Wijziging diverse regelingen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 31 mei 2006, nr. DWJZ/BWJP-2687118, houdende de wijziging van diverse regelingen op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in verband met de dualisering van het gemeentebestuur en het provinciebestuur

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 10 en 10a, vijfde lid, van de Welzijnswet 1994, de artikelen 39, tweede lid, 41, zesde lid, en 43 van de Wet op de jeugdzorg, de artikelen 11, 15 en 17 van het Besluit beleidsinformatie jeugdzorg, de artikelen 6, tweede lid, en 7, tweede en vierde lid, van het Tijdelijk besluit uitkeringen jeugdzorg, artikel 3 van de Kaderwet volksgezondheidssubsidies, de artikelen 5, 49a en 56 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid, en artikel 6 van het Besluit rijksvergoeding Wvg-woonvoorzieningen;

Besluit:

Artikel I

In de artikelen 2 en 3, eerste lid, van de Monitorregeling maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingsbeleid wordt ‘gemeentebesturen’ vervangen door: colleges van burgemeester en wethouders.

Artikel II

De Regeling bekostiging jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5, eerste lid, wordt ‘De provincie hanteert’ vervangen door: Provinciale staten hanteren.

B

In artikel 5, tweede lid, wordt ‘De provincie kan’ vervangen door: Provinciale staten kunnen.

C

In de artikelen 6, eerste, tweede en derde lid, en 7 wordt ‘De provincie verplicht’ vervangen door: Provinciale staten verplichten.

D

In Bijlage 2, onder 1. Inleiding, eerste volzin, wordt ‘dient de provincie’ vervangen door: dienen gedeputeerde staten.

E

In Bijlage 2, onder 6.2. Oordeel over financieel beheer, tweede volzin, wordt ‘de provincie’ vervangen door: gedeputeerde staten.

Artikel III

Bijlage 3 van de Regeling beleidsinformatie jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd:

A

In het onderdeel Inleiding, wordt het tekstgedeelte aanvangende met de woorden ‘De provincies kunnen hun provinciale Rapportageformat’ en eindigend met de woorden ‘met daarin een apart format.’ vervangen door:

Gedeputeerde staten kunnen de provinciale Rapportageformat laten vaststellen door de Minister. Doen zij dat niet dan kunnen gedeputeerde staten Bureau Jeugdzorg verplichten de aanvullende beleidsinformatie te verschaffen, mits dit verband houdt met de verstrekte subsidie. Hierbij moet de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) in acht worden genomen.

Voor wat betreft de verstrekking van gegevens door de Raad voor de Kinderbescherming aan gedeputeerde staten zij opgemerkt dat het Ministerie van Justitie met gedeputeerde staten een apart protocol opstelt met daarin een apart format.

B

In het onderdeel Definities, onder b, wordt het tekstgedeelte aanvangende met de woorden ‘provincie: een provincie, alsmede’ en eindigend met de woorden ‘betrokken regionaal openbaar lichaam;’ vervangen door:

provincie: een provincie, alsmede het bestuur van een regionaal openbaar lichaam van het samenwerkingsgebied waarvan de gemeente Amsterdam, Rotterdam, onderscheidenlijk ’s-Gravenhage deel uitmaakt, indien gedeputeerde staten de bevoegdheden inzake de uitvoering van hun taken in het kader van de jeugdzorg op grond van artikel 20 van de Kaderwet bestuur in verandering hebben overgedragen aan dat bestuur van het betrokken regionaal openbaar lichaam;

C

In het onderdeel 1. Algemene verplichtingen, onder b, en het onderdeel 3. Rapportageformat beleidsinformatie jeugdzorg, wordt ‘de provincies’ vervangen door: gedeputeerde staten.

D

In Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘1. Rapportageperiode’, paragraaf 1.1., wordt het tekstgedeelte aanvangende met de woorden ‘Verstrekking door de stichting:’ en eindigend met de woorden ‘tot 1 oktober (jaar t–1) naar het Rijk.’ vervangen door:

Verstrekking door de stichting:

– Uiterlijk op 1 maart van elk jaar stuurt de stichting de gegevens over het tijdvak van 1 oktober tot en met 31 december van het voorafgaande jaar naar gedeputeerde staten en de zorgverzekeraars.

