Wijziging Regeling aanvraag en toelating vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 24 mei 2006, nr. AT-EZ/5746724.JZ, tot wijziging van de Regeling aanvraag en toelating vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 11, eerste lid, van het Frequentiebesluit;

Besluit:

Artikel I

De bijlage bij de Regeling aanvraag en toelating vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte¹ komt te luiden:

Bijlage bij artikel 6 van de Regeling aanvraag en toelating vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte

Categorie vergunningen	Toegestaan zendvermogen	Frequentiebanden in MHz		Status^2	Bijzondere bepalingen
	in watt (PEP)^1	van	tot
F	400	0.1357	0.1378	S	Alleen de klasse A1A
F	400	1.81	1.85	P
F	400	1.85	1.88	S
F	400	3.5	3.8	P
F	400	7.0	7.1	P
F	250	7.1	7.2	S
F	400	10.1	10.15	S	Alleen A1A, F1A, G1A, J2A; contesten zijn niet toegestaan
F	400	10.14	10.15	S	Data, bandbreedte max. 500 Hz
F	400	14.0	14.35	P
F	400	18.068	18.168	P
F	400	21.0	21.45	P
F	400	24.89	24.99	P
F	400	28.0	29.7	P
F	120	50.0	50.45	S	Alleen A1A en J3E
F	30	50.0	50.45	S
F	30	50.45	52.0	S	Crossband- en duplexverbindingen zijn niet toegestaan
F	400	144.0	146.0	P
F	400	430.0	436.0	P
F	400	436.0	440.0	S
F	120	1240.0	1300.0	S
F	120	2320.0	2400.0	S
F	120	2400.0	2450.0	S	Uitsluitend satelliet verkeer
F	120	3400.0	3410.0	S
F	120	5650.0	5850.0	S
F	120	10000.0	10500.0	S
F	120	24000.0	24050.0	P
F	120	24050.0	24250.0	S
F	120	47000.0	47200.0	P
F	120	75500.0	76000.0	P	Deze toewijzing is geldig tot 2006
F	120	76000.0	77500.0	S
F	120	77500.0	78000.0	P
F	120	78000.0	81500.0	S
F	120	122250.0	123000.0	S
F	120	134000.0	136000.0	P
F	120	136000.0	141000.0	S
F	120	241000.0	248000.0	S
F	120	248000.0	250000.0	P
N	25	144.0	146.0	P
N	25	430.0	436.0	P
N	25	436.0	440.0	S

¹ Peak Envelope Power.

² P = Primaire Status Amateurdienst, S = Secundaire Status Amateurdienst.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 24 mei 2006.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Toelichting

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de bijlage bij artikel 6 van de Regeling aanvraag en toelating vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte. De wijziging heeft betrekking op een uitbreiding van de frequentieruimte voor de amateurdienst en op twee frequentiebanden die reeds voor de amateurdienst beschikbaar zijn.

De uitbreiding van de voor de amateurdienst beschikbare frequentieruimte is het gevolg van een besluit van de Wereld Radio Conferentie 2003 om artikel 5 van het Radioreglement behorende bij het Internationaal Telecommunicatieverdrag zodanig aan te passen dat de ITU-lidstaten, die vallen binnen Regio I, de frequentieband 7.1 tot 7.2 MHz kunnen toewijzen aan de amateurdienst. Vanaf 29 maart 2009 zal deze band bestemd zijn voor de amateurdienst. Tot die datum blijft de band bestemd voor kortegolf omroep. Vooruitlopend op deze bestemmingswijziging per 29 maart 2009 is in het NFP2005 van 31 oktober 2005 (Stcrt. 2005, 216) geregeld dat het de amateurdienst reeds nu kan worden toegestaan van de genoemde band gebruik te maken. Wel is de bestemming van de band voor de amateurdienst secundair, dat wil zeggen de amateurdienst mag geen storing veroorzaken aan de omroep.

De wijzigingen in de reeds beschikbare frequentiebanden voor de amateurdienst hebben betrekking op de frequentiebanden 10.14 tot 10.15 MHz en 2400 tot 2450 MHz. In de frequentieband 10.14 tot 10.15 MHz is het voortaan alleen toegestaan digitale technieken te gebruiken met een maximale bandbreedte van 500 Hertz. De frequentieband 2320 tot 2450 MHz wordt gesplitst in de banden 2320 tot 2400 MHz en 2400 tot 2450 MHz, welke laatste band uitsluitend mag worden gebruikt voor satellietcommunicatie. Deze beperking is opgenomen ter bescherming van laagvermogenstoepassingen die ook van deze band gebruik maken en welke zijn vrijgesteld van het vergunningvereiste, zoals draadloze computernetwerken.

Als gevolg van de wijziging van de regeling vindt geen stijging van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven plaats. Doordat de administratieve lasten gelijk blijven, behoeft de regeling niet ter toetsing aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten te worden voorgelegd.

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

• 1 Stcrt. 2003, 207; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 19 mei 2004 (Stcrt. 92).