Vaststelling tarieven 2006 Regeling bekostiging financieel toezicht

Regeling van de Minister van Financiën tot vaststelling van de bedragen voor 2006, bedoeld in artikel 20 van de Regeling bekostiging financieel toezicht

6 januari 2006

FM 2006-0004 M

Directie Financiële Markten

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 20 van de Regeling bekostiging financieel toezicht;

Besluit:

Artikel 1

1. Het bedrag, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Regeling bekostiging financieel toezicht wordt vastgesteld op:

a. € 12.000 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen;

b. € 13.000 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

c. € 6.500 voor de behandeling van een verzoek tot uitbreiding of wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen of artikel 7, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

d. € 0 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een ontheffing als bedoeld in artikel 14a van de Wet toezicht beleggingsinstellingen;

e. € 3.200 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

f. € 1.600 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een ontheffing als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

g. € 2.300 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een ontheffing als bedoeld in artikel 6a, vijfde lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 voor de bieder en de instelling te wier laste de effecten zijn uitgegeven en op € 250 voor de bestuurder, commissaris en andere functionarissen, met dien verstande dat geen bedrag in rekening wordt gebracht voor een ontheffing ten aanzien van het biedingsbericht;

h. € 7.200 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een ontheffing als bedoeld in artikel 6c, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

i. € 180 per uur dat er werkzaamheden worden verricht voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een ontheffing als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

j. € 850 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 16, eerste lid, of artikel 26a, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

k. € 750 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 16, eerste lid, of artikel 26a, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995, in verband met het vergroten van een gekwalificeerde deelneming;

l. € 180 per uur dat er werkzaamheden worden verricht voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een erkenning als bedoeld in artikel 22 van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

m. € 3.100 voor de behandeling van een verzoek tot inschrijving in het register als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet inzake de geldtransactiekantoren;

n. € 9.600 voor de behandeling van een aanvraag van goedkeuring van een prospectus dat bestaat uit een enkel document als bedoeld in artikel 1k, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit toezicht effectenverkeer 1995, en dat betrekking heeft op effecten met een aandelenkarakter, niet zijnde effecten die rechten van deelneming betreffen in een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet toezicht belegginginstellingen, die niet op verzoek van de houder ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald;

o. € 5.760 voor de behandeling van een aanvraag van goedkeuring van het registratiedocument van een prospectus dat bestaat uit drie afzonderlijke documenten als bedoeld in artikel 1k, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit toezicht effectenverkeer 1995 en dat betrekking heeft op effecten met een aandelenkarakter, niet zijnde effecten die rechten van deelneming betreffen in een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet toezicht belegginginstellingen, die niet op verzoek van de houder ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald;

p. € 3.840 voor de behandeling van een aanvraag van goedkeuring van de verrichtingsnota en de samenvatting van een prospectus dat bestaat uit drie afzonderlijke documenten als bedoeld in artikel 1k, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit toezicht effectenverkeer 1995 en dat betrekking heeft op effecten met een aandelenkarakter, niet zijnde effecten die rechten van deelneming betreffen in een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet toezicht belegginginstellingen, die niet op verzoek van de houder ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald;

q. € 3.200 voor de behandeling van een aanvraag van goedkeuring van een prospectus dat bestaat uit een enkel document, bedoeld in artikel 1k, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit toezicht effectenverkeer 1995, en dat betrekking heeft op effecten zonder aandelenkarakter of effecten die rechten van deelneming betreffen in een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet toezicht belegginginstellingen, die niet op verzoek van de houder ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald;

r. € 1.920 voor de behandeling van een aanvraag van goedkeuring van het registratiedocument van een prospectus dat bestaat uit drie afzonderlijke documenten als bedoeld in artikel 1k, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit toezicht effectenverkeer 1995 en dat betrekking heeft op effecten zonder aandelenkarakter of effecten die rechten van deelneming betreffen in een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet toezicht belegginginstellingen, die niet op verzoek van de houder ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald;

