Wijziging uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en Uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 mei 2006, nr. AM/AMI/06/35427, tot wijziging van de Uitvoeringsregels behorende bij het Delegatie- en Uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 8, derde lid, en 22 van de Wet arbeid vreemdelingen;

Besluit:

Artikel I

De uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie en Uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen1 worden als volgt gewijzigd:

Paragraaf 19a komt te luiden:

Paragraaf 19a

Werving van arbeidsaanbod uit de nieuwe lidstaten van de EU

Ter invulling van de tweede fase van het overgangsregime voor het vrij verkeer van werknemers met de nieuwe lidstaten van de Europese Unie, zoals neergelegd in de Toetredingsverdragen tussen de EU en haar lidstaten enerzijds en de (nieuwe) lidstaten die per 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden anderzijds, kan zonder toets aan artikel 8, eerste lid, onder a en b, Wet arbeid vreemdelingen een tewerkstellingsvergunning worden verleend, wanneer de aanvraag betrekking heeft op de tewerkstelling van een vreemdeling met de nationaliteit van Estland, Hongarije, Polen, Letland, Litouwen, Slovenië, Slowakije of Tsjechië, die worden tewerkgesteld in een van de volgende sectoren/bedrijfstakken:

Agrarische sector

Binnenvaart

ICT-sector

Metaal- en technische bedrijfstak (klein metaal)

Slachterijen en visfileerbedrijven

Wetenschappelijk onderzoek.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 30 mei 2006.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.

Toelichting

In de Toetredingsverdragen van de Europese Unie en de 15 lidstaten enerzijds en de nieuwe EU-lidstaten, die per 1 mei 2004 zijn toegetreden anderzijds, is een overgangsregime met betrekking tot het vrij verkeer van werknemers opgenomen. Dit overgangsregime houdt in dat EU-lidstaten tot uiterlijk 1 mei 2011 de bepalingen met betrekking tot het vrij verkeer van werknemers niet behoeven toe te passen.

Als invulling van de tweede fase in het overgangsregime (van 1 mei 2006 tot 1 mei 2009) zal Nederland voorlopig de tewerkstellingsvergunningsplicht voor werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten van Midden- en Oost-Europa handhaven. Het streven is om deze plicht per 1 januari 2007 af te schaffen. Tot die tijd zullen stapsgewijs sectoren (waarbij de sectorindeling van UWV het uitgangspunt is) worden vrijgesteld van de arbeidsmarkttoets, waardoor de verplichting om de vacature te melden bij CWI en eigen wervingsinspanningen te verrichten, komt te vervallen wanneer de werkgever in de desbetreffende sector een werknemer uit een van de nieuwe lidstaten van de EU wil laten te werk stellen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

  • 1

    Stcrt. 1995, 168; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 16 maart 2006 (Stcrt. 2006, 54).

Naar boven