Besluit tijdelijke vrijstelling amorf silica en diatomeeënaarde tegen vogelmijt

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 4 mei 2005, nr. TRCJZ/2005/1391, houdende vrijstelling van bestrijdingsmiddelen die de werkzame stoffen amorf silica en diatomeeënaarde bevatten ter bestrijding van vogelmijt (bloedluis) in de legpluimveehouderij 2005

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

In overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 16a van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder ‘wet’: Bestrijdingsmiddelenwet 1962.

Artikel 2

Van het verbod van artikel 2, eerste lid, van de wet wordt vrijstelling verleend voor het afleveren, voorhanden of in voorraad te hebben, binnen Nederland brengen of gebruiken van bestrijdingsmiddelen met de werkzame stoffen amorf silica en diatomeeënaarde, voor zover die handelingen betrekking hebben op de bestrijding van vogelmijt (bloedluis) in de legpluimveehouderij.

Artikel 3

1. De in artikel 2 bedoelde vrijstelling is slechts van toepassing op het bestrijdingsmiddel U5 bloedluispoeder.

2. De vrijstelling, bedoeld in artikel 2, is slechts van toepassing voor zover de voorschriften, opgenomen in de bijlage bij dit besluit, worden nageleefd.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt 120 dagen na het tijdstip van inwerkingtreding.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tijdelijke vrijstelling amorf silica en diatomeeënaarde tegen vogelmijt.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
voor deze:
de secretaris-generaal, C.J. Kalden.

Bijlage, bedoeld in artikel 3, tweede lid

Gebruiksvoorschrift

In het kader van de tijdelijke vrijstelling van amorf silica en diatomeeënaarde is uitsluitend toegestaan het gebruik als middel ter bestrijding van de bloedluis (Dermanyssus Gallinae) in de legpluimveehouderij.

Het middel is schadelijk bij inademing.

– Buiten bereik van kinderen bewaren;

– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder;

– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik;

– Draag bij het toepassen van het middel een aangedreven P3-filter met volgelaatsmasker, helm of kap;

– Draag geschikte handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen;

– Indien men zich onwel voelt, een arts raadplegen. Indien mogelijk hem het etiket van het middel tonen.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

Legpluimvee, ter bestrijding van vogelmijt (Dermanyssus Gallinae).

Toepassingswijze

Het middel elektrostatisch aanbrengen met een daarvoor geschikt apparaat. Het beste resultaat is te verkrijgen door het middel bij avond aan te brengen. Tijdens het aanbrengen van U5 dient men daarvoor geschikte ademhalingsbescherming te dragen.

Dosering: 2 gram bloedluispoeder per dierplaats.

Toelichting

Met het onderhavige besluit wordt het gebruik van bestrijdingsmiddelen met de werkzame stoffen amorf silica en diatomeeënaarde ter bestrijding van vogelmijt (ook wel bloedluis genoemd) op grond van artikel 16a van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 vrijgesteld. Vrijstelling wordt verleend van het in artikel 2, eerste lid, van de wet opgenomen verbod om een niet toegelaten bestrijdingsmiddel af te leveren, voorhanden of in voorraad te hebben, binnen Nederland te brengen of te gebruiken. Een dergelijke vrijstelling kan ingevolge artikel 16a, eerste lid, onderdeel b, van de wet worden verleend voor zover toepassing van een bestrijdingsmiddel noodzakelijk is wegens een onvoorzien, niet op andere wijze te bestrijden gevaar.

De vogelmijt is een ectoparasiet, die leeft van het bloed van vogels. Vogelmijten zoeken ’s nachts de kippen op en verstoren met hun beet de slaap van de dieren. Dit leidt tot irritatie en onrust tussen de dieren en lusteloosheid van de gebeten kippen. Door de grote afname van bloed (ordegrootte 2,5% per nacht) kan bij een gebeten kip bloedarmoede ontstaan. Dit leidt tot verzwakking van de kip met als gevolgen gewichtsverlies en vermindering van de weerstand tegen besmettingen zoals onder andere E.coli bacteriën. Daarnaast veroorzaken de beten huidirritaties en een ruw verenpakket. Een ruw verenpakket kan leiden tot het meer elkaar pikken door de kippen. Voor mensen die veel in stallen werken, bijvoorbeeld vangploegen, is de aanwezigheid van vogelmijt zeer onaangenaam. De beten van de mijten jeuken en kunnen huidirritatie, huidontsteking en oorontsteking veroorzaken.

De gevaren voor de gezondheid van dieren en mensen zijn op dit moment niet op een andere wijze te bestrijden. De bestaande bestrijdingsmiddelen en bestrijdingsmethoden zijn slechts toepasbaar wanneer er geen kippen in de stal aanwezig zijn. Amorf silica en diatomeeënaarde is volgens een beoordeling van TNO/NOTOX, gecoördineerd door het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen, een middel dat bij een juist gebruik geen onaanvaardbare gevolgen heeft voor de volksgezondheid, arbeidsbescherming of het milieu en kan derhalve worden vrijgesteld op grond van artikel 16a van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962. De vrijstelling geldt gedurende 120 dagen na de inwerkingtreding van dit besluit.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

voor deze:

de secretaris-generaal,

C.J. Kalden

Naar boven