Redresregeling eenmalige subsidies baggerplannen bebouwd gebied

29 april 2005

Nr. HDJZ/WAT/2005-1072

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

Artikel 1

a. de Minister: de Minister van Verkeer en Waterstaat;

b. de gemeente: de gemeente binnen wier grondgebied het plangebied is gelegen;

c. het waterschap: het waterschap dat voor het in het plangebied dan wel in een gedeelte daarvan gelegen oppervlaktewater belast is met het waterkwaliteitsbeheer, waterkwantiteitsbeheer of het vaarwegbeheer;

d. het plangebied: de bodems, binnen het grondgebied van de gemeente, van de binnen de bebouwde kom gelegen oppervlaktewateren of van oppervlaktewateren waarvoor de gemeente belast is met het vaarwegbeheer;

e. de tijdelijke regeling: Tijdelijke regeling eenmalige subsidies baggerplannen bebouwd gebied zoals zij luidde op 31 december 2004;

f. baggerplan: een na 1 januari 2000 gereedgekomen plan voor het gehele plangebied dan wel voor het gedeelte daarvan dat binnen het gebied van het waterschap is gelegen, dat ziet op het uitbaggeren van tot het plangebied behorende bodems voor het onderhoud van de waterhuishoudings- en vaarwegfunctie en dat is opgesteld in overeenstemming met de bij deze regeling behorende bijlage I.

Artikel 2

De Minister kan ter stimulering van de totstandkoming van baggerplannen aan de gemeente of het waterschap als tegemoetkoming in de kosten van de totstandkoming daarvan, een subsidie verlenen voor baggerplannen waarvoor uiterlijk op 1 september 2004 op grond van artikel 5 van de tijdelijke regeling een aanvraag is ingediend waarop nog niet is beschikt.

Artikel 3

1. Het totale bedrag van de op grond van deze regeling te verlenen subsidies

bedraagt maximaal € 730.000,–.

2. De Minister verdeelt het op basis van het eerste lid beschikbare bedrag in de volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat, indien een aanvrager niet heeft voldaan aan de ten tijde van de aanvraag geldende voorschriften voor het in behandeling nemen van de aanvraag en met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag voldeed aan die voorschriften, met betrekking tot die verdeling als datum van ontvangst geldt.

Artikel 4

1. De subsidie bedraagt 50% van de kosten die rechtstreeks aan de totstandkoming van het baggerplan zijn toe te rekenen.

2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de subsidie:

a. ter zake van het baggerplan voor het gehele plangebied ten hoogste het bedrag dat in deel A, van de bij deze regeling behorende bijlage II bij de gemeente is vermeld;

b. ter zake van het baggerplan voor het gedeelte van het plangebied, dat binnen het gebied van het waterschap is gelegen, ten hoogste het door de gemeente in overeenstemming met de betrokken waterschappen aan het waterschap toegerekende gedeelte van het bedrag dat in deel A, van de bij deze regeling behorende bijlage II bij de gemeente is vermeld.

Artikel 5

1. De subsidie wordt in ieder geval geweigerd:

a. indien de aanvraag niet voldoet aan artikel 5 van de tijdelijke regeling;

b. voor zover het bedrag, genoemd in artikel 3, eerste lid, wordt overschreden;

c. voor zover voor het gehele plangebied dan wel voor het binnen het gebied van het waterschap gelegen gedeelte van het plangebied een eerder gereed gekomen baggerplan is opgesteld ter zake waarvan voor het tijdstip van de bekendmaking van de beschikking tot subsidievaststelling reeds een subsidie op grond van de tijdelijke regeling is verstrekt.

2. De beschikking tot subsidievaststelling vermeldt het bedrag van de subsidie en het baggerplan waarvoor de subsidie wordt vastgesteld.

Artikel 6

1. Betaling van het bedrag van de vastgestelde subsidie geschiedt uiterlijk vier weken na de bekendmaking van de beschikking tot subsidievaststelling.

2. De betaling van de vastgestelde subsidies geschiedt in de volgorde van de data van de bekendmaking van de beschikkingen tot subsidievaststelling.

Artikel 7

1. De subsidieontvanger verleent medewerking aan onderzoek naar de werking van deze regeling, verricht door de Minister of door de Algemene Rekenkamer. De subsidieontvanger verstrekt alle voor het onderzoek gevraagde gegevens en inlichtingen, legt de voor het onderzoek gevraagde boeken en bescheiden en andere gegevensdragers over en verleent de voor het onderzoek gevorderde inzage in boeken, bescheiden en andere gegevensdragers.

2. Het eerste lid is eveneens van toepassing op gemeenten en waterschappen die reeds een subsidie hebben ontvangen op grond van de tijdelijke regeling.

Artikel 8

De bij deze regeling behorende bijlagen I en II liggen ter inzage bij het Directoraat-Generaal Water van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Artikel 9

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2005.

2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2009.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Redresregeling eenmalige subsidies baggerplannen bebouwd gebied.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, M.H. Schultz van Haegen.

