Kortingsregeling Cursusgeld Open Universiteit Nederland (KCOU)

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

de wet: de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek;

betrokkene: degene die voornemens is zich in te schrijven bij de Open Universiteit Nederland en gebruik wil maken van deze regeling;

partner: degene met wie betrokkene gehuwd is of een geregistreerd partnerschap heeft en van wie betrokkene niet duurzaam gescheiden leeft, dan wel degene met wie betrokkene ongehuwd duurzaam een gezamenlijke huishouding voert;

ouder: de ouder(s) en/of stiefouder(s), voorzover gehuwd of verbonden door een geregistreerd partnerschap met een ouder, van een betrokkene die de leeftijd van een en twintig jaren niet heeft bereikt;

peilperiode: de periode van drie maanden gelegen voor het moment dat betrokkene een aanvraag indient voor een gedeeltelijke korting van het cursusgeld;

inschrijving: het inschrijven als student bij de Open Universiteit Nederland overeenkomstig de inschrijvingsvoorwaarden;

cursusgeld: de voor de inschrijving bij de Open Universiteit Nederland verschuldigde geldsom inclusief eventueel verschuldigde toeslag, alsmede de vergoeding verschuldigd voor de aankoop van extra tentamenkansen;

cursus: een programmaonderdeel van een wo-opleiding van de Open Universiteit Nederland bestaande uit één of meer modulen.

Artikel 2. Werkingssfeer

Degene die, op grond van artikel 7.24 lid 3 j° 7.32 lid 5 van de wet toelaatbaar is tot èn voornemens is zich in te schrijven voor cursussen behorend tot de reguliere wo-opleidingen bij de Open Universiteit Nederland, kan in aanmerking komen voor een gedeeltelijke korting van het cursusgeld, indien hij aan de verdere voorwaarden gesteld in deze regeling voldoet.

Artikel 3. Netto-inkomen

1. Indien betrokkene, en diens eventuele partner of ouder, in de peilperiode een (gezamenlijk) netto-inkomen heeft c.q. hebben dat niet meer bedraagt dan 1,01 maal driemaal het normbedrag als geldend voor de op betrokkene toepasselijke woonsituatie als opgenomen in de Wet Werk en Bijstand (exclusief vakantiegeld), komt deze in aanmerking voor een kortingspercentage van 80% van het cursusgeld.

2. Indien betrokkene, en diens eventuele partner of ouder, in de peilperiode een (gezamenlijk) netto-inkomen heeft c.q. hebben dat niet meer bedraagt dan 1,15 maal driemaal het normbedrag als geldend voor de op betrokkene toepasselijke woonsituatie als opgenomen in de Wet Werk en Bijstand (exclusief vakantiegeld), komt deze in aanmerking voor een kortingspercentage van 50% van het cursusgeld.

3. Bij de bepaling van dit netto-inkomen in de peilperiode worden de volgende posten buiten beschouwing gelaten:

a. het totaal aan betaalde basispremies zorgverzekeringen;

b. vakantiegeld;

c. studiefinanciering van kind of partner;

d. kinderbijslag;

e. kinderalimentatie;

f. bepaalde toeslagen op grond van de Wet Werk en Bijstand.

Artikel 4. Studiefinanciering

Betrokkene die een aanspraak kan doen gelden op (gedeeltelijke) studiefinanciering op grond van de Wet Studiefinanciering 2000 komt niet in aanmerking voor deze regeling.

Artikel 5. Verstrekking gegevens

1. Opgave van het inkomen over de peilperiode dient te geschieden door overlegging van afschriften van loongegevens ofwel bewijsstukken van uitkerende instanties. Door zelfstandig ondernemers, freelancers of degene die alimentatie ontvangt dient zo mogelijk een jaaropgave over het belastbaar inkomen te worden verstrekt dan wel bewijsstukken te worden verstrekt waaruit een getrouw beeld blijkt van het inkomen over de peilperiode.

2. Wordt het inkomen genoten in buitenlandse valuta dan vindt omrekening plaats naar de Euro door toepassing van de gemiddelde koers van de buitenlandse valuta over de peilperiode.