– Uiterlijk op 1 juni van elk jaar stuurt de stichting de gegevens over het tijdvak van 1 januari tot 1 april van dat jaar naar gedeputeerde staten en de zorgverzekeraars.

– Uiterlijk op 1 september van elk jaar stuurt de stichting de gegevens over het tijdvak van 1 april tot 1 juli van dat jaar naar gedeputeerde staten en de zorgverzekeraars.

– Uiterlijk op 1 december van elk jaar stuurt de stichting de gegevens over het tijdvak van 1 juli tot 1 oktober van dat jaar naar gedeputeerde staten en de zorgverzekeraars.

– Verstrekking door gedeputeerde staten:

– Uiterlijk op 1 juli van elk jaar sturen gedeputeerde staten de gegevens over het tijdvak van 1 april (jaar t–1) tot 1 april (jaar t) naar het Rijk.

– Uiterlijk op 1 januari van elk jaar sturen gedeputeerde staten de gegevens over het tijdvak van 1 oktober (jaar t–2) tot 1 oktober (jaar t–1) naar het Rijk.

E

In Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘1. Rapportageperiode’, paragraaf 1.4., wordt het tekstgedeelte aanvangende met de woorden ‘Bij een aantal tabellen staat aangegeven’ en eindigend met de woorden ‘aan de provincie te worden verstrekt (zie paragraaf 1.1 voor tijdstippen en tijdvakken).’ vervangen door:

Bij een aantal tabellen staat aangegeven dat zij jaarlijks door gedeputeerde staten aan het Rijk moeten worden verstrekt(*). De stichting verstrekt deze tabellen 1× per jaar zonder onderscheid in kwartalen op uiterlijk 1 december, uiterlijk 1 januari sturen gedeputeerde staten deze gegevens naar het Rijk. Gezien de specifieke informatiebehoefte van de provincie, dienen deze tabellen echter wel vier keer per jaar door de stichting aan gedeputeerde staten te worden verstrekt (zie paragraaf 1.1 voor tijdstippen en tijdvakken).

F

In Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘1. Rapportageperiode’, paragraaf 1.5., wordt het tekstgedeelte aanvangende met de woorden ‘Bij een aantal tabellen’ en eindigend met de woorden ‘deze gegevens naar het Rijk.’ vervangen door:

Bij een aantal tabellen staat aangegeven dat zij jaarlijks aan gedeputeerde staten en het Rijk moeten worden verstrekt (zie bijlage 1). De stichting verstrekt deze tabellen 1× per jaar zonder onderscheid in kwartalen op uiterlijk 1 december aan gedeputeerde staten, uiterlijk 1 januari sturen gedeputeerde staten deze gegevens naar het Rijk.

G

In Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘1. Cliëntkenmerken jeugdige cliënten’, paragrafen 1.0. en 1.5., wordt ‘de provincie’ vervangen door: gedeputeerde staten.

H

In Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘1. Cliëntkenmerken jeugdige cliënten’, paragraaf 1.5., onder Toelichting, wordt ‘Provincies’ vervangen door: Gedeputeerde staten.

I

In Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘2. Algemene gegevens’, paragrafen 2.3. en 2.4., onderdeel ‘3. Indicatiebesluit’, paragrafen 3.4., 3.5. en 3.7., onderdeel ‘4. Gegevens over de verlening van geïndiceerde zorg’, paragrafen 4.4., 4.5., 4.6., 4.9. en 4.10., onderdeel ‘5. Verlening van ambulante jeugdzorg door Bureau Jeugdzorg’, paragraaf 5.3., en onderdeel ‘8. AMK’, paragrafen 8.3. en 8.6., wordt ‘de provincie’ vervangen door: gedeputeerde staten.

Artikel IV

De Regeling experimenten Wmo wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 6, 8, eerste lid, en 9, van de Regeling experimenten Wmo wordt ‘De gemeente’ vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.

