Wijziging Leidraad Invordering 1990

3 mei 2005

nr. CPP2005/1052M

Belastingdienst/Centrum voor Proces- en productontwikkeling, Sector Ontwerp, procesketen Inning

De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten:

De Leidraad Invordering 1990, resolutie van 25 juni 1990, nr. AFZ 90/1990, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 december 2004, Stcrt. 251, wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijgevoegde bijlage.

Artikel I

A. Hoofdstuk IV, afdeling 3, artikel 26, § 2, wordt gewijzigd als volgt:

A.1. In lid 26 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

a. In de achttiende volzin, achter het eerste gedachtestreepje, wordt ‘€ 828’ en ‘€ 1035’ vervangen door onderscheidenlijk: € 831 en € 1039.

Voorts wordt ‘€ 1095’ telkens vervangen door: € 1099.

b. In de achttiende volzin, achter het tweede gedachtestreepje, wordt ‘€ 725’, ‘€ 932’ en ‘€ 983’ vervangen door onderscheidenlijk: € 727, € 935 en € 986.

c. In de achttiende volzin, achter het derde gedachtestreepje, wordt ‘€ 518’, ‘€ 725’ en ‘€ 780’ vervangen door onderscheidenlijk: € 520, € 727 en € 783.

d. In voorbeeld 1 wordt in de vijfde en zesde volzin ‘€ 725’ en ‘€ 726’ telkens vervangen door: € 727. Vervolgens wordt de zevende volzin vervangen door: Zijn betalingscapaciteit per maand bedraagt € 750 minus € 727 = € 23 x 80% = € 18.

e. In voorbeeld 2 wordt in de vijfde volzin ‘€ 932’ en ‘€ 725’ vervangen door onderscheidenlijk: € 935 en € 727.

f. In voorbeeld 3 wordt in de vijfde, zesde en zevende volzin ‘€ 828’ telkens vervangen door: € 831.

A.2. In lid 26a, eerste volzin, wordt ‘€ 171’ en ‘€ 266’ vervangen door onderscheidenlijk: € 172 en € 267.

B. Van de bijlagen wordt bijlage 1a vervangen door een nieuwe bijlage 1a, die als bijlage A bij dit besluit is gevoegd.

Artikel II

Dit besluit wordt verwerkt in de Leidraad Invordering 1990, zoals opgenomen in het Boekwerk Invordering 1990, onder 6.00.00.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2005, met dien verstande dat artikel I, onderdeel A, terugwerkt tot en met 1 januari 2005.

Bijlage A

Bijlage 1a. Beslagvrije voet per 1 mei 2005

stcrt-2005-90-p13-SC69904-1.gif

Bij een verblijf in een inrichting in de zin van artikel 1 van de WWB bedraagt de beslagvrije voet per maand de eventuele eigen bijdrage voor verzorging dan wel verpleging vermeerderd met:

– voor een alleenstaande of alleenstaande ouder: € 171,30

– voor gehuwden: € 266,46.

Indien één van de gehuwden in een inrichting verblijft, bedraagt de beslagvrije voet de som van 90% van de bijstandsnorm die voor ieder van hen als alleenstaande of alleenstaande ouder zouden gelden.

Toelichting

Deze wijziging van de Leidraad Invordering 1990 is het gevolg van de inwerkingtreding per 15 april jl. van de Wet inkomensaanvulling 2005 (Stb. 192). Deze wet brengt een verandering met zich mee in de hoogte van de bijstandsnormen zoals die zijn opgenomen in de Wet werk en bijstand.

Vanwege de koppeling met deze bijstandsnormen dienen de in de Leidraad Invordering 1990 genoemde normbedragen voor kwijtschelding overeenkomstig aangepast te worden. Dat geldt ook voor de in de Leidraad Invordering 1990 opgenomen normbedragen in het kader van de beslagvrije voet.

Uit de Wet inkomensaanvulling 2005 vloeit voort dat de nieuwe normbedragen voor kwijtschelding met terugwerkende kracht gelden vanaf 1 januari 2005. Dit heeft evenwel geen gevolgen voor reeds genomen beschikkingen van ontvangers van de Belastingdienst die zijn gebaseerd op normbedragen zoals die golden vóór de inwerkingtreding van deze wijziging van de Leidraad Invordering 1990. Op grond van artikel 26, § 6, lid 4, van de Leidraad Invordering 1990 vindt namelijk geen herberekening plaats van de betalingscapaciteit als in de periode van 12 maanden waarover de betalingscapaciteit is berekend een wijziging plaats vindt in de te hanteren normen voor levensonderhoud.

Ik wijs er op, gelet op artikel 13 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, dat aan uitkeringsgerechtigden in de zin van de Wet Werk en bijstand als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet inkomensaanvulling 2005 in de uitkering die is verstrekt in april 2005 een nabetaling zou kunnen zijn begrepen.

Naar boven