Toelichting

Algemeen

Op 18 juli 2000 heeft de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat in overeenstemming met de Minister van Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Milieubeheer, de Tijdelijke regeling eenmalige subsidies baggerplannen bebouwd gebied vastgesteld. De aanleiding daarvoor was de opgetreden stagnatie in het baggeren in bebouwd gebied en het ontbreken van een goed overzicht ten aanzien van deze baggeropgave. Het opstellen van baggerplannen draagt bij aan dat overzicht en bevordert de samenwerking tussen gemeenten en waterschappen in bebouwd gebied. Teneinde nog meer gemeenten en waterschappen te stimuleren om baggerplannen op te stellen is de werkingsduur van de tijdelijke regeling verlengd tot 1 januari 2005 door vaststelling van de Verlenging Tijdelijke regeling eenmalige subsidies baggerplannen bebouwd gebied. Deze wijziging van de tijdelijke regeling maakte het mogelijk om aanvragen voor subsidies voor baggerplannen in te dienen tot uiterlijk op 1 september 2004.

Ten gevolge van de omvang van het aantal aanvragen is vertraging ontstaan in het afwikkelen voor 1 januari 2005 van een aantal aanvragen die op of voor 1 september 2004 waren ingediend. De betreffende aanvragers hebben in december 2004 schriftelijk bericht ontvangen over deze vertraging. Onderhavige regeling is dan ook slechts bedoeld voor het afwikkelen van en het beslissen op de aanvragen die reeds op grond van de tijdelijke regeling, uiterlijk op 1 september 2004, zijn ingediend. Vandaar dat als citeertitel is gekozen voor Redresregeling eenmalige subsidies baggerplannen bebouwd gebied, gelet op de betekenis van het begrip redres: herstel in de oude toestand. Nieuwe aanvragen kunnen niet worden ingediend. Het toetsingskader voor het beslissen over de aanvragen is identiek aan dat van de tijdelijke regeling.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Het doel is het tot stand komen van baggerplannen. Het baggerplan dient om per geval helder inzicht te verkrijgen in aard en omvang van de problematiek alsmede in de gewenste oplossingen en de mate waarin partijen hieraan zullen bijdragen. Bijlage I bij deze regeling geeft een model baggerplan. Nevendoel van deze regeling is verduidelijking van taken en verantwoordelijkheden voor het baggerwerk in het bebouwd gebied. Het baggerplan dient hier ook in te voorzien.

Artikel 3

Het in het eerste lid genoemde bedrag betreft het beschikbare budget voor de op grond van onderhavige regeling uit te keren bedragen.

Artikel 4

De eenmalige subsidie bedraagt in beginsel 50% van de kosten die rechtstreeks aan de totstandkoming van het baggerplan zijn toe te rekenen. Om het risico te beperken op een te willekeurig verdeling van de beschikbare subsidie over de aanvragers is de subsidie per gemeente aan een maximum gebonden. Voor het vaststellen van dit maximum is per gemeente gebruik gemaakt van statistische gegevens die relevant zijn voor de kosten van een baggerplan voor bebouwd gebied. Dit zijn oeverlengte van wateren, de zogenaamde omgevingsadressendichtheid en aantallen woonruimten. Na toepassing van deze maatstaven zijn de gemeenten in vier categorieën ingedeeld. Voor elke categorie geldt een maximaal subsidiebedrag, zoals aangegeven in bijlage II bij deze regeling. Dit bedrag is per gemeente vastgesteld.

Indien het plangebied in het gebied van twee of meer waterschappen is gelegen en overeengekomen is dat het waterschap het baggerplan opstelt, moet de gemeente in overeenstemming met de betrokken waterschappen het voor de gemeente geldend maximumbedrag over de betrokken waterschappen verdelen. Het ligt voor de hand om hierbij uit te gaan van een verdeling naar rato van het oppervlak bebouwd gebied.

Artikel 5

In het eerste lid, onder c, wordt het eenmalige karakter van de subsidies die op grond van deze regeling kunnen worden verstrekt, tot uitdrukking gebracht. Indien voor het desbetreffende plangebied of het gedeelte van het plangebied reeds eerder een baggerplan is opgesteld waarvoor op basis van deze regeling subsidie is verstrekt, wordt de subsidie geweigerd.

Artikel 7

Dit artikel is opgenomen om de rechtmatigheid en doelmatigheid van deze regeling desgewenst te kunnen evalueren.

Artikel 9

Op 1 januari 2005 is de tijdelijke regeling van rechtswege vervallen. Door onderhavige regeling terugwerkende kracht te verlenen sluit haar looptijd aan bij de looptijd van de tijdelijke regeling; daardoor wordt voorkomen dat een leemte ontstaat in het rechtsregime voor de eenmalige subsidies voor baggerplannen in het bebouwde gebied.

De in het tweede lid genoemde looptijd van deze regeling is ruim genomen ten behoeve van het zonodig instellen van onderzoek als genoemd in artikel 7.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

M.H. Schultz van Haegen

Naar boven