Wijziging Regeling adviescommissie rechtspositie politieke ambtsdragers

19 mei 2006

Nr. 2006-0000160610

DGKB/BFO/BO

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Besluit:

Artikel I

De Regeling adviescommissie rechtspositie politieke ambtsdragers wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan artikel 2 wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

3. De commissie kan de minister adviseren over de mogelijkheden van normering van topinkomens in de semi-publieke sector.

2. In artikel 4, eerste lid, wordt ‘1 april 2006’ vervangen door: 1 mei 2007.

3. In artikel 6 wordt ‘1 juli 2006’ vervangen door: 1 augustus 2007.

Artikel II

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W. Remkes.

Toelichting

Bij ministeriële regeling is op 15 maart 2005 de onafhankelijke adviescommissie rechtspositie politieke ambtsdragers ingesteld. De commissie kreeg de taak te adviseren over de bezoldiging van politieke ambtsdragers en de modernisering van het pensioendeel van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers. De commissie heeft in november 2006 een advies uitgebracht over de bezoldiging van de politieke ambtsdragers.

Met het aannemen van de moties Bakker (Kamerstukken II, 2005/06, 30 300 VII, nr. 53) en Irrgang (Kamerstukken II, 2005/06, 30 212 nr. 38) heeft de Kamer het kabinet verzocht voorstellen te doen voor een normering van salarisniveaus in de semi-publieke sectoren en in het bijzonder voor de energiesector. Het kabinet heeft hierop geantwoord dat het vraagstuk van normering bestuurlijk, juridisch en organisatorisch buitengewoon complex is. Bovendien gaat het om grote aantallen organisaties die eerder bewust bestuurlijk op afstand zijn geplaatst, waarbij bevoegdheden door de wetgever zijn gedelegeerd. Ook kunnen decentrale overheden betrokken zijn. Normering is daardoor ingewikkelder dan zomaar een maximumsalaris vaststellen. De wens tot zorgvuldige regelgeving en de complexiteit van de juridische en economische consequenties van normering noopt het kabinet om op die punten externe deskundigen om een rapportage te vragen (Kamerstukken II, 2005/06, 30 111 / 30 300, nr. 5).

Met het oog op de voortgang en vanwege de deskundigheid op het terrein van topinkomens heeft het kabinet het dienstig geacht om het vraagstuk van de normering van topinkomens voor te leggen aan de reeds bestaande commissie Dijkstal. De commissie heeft positief gereageerd op het verzoek van het kabinet. De taakopdracht voor de adviescommissie is daarom verruimd. Overwegende de complexiteit van het vraagstuk is daaraan de conditie verbonden dat er voldoende tijd beschikbaar moet zijn om tot een afgewogen advies te kunnen komen. Een termijn tot 1 mei 2007 acht de commissie hiervoor voldoende.

Daarnaast vergt het opstellen van het advies over kapitaaldekking en fondsvorming van pensioenen voor politieke ambtsdragers meer tijd dan bij de instelling van de commissie werd gedacht. Ook om deze reden wordt de zittingsduur van de commissie verlengd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

Naar boven