Vaststelling modellen Wrreg 10 SWS/J 38-1, Wrreg 10 SWS/J 38-2, Wrreg 11 SWS/N 10-1 en Wrreg 11 SWS/N 10-3

Regeling van de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties van 20 mei 2005, CZW, tot vaststelling van de modellen Wrreg 10 SWS/J 38-1, Wrreg 10 SWS/J 38-2, Wrreg 11 SWS/N 10-1 en Wrreg 11 SWS/N 10-3 voor gemeenten waar tijdens het referendum over het verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa experimenten in het kader van het project ‘Kiezen op Afstand’ worden gehouden

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 29 van de Wet raadplegend referendum Europese Grondwet en de artikelen 19 en 20, vierde lid, van het Tijdelijk experimentenbesluit Kiezen op Afstand;

Besluit

Artikel 1

In afwijking van de Regeling modellen raadplegend referendum Europese Grondwet worden ten behoeve van het experiment, bedoeld in artikel 29 van de Wet raadplegend referendum Europese Grondwet, voor de processen-verbaal, bedoeld in artikel 11 van de Wet raadplegend referendum, juncto artikel 124 van de Tijdelijke referendumwet, juncto N 10, derde lid, van de Kieswet, artikel 9 van het Besluit raadplegend referendum Europese Grondwet, juncto artikel J 30 van het Kiesbesluit en artikel 12 van het Besluit raadplegend referendum Europese Grondwet, juncto artikel N 5, derde lid, van het Kiesbesluit, de modellen vastgesteld, die in de bijlage bij deze regeling zijn opgenomen.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, A. Pechtold.

Toelichting

In artikel 29 van de Wet raadplegend referendum Europese Grondwet is bepaald dat er tijdens het referendum experimenten kunnen plaatsvinden met het oog op nieuwe voorzieningen die de kiesgerechtigde in Nederland in staat stellen om in een stemlokaal naar keuze te stemmen. Er zijn vier gemeenten aangewezen waar zo’n experiment zal plaatsvinden tijdens het referendum.

Voor deze experimenten is het nodig afwijkende modellen vast te stellen voor de onderstaande processen-verbaal, waarin rekening wordt gehouden met het gebruik van stempassen.

– Proces-verbaal van de geschorste zitting van een stembureau waar stembiljetten zijn gebruikt bij het stemmen in een willekeurig stemlokaal;

– Proces-verbaal van de geschorste zitting van een stembureau, waar een stemmachine is gebruikt bij het stemmen in een willekeurig stemlokaal;

– Proces-verbaal van de zitting van een stembureau waar stembiljetten zijn gebruikt bij het stemmen in een willekeurig stemlokaal;

– Proces-verbaal van de zitting van een stembureau, waar een stemmachine is gebruikt bij het stemmen in een willekeurig stemlokaal.

Deze modellen gelden uitsluitend in het gebied waar een experiment met stemmen in een stemlokaal van eigen keuze wordt gehouden.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Pechtold

stcrt-2005-98-p12-SC70067-1.gifstcrt-2005-98-p12-SC70067-2.gifstcrt-2005-98-p12-SC70067-3.gifstcrt-2005-98-p12-SC70067-4.gifstcrt-2005-98-p12-SC70067-5.gifstcrt-2005-98-p12-SC70067-6.gifstcrt-2005-98-p12-SC70067-7.gifstcrt-2005-98-p12-SC70067-8.gifstcrt-2005-98-p12-SC70067-9.gifstcrt-2005-98-p12-SC70067-10.gifstcrt-2005-98-p12-SC70067-11.gifstcrt-2005-98-p12-SC70067-12.gif
Naar boven