Wijziging Regeling inburgering oudkomers G25 2006

Regeling van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 12 mei 2006, nr. DDS 5421572, tot wijziging van de Regeling inburgering oudkomers G25 2006

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

Besluit:

Artikel I

De Regeling inburgering oudkomers G25 2006 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel h, wordt ‘als bedoeld in artikel 3’ vervangen door: ten behoeve van de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2006.

B

In de titel van Hoofdstuk 2 wordt ‘voorschot’ vervangen door: voorschotten.

C

1. Artikel 3, tweede lid, komt te luiden:

2. De Minister beoordeelt alle ingediende aanvragen gezamenlijk en stelt per aanvraag voorschotten op de bijdrage vast. Het voorschot met betrekking tot de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2006 wordt vastgesteld aan de hand van de in het derde lid genoemde verdeelsleutel. Het voorschot met betrekking tot de periode van 1 juli tot en met 31 december 2006 wordt ambtshalve vastgesteld.

2. In artikel 3, derde en vierde lid, wordt na ‘voorschot’ telkens ingevoegd: met betrekking tot de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2006.

3. Onder vernummering van het vijfde tot zesde lid wordt aan artikel 3 een lid toegevoegd, luidende:

5. Het voorschot met betrekking tot de periode van 1 juli tot en met 31 december 2006 wordt voor 1 juli 2006 vastgesteld en aan het college bekendgemaakt.

4. In artikel 3, zesde lid, wordt ‘Het voorschot wordt’ vervangen door: De voorschotten worden.

D

In artikel 4, tweede lid, wordt ‘de periode van 1 januari tot en met 30 juni’ geschrapt.

E

1. In artikel 7, eerste lid, wordt ‘een voorschot als bedoeld in artikel 3 is verleend’ vervangen door: voorschotten als bedoeld in artikel 3 zijn verleend.

2. In artikel 7, tweede lid, onder a, wordt ‘de periode van 1 januari tot en met 30 juni’ geschrapt.

F

1. In artikel 8, tweede lid, onder a, wordt ‘de periode van 1 januari tot en met 30 juni’ geschrapt.

2. In artikel 8, derde lid, wordt ‘het voorschot’ vervangen door: de voorschotten.

G

1. In artikel 9, tweede lid, wordt ‘het verleende voorschot’ vervangen door: de verleende voorschotten.

2. In artikel 9, derde lid, wordt ‘Indien het verleende voorschot hoger is’ vervangen door: Indien de verleende voorschotten hoger zijn.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, M.C.F. Verdonk.

Toelichting

Algemeen

Ten tijde van de inwerkingtreding van de Regeling inburgering oudkomers G25 2006 werd er van uit gegaan dat de nieuwe Wet inburgering op 1 juli 2006 in werking zou kunnen treden en dat de inburgering van oudkomers vanaf dat tijdstip deel zou uitmaken van het nieuwe inburgeringsstelsel. Bij brief van 23 maart 2006 is aan de Voorzitter van de Tweede Kamer medegedeeld dat de voortgang van het wetgevingsproces vertraging heeft opgelopen en dat invoering van het nieuwe stelsel niet langer voorzien wordt per medio 2006. Invoering van het nieuwe stelsel wordt thans verwacht op 1 januari 2007.

Onderhavige wijziging van de Regeling inburgering oudkomers G25 2006 stelt de betrokken gemeenten in staat om ook in de tweede helft van 2006 oudkomers te laten beginnen met een inburgeringsprogramma. Voor de periode van 1 juli tot en met 31 december 2006 is een aanvullend budget van € 5.728.000 beschikbaar. Daarnaast wordt het gemeenten mogelijk gemaakt om de voor de eerste helft van 2006 beschikbaar gestelde voorschotten in te zetten voor inburgeringsprogramma’s die in de tweede helft van 2006 aanvangen.

Artikelsgewijs

Onderdelen A en C

In artikel 3 – dat de wijze van aanvragen en vaststelling van de voorschotten regelt – wordt een onderscheid gemaakt tussen het voorschot met betrekking tot de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2006 en het voorschot met betrekking tot de periode van 1 juli tot en met 31 december 2006. Er is namelijk voor gekozen om voor laatstgenoemde periode niet opnieuw een aanvraag en een prognose door gemeenten te laten indienen.

In plaats daarvan wordt het voorschot voor de tweede helft van 2006 ambtshalve vastgesteld. De voor de tweede helft van 2006 toe te kennen voorschotten zijn gelijk aan de voorschotten die voor de eerste helft van 2006 zijn verleend.

Dit is tevens de reden dat de begripsomschrijving van ‘budget’ beperkt dient te blijven tot het voor de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2006 beschikbare macro-bedrag. Het begrip heeft in de regeling enkel een functie in relatie tot de eerste helft van 2006.

Onderdelen B, D, E, F en G

Deze onderdelen brengen tot uitdrukking dat er sprake is van twee verschillende voorschotten en dat een inburgeringsprogramma kan aanvangen in geheel 2006.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M.C.F. Verdonk

Naar boven