s. € 1.280 voor de behandeling van een aanvraag van goedkeuring van de verrichtingsnota en de samenvatting van een prospectus dat bestaat uit drie afzonderlijke documenten als bedoeld in artikel 1k, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit toezicht effectenverkeer 1995 en dat betrekking heeft op effecten zonder aandelenkarakter of effecten die rechten van deelneming betreffen in een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet toezicht belegginginstellingen, die niet op verzoek van de houder ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald;

t. € 7.040 voor de behandeling van een aanvraag van goedkeuring van een prospectus dat betrekking heeft op effecten zonder een aandelenkarakter of effecten die rechten van deelneming betreffen in een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen, die niet op verzoek van de houder ten laste van activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald, en waarvan het registratiedocument op grond van artikel 21, tweede lid, van de prospectusverordening is opgesteld met inachtneming van Bijlage I bij de prospectusverordening;

u. € 5.760 voor de behandeling van een aanvraag van goedkeuring van een regi⁠stratiedocument van een prospectus dat betrekking heeft op effecten zonder een aandelenkarakter of effecten die rechten van deelneming betreffen in een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen, die niet op verzoek van de houder ten laste van activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald, en dat op grond van artikel 21, tweede lid, van de prospectusverordening is opgesteld met inachtneming van Bijlage I bij de prospectusverordening;

v. € 1.280 voor de behandeling van een aanvraag van goedkeuring van een basisprospectus waarin op grond van artikel 26, vierde lid, van de prospectusverordening wordt verwezen naar een eerder goedgekeurd registratiedocument;

w. € 680 voor de behandeling van een aanvraag van goedkeuring van een document als bedoeld in artikel 3b, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.

2. Het bedrag, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Regeling bekostiging financieel toezicht, ter vergoeding van de kosten van een toetsing van de deskundigheid of betrouwbaarheid van een beleidsbepaler, medebeleidsbepaler of houder van een gekwalificeerde deelneming, wordt vastgesteld op:

a. € 1.150 voor een toetsing van de deskundigheid, onderscheidenlijk € 750 voor een toetsing van de betrouwbaarheid, die voortvloeit uit de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

b. € 1.350 voor een toetsing van de deskundigheid, onderscheidenlijk € 750 voor een toetsing van de betrouwbaarheid, die voortvloeit uit de Wet toezicht beleggingsinstellingen;

c. € 0 voor een toetsing die voortvloeit uit de Wet inzake de geldtransactiekantoren.

3. Het bedrag, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de Regeling bekostiging financieel toezicht, ter vergoeding van de kosten van een toetsing van de deskundigheid of betrouwbaarheid van een beleidsbepaler, medebeleidsbepaler of houder van een gekwalificeerde deelneming, wordt vastgesteld op:

a. € 0 voor een toetsing die voortvloeit uit artikel 2, vijfde lid, van de Wet inzake de geldtransactiekantoren;

b. € 1.150 voor een toetsing van de deskundigheid, onderscheidenlijk € 750 voor een toetsing van de betrouwbaarheid, die voortvloeit uit artikel 22 van het Besluit toezicht effectenverkeer 1995;

c. € 1.350 voor een toetsing van de deskundigheid, onderscheidenlijk € 750 voor een toetsing van de betrouwbaarheid, die voortvloeit uit artikel 38, tweede lid, of artikel 42, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit toezicht beleggingsinstellingen 2005.

4. Het bedrag, bedoeld in artikel 31a van de Regeling bekostiging financieel toezicht, wordt voor de behandeling van een aanvraag tot verlening, uitbreiding of wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen vastgesteld op:

a. € 6.000 voor aanvragers die het beheer voerden over één beleggingsinstelling;

b. € 11.200 voor aanvragers die het beheer voerden over meer dan één beleggingsinstelling.