3. Wordt het inkomen genoten over vierwekelijkse periodes dan wordt het inkomen herrekend tot een maandinkomen door vermenigvuldiging met 13/12. Toepassing van deze regeling vindt plaats onder de voorwaarde dat er sprake is van een vrijwel identiek inkomen per vierwekelijkse periode.

Artikel 6. Gebruik beschikking

1. De betrokkene die meent recht te hebben op een gedeeltelijke korting van het cursusgeld dient een aanvraag in voor een beschikking omtrent het kortingspercentage.

2. De in het eerste lid bedoelde beschikking is één jaar geldig ingaande op de eerste dag van de maand na de datum van afgifte van de beschikking.

3. Indien betrokkene voor een gedeeltelijke korting in aanmerking wil komen dient in het verzoek tot inschrijving, dat aan de Open Universiteit Nederland wordt gericht, het nummer van de beschikking, als bedoeld in het eerste lid, te worden vermeld.

4. Op een reeds tot stand gekomen inschrijving wordt geen gedeeltelijke korting van het cursusgeld verleend.

Artikel 7. Maximaal aantal cursussen met beschikking

1. Een positieve beschikking die op basis van deze regeling is afgegeven, geeft betrokkene recht op een gedeeltelijke korting van het cursusgeld. De korting kan tegelijkertijd gelden voor maximaal zes cursussen.

2. Zodra een betrokkene maximaal twee cursussen nog niet heeft afgerond kunnen op basis van de positieve beschikking nieuwe cursussen besteld worden tot wederom het maximum van zes cursussen mits, de opeisbare termijnen van, het cursusgeld en eventuele administratiekosten terzake de eerdere inschrijving(en) zijn voldaan.

3. Niet afgeronde cursussen uit eerdere inschrijvingen blijven in het kader van deze regeling meetellen tot de betreffende cursussen niet meer getentamineerd worden.

4. Indien bij inschrijving het in de vorige leden bedoelde maximum aantal cursussen wordt overschreden, heeft betrokkene voor dit meerdere geen recht op een gedeeltelijke korting van het cursusgeld.

Artikel 8. Bezwaar en beroep

1. Betrokkene die het niet eens is met een beschikking omtrent een verlaagd cursusgeld kan een bezwaarschrift indienen bij het daartoe bevoegde orgaan van de Open Universiteit Nederland.

2. Tegen een beschikking genomen op een bezwaarschrift bedoeld in het eerste lid staat beroep open bij het College van beroep voor het hoger onderwijs.

Artikel 9. Hardheidsclausule

In die gevallen waarin deze regeling niet, niet duidelijk of niet naar billijkheid voorziet, wordt door of namens het College van bestuur van de Open Universiteit Nederland beslist.

Artikel 10. Bekendmaking en inzage

1. De Open Universiteit Nederland draagt zorg voor een bekendmaking van deze regeling op in ieder geval de in artikel 7.50 lid drie van de wet voorgeschreven wijze, alsmede van elke wijziging van deze regeling.

2. Elke belangstellende kan op een daartoe strekkend verzoek een exemplaar van deze regeling inzien in een van de studiecentra of steunpunten van de Open Universiteit Nederland.

Artikel 11. Overgangsregeling zomerperiode 2006

Een betrokkene die op basis van de Kortingsregeling Cursusgeld Open Universiteit van 8 juli 1997 een beschikking heeft ontvangen voor het studiejaar 2005-2006 kan met deze beschikking tot 31 augustus 2006 inschrijven voor nieuwe cursussen onder de voorwaarden gesteld in deze regeling.

Artikel 12. Citeertitel en inwerkingtreding

1. Dit is de regeling als bedoeld in artikel 7.50 lid 2 van de wet. Zij wordt aangehaald als Kortingsregeling Cursusgeld Open Universiteit Nederland (KCOU).

2. Deze regeling is vastgesteld door het College van bestuur op 23 mei 2006, na eerder overleg met de Studentenraad in het kader van de nieuwe inschrijfregeling, en treedt in werking op 1 juli 2006.

3. Met de inwerkingtreding van deze regeling vervalt de Kortingsregeling Cursusgeld Open Universiteit van 8 juli 1997, met kenmerk U97/3.575-1 AOK, die op 1 september 1997 in werking is getreden.

Naar boven