B

In artikel 7, eerste en tweede lid, wordt ‘de gemeente’ vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel V

De Rijkssubsidieregeling jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 39 wordt ‘De provincie zorgt’ vervangen door: Gedeputeerde staten zorgen.

B

In artikel 40 wordt ‘De provincie doet’ vervangen door: Gedeputeerde staten doen.

C

In artikel 41 wordt ‘De provincie stelt’ vervangen door: Gedeputeerde staten stellen.

D

Artikel 42, eerste lid, komt te luiden:

1. Gedeputeerde staten verstrekken aan de door de Ministers aangewezen ambtenaren of andere personen op diens verzoek alle bescheiden en inlichtingen die noodzakelijk zijn voor een juiste vervulling van hun taak. De bescheiden worden op één adres getoond en de inlichtingen, op verzoek, schriftelijk verstrekt. Indien gedeputeerde staten slechts kunnen voldoen aan deze verplichting door inbreuk te maken op het recht van enig persoon op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer, verstrekken gedeputeerde staten de verlangde gegevens op zodanige wijze dat deze niet tot personen herleidbaar zijn.

E

In artikel 43, eerste lid, wordt ‘dient de provincie’ vervangen door: dienen gedeputeerde staten.

Artikel VI

In artikel 3, derde lid, van de Tijdelijke regeling specifieke uitkering jeugdgezondheidszorg wordt ‘De gemeente’ vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.

Artikel VII

De Tijdelijke stimuleringsregeling advies- en steunpunten huiselijk geweld wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, derde lid, wordt ‘de centrumgemeente’ vervangen door: het college van burgemeester en wethouders van een centrumgemeente.

B

In artikel 5 wordt ‘De centrumgemeente’ vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders van een centrumgemeente.

C

In artikel 6 wordt ‘Een GSB-gemeente’ vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders van een GSB-gemeente.

Artikel VIII

De Tijdelijke stimuleringsregeling buurt, onderwijs en sport wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 8, 9, en 12, eerste lid, eerste volzin, wordt ‘De gemeente’ vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.

B

In de artikelen 10 en 12, eerste lid, derde volzin, wordt ‘de gemeente’ vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel IX

De regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 24 augustus 2005, nr. DVVO/ZV-U-2589664, houdende wijziging van de Regeling verantwoording kosten Wvg-woonvoorzieningen (Stcrt. 168) wordt als volgt gewijzigd:

A

In Bijlage 3, onderdeel ‘1. Inleiding’, vijfde volzin, wordt ‘gemeentebestuur’ vervangen door: college van burgemeester en wethouders.

B

In Bijlage 3, onderdeel ‘Verleningsbeschikking’, eerste volzin, en ‘Vaststellingsbeschikking’, eerste volzin, wordt ‘de gemeente’ vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.

C

In Bijlage 3, onderdeel ‘Verleningsbeschikking’, derde volzin, wordt ‘Een gemeente’ vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.

Artikel X

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Toelichting

Algemeen

In 2002 en 2003 heeft de dualisering zijn intrede gedaan in de gemeenten en de provincies. Daarmee werd beoogd de posities van de gemeenteraad en provinciale staten enerzijds en het college van burgemeester en wethouders en gedeputeerde staten anderzijds te ontvlechten en te verduidelijken. Onderdeel van die ontvlechting is een herverdeling van bestuursbevoegdheden met als uitgangspunt dat bestuursbevoegdheden zoveel mogelijk worden geconcentreerd bij het college van burgemeester en wethouders respectievelijk gedeputeerde staten. Aan dat uitgangspunt is allereerst uitwerking gegeven ten aanzien van de in de Gemeentewet en de Provinciewet geregelde bestuursbevoegdheden in de Wet dualisering gemeentebestuur1 en de Wet dualisering provinciebestuur2 die het startpunt zijn geweest van de dualiseringsoperatie. Vervolgens zijn aan de hand van een toetsingskader3 verschillende medebewindwetten aangepast4 . In het toetsingskader worden de volgende criteria gehanteerd.

1. In het geval van het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften behoort de bevoegdheid bij de raad c.q. provinciale staten te berusten.

2. De bevoegdheid om (uitvoerende) regels vast te stellen die geen algemeen verbindende voorschriften inhouden worden bij het college van burgemeester en wethouders c.q. gedeputeerde staten neergelegd.

3. De raad c.q. provinciale staten oefenen de bevoegdheid uit als het een onderwerp betreft dat in hoge mate een kaderstellend karakter heeft of wanneer er sprake is van een (bestuurs-)bevoegdheid op hoofdlijnen.

4. Als het belang van een sterke democratische legitimatie van de uitoefening van een bepaalde bevoegdheid groot is, dan zijn de raad c.q. provinciale staten eveneens het aangewezen orgaan.

5. Het college van burgemeester en wethouders c.q. gedeputeerde staten zijn het aangewezen orgaan als het gaat om uitwerkingen of uitvoering van beleid.

Dat heeft geleid tot een herverdeling van bevoegdheden, maar ook tot verduidelijking van de bevoegdheidsverdeling waar bevoegdheden waren toegekend aan het gemeentebestuur of het provinciebestuur.

De onderhavige regeling strekt ertoe de bevoegdheidsverdeling in een aantal ministeriele regelingen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in overeenstemming te brengen met de dualistische uitgangspunten.

Artikelsgewijs

Toepassing van het toetsingskader leidt ertoe, dat de bestuursbevoegdheden zijn toebedeeld aan het college van burgemeester en wethouders of aan gedeputeerde staten. De regelingen zijn aangepast aan het algemene uitgangspunt dat bestuursbevoegdheden zoveel mogelijk worden geconcentreerd bij het college van burgemeester en wethouders.

De algemene kaderstellende, controlerende en verordenende bevoegdheid rust bij de gemeenteraad en bij provinciale staten. Enkel bij de Regeling bekostiging jeugdzorg was er sprake van een wijziging betreffende een verordenende bevoegdheid. De verordenende bevoegdheid in deze regeling is toebedeeld aan provinciale staten.

Hieronder volgt een schematisch overzicht per regeling van de overgaande taken en bevoegdheden.

Titel van de regeling

Artikel

Thans bevoegd

Vervangen door

Omschrijving taak/bevoegdheid

Monitorregeling maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingsbeleid

2

gemeentebesturen

colleges van b&w

Gegevens verzamelen:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus colleges van b&w zijn bevoegd.

 

3, lid 1

gemeentebesturen

colleges van b&w

Verstrekken van gegevens:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus colleges van b&w zijn bevoegd.

Regeling bekostiging jeugdzorg

5, lid 1

provincie

provinciale staten

Betreft bij verordening regels stellen omtrent de subsidiëring:

Betreft verordenende bevoegdheid dus provinciale staten zijn bevoegd.

 

5, lid 2

provincie

provinciale staten

Betreft bij verordening regels stellen omtrent de subsidiëring:

Betreft verordenende bevoegdheid dus provinciale staten zijn bevoegd.

 

6, lid 1

provincie

provinciale staten

Betreft bij verordening regels stellen omtrent de subsidiëring:

Betreft verordenende bevoegdheid dus provinciale staten zijn bevoegd.

 

6, lid 2

provincie

provinciale staten

Betreft bij verordening regels stellen omtrent de subsidiëring:

Betreft verordenende bevoegdheid dus provinciale staten zijn bevoegd.

 

6, lid 3

provincie

provinciale staten

Betreft bij verordening regels stellen omtrent de subsidiëring:

Betreft verordenende bevoegdheid dus provinciale staten zijn bevoegd.

