Wijziging Nadere regels attractie- en speeltoestellen

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 mei 2006, nr. VGP/PSL 2686877, houdende wijziging van bijlage II bij de Nadere regels attractie- en speeltoestellen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 5, eerste lid, van het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen;

Besluit:

Artikel I

Aan Bijlage II bij de Nadere regels attractie- en speeltoestellen wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel j door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

k. NEN-EN 13814 Machines en constructies op kermisterreinen en amusementsparken – Veiligheid.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Toelichting

Voorliggende regeling geeft uitvoering aan artikel 5, eerste lid, van het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (verder: WAS). Genoemde bepaling geeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de bevoegdheid veiligheidsnormen voor de veiligheid van speel- en attractietoestellen aan te wijzen. Het voldoen aan deze normen levert het vermoeden op dat het toestel in kwestie voldoet aan de eisen van het WAS, voor zover ten aanzien van die eisen in de normen is voorzien. Inachtneming van de aangewezen normen is niet verplicht. Naleving van de normen levert de producent wel een grote mate van zekerheid op dat zijn product aan de wettelijk eisen voldoet. De aangewezen normen leveren daarnaast de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) een goed bruikbaar handvat voor de controle op de naleving van de eisen van het WAS.

Met onderhavige regeling wordt de Nederlandse norm waarin de Europese norm voor de veiligheid van machines en constructies op kermisterreinen en amusementsparken is omgezet, aangewezen. De norm wordt daartoe opgenomen in bijlage II van de Nadere regels attractie- en speeltoestellen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

Naar boven