordt voorzien door de minister.

Artikel 10

Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van het GI-beraad geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van het GI-beraad opgeslagen in het archief van dat ministerie.

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 12

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit GI-beraad.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 juni 2006.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, S.M. Dekker.

Toelichting

In het beleidsprogramma 2004–2007 heeft het kabinet over het innovatief vermogen van Nederland in het bijzonder over de ambities daarbij van ICT het volgende vermeld:

‘Op het gebied van ICT moet Nederland zijn prestaties verbeteren en tot de top van Europa behoren. Alle relevante overheidsinformatie en diensten dienen op termijn voor burgers en bedrijven beschikbaar te zijn via het internet’.

Er kan en moet meer met ICT in Nederland om de dienstverlening van de overheid te verbeteren en de administratieve lasten te verlichten. De burgers en bedrijven vragen om een andere overheid. Het programma Andere Overheid (PAO) moet de overheid toegankelijker en dienstbaarder maken. Ook de effectiviteit en efficiency van de overheid moeten verbeteren.

Daarnaast heeft het kabinet de Rijksbrede ICT-agenda: ‘Beter Presteren met ICT’, waarin de nadruk wordt gelegd op het beter benutten van ICT vanuit een excellente ICT-basis. In het vervolg daarvan zijn een aantal speerpunten benoemd waaronder: eenmalige aanlevering van gegevens, standaardisatie en ICT in het semipublieke domein voor het oplossen van grote maatschappelijke knelpunten in sectoren onderwijs, mobiliteit, veiligheid en zorg.

Geo-informatie speelt bij dit alles een cruciale rol. Geo-informatie is informatie met een ruimtelijke component zoals adres, coördinaten, gebiedsaanduiding etc. De basisregistraties voor gebouwen, adressen, percelen en topografie vormen een belangrijk onderdeel van het stelsel van basisregistraties, dat het hart van de overheidsgegevens moet gaan vormen. Digitale uitwisseling van ruimtelijke plannen, digitale verstrekking van een geïntegreerde leefomgevingvergunning, risicoregisters, maar bijvoorbeeld ook verstrekking van landbouwsubsidies, rampenbestrijding en implementatie van kaderrichtlijn water kunnen niet zonder geo-informatie.

Gelet op dit grote belang van de geo-informatie is het noodzakelijk de coördinatie van de geo-informatie in Nederland te versterken. Tot voor een aantal jaren geleden werd deze coördinatie aan de sector zelf overgelaten. Inmiddels heeft de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer besloten de regie weer naar zich toe te trekken.

Daartoe wordt een beraad voor de Geo-informatie (GI-beraad) ingesteld dat bestaat uit de meest betrokken departementen en overheidspartijen.

Het GI-beraad bestaat uit (pl.)directeuren generaal van LNV, V&W, VROM, EZ, Defensie, BVK en BZK en hoge vertegenwoordigers vanuit Kadaster, VNG, IPO, TNO-NITG en UvW. Dit zijn de belangrijke partijen die nauw betrokken zijn bij de geografische informatiebestanden in de openbare sector. De plaatsvervangend secretaris generaal van VROM zal optreden als voorzitter.

Het GI-beraad wordt ingesteld door de minister van VROM als coördinerend bewindspersoon voor de ruimtelijke inrichting van Nederland (RROM) en voor de geo-informatie conform het besluit Informatievoorziening Rijksdienst van 1991.

De taken van het GI-beraad zijn strategisch van aard en adviserend aan de minister van VROM en daarmee aan de RPC/RROM en kaderstellend voor de geo-sector. Een van de taken is het jaarlijks opstellen van een strategische agenda.

Het GI-beraad kan projecten en programma’s laten inrichten en laten uitvoeren om onderdelen van de strategische agenda te realiseren. Hiervoor zal telkens een van de leden van het GI-beraad optreden als gedelegeerd opdrachtgever.

Het GI-beraad kan bijvoorbeeld werkgroepen (laten) formeren, die bepaalde taken uitvoeren en voorbereiden. Ook kan het GI-beraad projecten en programma’s neerleggen bij uitvoeringsorganisaties of bij de Stichting Geonovum, waarin de belangrijkste overheidspartijen op gebied van de geo-informatie deelnemen.

In het instellingsbesluit en in een eventueel nader reglement met beschrijving van bevoegdheden en werkwijze van het GI-beraad wordt onderscheid gemaakt tussen de departementen en de andere partijen. De adviezen aan de minister en aan het kabinet worden opgesteld door de departementale vertegenwoordigers.

In het nader reglement worden afspraken gemaakt over vervanging. Deze zal bij voorkeur plaatsvinden door mandatering van een ander lid van het GI-beraad en alleen in uitzonderingsgevallen zal vervanging plaatsvinden door een andere vertegenwoordiger.

Op termijn zal ook bedrijfsleven en wetenschap gevraagd worden te participeren. Hierbij is het mogelijk het overleg incidenteel uit te breiden of via forums te laten deelnemen.

Elk lid van het GI-beraad zorgt er voor dat zijn ministerie of organisatie op de hoogte is van de bevindingen van het GI-beraad. Elk ministerie en elke organisatie blijft zelf verantwoordelijk voor zijn eigen handelen.

Het GI-beraad brengt jaarlijks verslag uit over de werkzaamheden, de bevindingen en de resultaten van het afgelopen kalenderjaar en zendt dit aan de minister van VROM. Voor eind 2006 zal het GI-beraad zijn eerste strategische agenda presenteren voor de geo-informatie in Nederland, die aansluit bij het kabinetsbeleid inzake Elektronische Overheid.

Eind 2008 zal het GI-beraad aan de minister van VROM rapporteren over de op haar gebied behaalde resultaten.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

S.M. Dekker

Naar boven