 

7

provincie

provinciale staten

Betreft bij verordening regels stellen omtrent de subsidiëring:

Betreft verordenende bevoegdheid dus provinciale staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, onder 1.Inleiding

provincie

gedeputeerde staten

Indienen ontwerp van het uitvoeringsprogramma jeugdzorg bij de ministers:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, onder 6.2. Oordeel over financieel beheer

provincie

gedeputeerde staten

Verslag met de verklaring over de verantwoording ter kennis brengen aan de ministers:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

Regeling beleidsinformatie jeugdzorg,

Bijlage 3, Informatieprotocol Beleidsinformatie Jeugdzorg

Inleiding

provincies

(4×)

gedeputeerde staten

1) Format laten vaststellen door de minister:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

    

2) Bureau Jeugdzorg verplichten de aanvullende informatie te verschaffen:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

    

3) Gegevens ontvangen van de Raad van de Kinderbescherming:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

    

4) Protocol opstellen:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Definities, onder b

provinciaal bestuur

gedeputeerde staten

Bevoegdheden overdragen:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

1. Algemene verplichtingen, onder b

provincies

gedeputeerde staten

Gegevens verstrekken:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

3. Rapportageformat beleidsinformatie jeugdzorg

provincies

gedeputeerde staten

Zich houden aan Rapportageformat beleidsinformatie jeugdzorg bij het verstrekken van de gegevens:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘1. Rapportageperiode’, paragraaf 1.1.

provincie

gedeputeerde staten

Gegevens ontvangen en verstrekken:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘1. Rapportageperiode’, paragraaf 1.4.

provincie

gedeputeerde staten

Gegevens ontvangen van een stichting en verstrekken aan het Rijk:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘1. Rapportageperiode’, paragraaf 1.5.

provincie

gedeputeerde staten

Gegevens ontvangen en verstrekken:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘1. Cliëntkenmerken jeugdige cliënten’, paragraaf 1.0.

provincie

gedeputeerde staten

Gegevens verstrekken aan het Rijk:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘1. Cliëntkenmerken jeugdige cliënten’, paragraaf 1.5.

provincie

gedeputeerde staten

Gegevens verstrekken aan het Rijk:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘1. Cliëntkenmerken jeugdige cliënten’, paragraaf 1.5., onder Toelichting

provincies

gedeputeerde staten

Nadere afspraken maken met de Bureau’s Jeugdzorg:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘2. Algemene gegevens’, paragraaf 2.3.

provincie

gedeputeerde staten

Gegevens verstrekken aan het Rijk:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘2. Algemene gegevens’, paragraaf 2.4.

provincie

gedeputeerde staten

Gegevens verstrekken aan het Rijk:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘3. Indicatiebesluit’, paragraaf 3.4.

provincie

gedeputeerde staten

Gegevens verstrekken aan het Rijk:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘3. Indicatiebesluit’, paragraaf 3.5.

provincie

gedeputeerde staten

Gegevens verstrekken aan het Rijk:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel. onderdeel ‘3. Indicatiebesluit’, paragraaf 3.7.

provincie

gedeputeerde staten

Gegevens verstrekken aan het Rijk:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘4. Gegevens over de verlening van geïndiceerde zorg’, paragraaf 4.4.

provincie

gedeputeerde staten

Gegevens verstrekken aan het Rijk:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘4. Gegevens over de verlening van geïndiceerde zorg’, paragraaf 4.5.

provincie

gedeputeerde staten

Gegevens verstrekken aan het Rijk:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘4. Gegevens over de verlening van geïndiceerde zorg’, paragraaf 4.6.

provincie

gedeputeerde staten

Gegevens verstrekken aan het Rijk:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘4. Gegevens over de verlening van geïndiceerde zorg’, paragraaf 4.9.

provincie

gedeputeerde staten

Gegevens verstrekken aan het Rijk:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘4. Gegevens over de verlening van geïndiceerde zorg’, paragraaf 4.10.

provincie

gedeputeerde staten

Gegevens verstrekken aan het Rijk:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘5. Verlening van ambulante jeugdzorg door Bureau Jeugdzorg’ paragraaf 5.3.

provincie

gedeputeerde staten

Gegevens verstrekken aan het Rijk:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘8. AMK’, paragraaf 8.3.

provincie

gedeputeerde staten

Gegevens verstrekken aan het Rijk:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

Bijlage 2, Rapportageformat Beleidsinformatie jeugdzorg, onderdeel ‘8. AMK’, paragraaf 8.6.

provincie

gedeputeerde staten

Gegevens verstrekken aan het Rijk:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

Regeling experimenten Wmo

6

gemeente

college van b&w

Schriftelijk mededeling doen aan de minister:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus college van b&w is bevoegd.

 

7, lid 1

gemeente

college van b&w

Zenden van verslag aan de minister:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus college van b&w is bevoegd.

 

7, lid 2

gemeente

college van b&w

Zenden van verslag aan de minister:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus college van b&w is bevoegd.

 

8, lid 1

gemeente

college van b&w

Bescheiden en inlichtingen verstrekken aan door de minister aangewezen ambtenaren en personen:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus college van b&w is bevoegd.

 

9

gemeente

college van b&w

In jaarrekening bepaalde informatie opnemen:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus college van b&w is bevoegd.

Rijkssubsidieregeling jeugdzorg

39

provincie

gedeputeerde staten

Ervoor zorgen dat:

a. de doeleinden, gesteld in het projectplan, op doelmatige wijze worden nagestreefd;

    

b. de werkzaamheden op een zodanige wijze worden geregeld dat een goed beleid en beheer worden gevoerd;

    

c. de uitkering op doelmatige wijze wordt gebruikt voor de doeleinden waarvoor deze wordt verleend.

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

40

provincie

gedeputeerde staten

Schriftelijke mededeling doen aan de ministers:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

41

provincie

gedeputeerde staten

Na afloop van het project waarvoor de uitkering is verleend een verslag van activiteiten vaststellen:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

42

provincie

(3×)

gedeputeerde staten

Bescheiden en inlichtingen verstrekken aan door de minister aangewezen ambtenaren en personen:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

 

43

provincie

gedeputeerde staten

Aanvraag indienen voor de vaststelling van de uitkering bij de ministers:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus gedeputeerde staten zijn bevoegd.

Tijdelijke regeling specifieke uitkering jeugdgezondheidszorg

3, lid 3

gemeente

college van b&w

Schriftelijk mededeling doen aan de minister:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus college van b&w is bevoegd.

Tijdelijke stimuleringsregeling advies- en steunpunten huiselijk geweld

2, lid 3

centrumgemeente

college van b&w van een centrumgemeente

Gegevens overleggen aan de minister:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus college van b&w is bevoegd.

 

5

centrumgemeente

college van b&w van een centrumgemeente

Verslag doen aan de minister:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus college van b&w is bevoegd.

 

6

GBS-gemeente

college van b&w van een GBS-gemeente

Een verantwoording en een schriftelijk verslag overleggen aan de minister:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus college van b&w is bevoegd.

Tijdelijke stimuleringsregeling buurt, onderwijs en sport

8

gemeente

college van b&w

Schriftelijk mededeling doen aan de minister:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus college van b&w is bevoegd.

 

9

gemeente

college van b&w

Een verslag verstrekken aan de minister:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus college van b&w is bevoegd.

 

10

gemeente

college van b&w

Schriftelijk verslag verzenden aan de minister:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus college van b&w is bevoegd.

 

12, lid 1

gemeente

(3×)

college van b&w

Bescheiden en inlichtingen verstrekken aan door de minister aangewezen ambtenaren en personen:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus college van b&w is bevoegd.

Wijzigingsregeling Regeling verantwoording kosten Wvg-woonvoorzieningen

Bijlage 3, onderdeel 1. Inleiding

gemeentebestuur

college van b&w

Indienen declaratie bij minister:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus college van b&w is bevoegd.

 

Bijlage 3, onderdeel Verleningsbeschikking

gemeente

college van b&w

Opstellen beschikking:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus college van b&w is bevoegd.

 

Bijlage 3, onderdeel Vaststellingsbeschikking

gemeente

college van b&w

Opstellen beschikking:

Betreft een bestuursbevoegdheid dus college van b&w is bevoegd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

Naar boven