Artikel 2

1. Het bedrag, bedoeld in artikel 8, aanhef en onderdeel a, van de Regeling bekostiging financieel toezicht, wordt vastgesteld op € 180.

2. Het bedrag, bedoeld in artikel 8, aanhef en onderdeel b, onder 1°, van de Regeling bekostiging financieel toezicht, wordt vastgesteld op € 4.600.

3. Het bedrag, bedoeld in artikel 8, aanhef en onderdeel b, onder 2°, van de Regeling bekostiging financieel toezicht, wordt vastgesteld op € 23.100.

4. Het bedrag, bedoeld in artikel 8, aanhef en onderdeel b, onder 3°, van de Regeling bekostiging financieel toezicht, wordt vastgesteld op 0,0077 procent van het totale bedrag dat door de bieder wordt betaald voor het aantal effecten dat door hem wordt verkregen vanaf het intreden van de omstandigheid, bedoeld in artikel 9b, tweede lid, onder a of b, van het Besluit toezicht effectenverkeer 1995, tot aan het moment van gestanddoening, bedoeld in artikel 9t, vierde lid, en artikel 9u van dat koninklijk besluit, met dien verstande dat het bedrag niet hoger is dan € 630.000.

5. Het bedrag, bedoeld in artikel 8, aanhef en onderdeel c, van de Regeling bekostiging financieel toezicht, wordt vastgesteld op € 45, met een maximum van € 1.000 per kalenderjaar voor een uitgevende instelling, aanbieder of aanvrager van toelating van effecten tot de handel op een gereglementeerde markt.

6. Het bedrag, bedoeld in artikel 8, aanhef en onderdelen d en f, van de Regeling bekostiging financieel toezicht, wordt vastgesteld op € 1.100.

7. Het bedrag, bedoeld in artikel 8, aanhef en onderdeel e, van de Regeling bekostiging financieel toezicht wordt vastgesteld op € 270.

8. Het bedrag, bedoeld in artikel 8, aanhef en onderdeel g, van de Regeling bekostiging financieel toezicht wordt vastgesteld op:

a. € 1.000 voor een effecteninstelling als bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel i, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

b. € 180 voor een effecteninstelling als bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel j, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, G. Zalm.

Toelichting

Algemeen

In deze regeling zijn de bedragen voor de kosten van de eenmalige toezichthandelingen als bedoeld in artikel 20 van de Regeling bekostiging financieel toezicht voor het jaar 2006 vastgesteld. Deze eenmalige handelingen zijn opgenomen in de artikelen 7 en 8 van de Regeling bekostiging financieel toezicht. De bedragen, bedoeld in de artikelen 9 tot en met 11 van de Regeling bekostiging financieel toezicht, zullen onder toepassing van de artikelen 21 en 22 van die regeling door de toezichthoudende autoriteiten worden vastgesteld. Alle bedragen zijn gebaseerd op de toezichtkosten zoals opgenomen in de begrotingen van de toezichthouders voor het jaar 2006, waarmee de Minister van Financiën heeft ingestemd.

Autoriteit Financiële Markten

Voor de bestaande taken blijven de meeste tarieven gelijk ten opzichte van 2005; in een aantal gevallen is door een vergroting van de efficiëntie een daling van het tarief mogelijk. Nieuw is het tarief voor effecteninstellingen die zijn gevestigd in een andere lidstaat en die in Nederland diensten aanbieden of verrichten. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen instellingen met of zonder bijkantoor in Nederland.

De Nederlandsche Bank

Evenals in 2005 worden de tarieven voor de toetsing van de betrouwbaarheid die voortvloeien uit de Wet inzake de geldtransactiekantoren, vastgesteld op nul. Voor deze toetsingen zullen in 2006 geen specifieke kosten in rekening worden gebracht. Het bedrag voor de behandeling van een verzoek tot inschrijving in het register als bedoeld in de Wet inzake de geldtransactiekantoren blijft gelijk.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven