Wijziging Regeling taken Dienst Wegverkeer

Wijziging van de Regeling taken Dienst Wegverkeer in verband met het afgeven van een vervangend kentekenbewijs bij vermissing kentekenplaten

26 april 2005

Nr. HDJZ/AWW/2005-1022

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 4b, tweede lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Artikel I

Artikel 2 van de Regeling taken Dienst Wegverkeer1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel e komt te luiden:

e. het afgeven van vervangende kentekenbewijzen in geval van vermissing van de bijbehorende kentekenplaten; artikel 55 van de Wegenverkeerswet 1994 is van overeenkomstige toepassing;.

2. De onderdelen f en g vervallen.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Met de onderhavige wijziging van de Regeling taken Dienst Wegverkeer wordt aan de Dienst Wegverkeer de taak opgedragen vervangende kentekenbewijzen af te geven in geval van vermissing van de bijbehorende kentekenplaten. Hiermee wordt vooruitgelopen op een wijziging van de Wegenverkeerswet 1994. De wijziging geeft een expliciete wettelijke basis voor de afgifte van kentekenbewijzen in geval van vermissing van de bijbehorende kentekenplaten. Deze wijziging hangt samen met het systeem van gecontroleerde afgifte en inname van kentekenplaten (GAIK) dat is ingevoerd om fraude met kentekenplaten en gebruik van valse kentekenplaten tegen te gaan. Kentekenbewijs en kentekenplaat vormen in dit systeem één geheel. Conform artikel 21 van de Erkenningsregeling fabrikanten kentekenplaten is het aantal af te geven kentekenplaten gelimiteerd tot twee per motorrijtuig op meer dan drie wielen en één per motorrijtuig op twee of drie wielen en één per aanhangwagen. Gelijktijdig met de afgifte wordt het kentekenbewijs deel I A dan wel deel I afgestempeld overeenkomstig artikel 20, vierde lid, van de Erkenningsregeling fabrikanten kentekenplaten. Op de kentekenplaat staat een duplicaatcode die ook op het kentekenbewijs wordt vermeld (artikel 20, zesde lid, van de Erkenningsregeling fabrikanten kentekenplaten). Deze koppeling heeft gevolgen voor het geval dat een kentekenbewijs beschadigd of vermist raakt dan wel dat een kentekenplaat vermist raakt.

Indien een kentekenbewijs versleten, geheel of ten dele onleesbaar, verloren geraakt of teniet is gegaan, bepaalt artikel 55, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 dat de Dienst Wegverkeer op aanvraag een nieuw kentekenbewijs afgeeft.

Voor het geval dat een kentekenplaat beschadigd is, voorziet artikel 22 van de Erkenningsregeling fabrikanten kentekenplaten in vervanging. Het eerste lid bepaalt: ‘Indien deel I A dan wel deel I van het kentekenbewijs is voorzien van een stempel of een indicatie als bedoeld in artikel 20, vijfde lid, mogen in afwijking van dat lid kentekenplaten worden afgegeven ingeval van vervanging van beschadigde kentekenplaten met hetzelfde kenteken en, indien aanwezig, dezelfde duplicaatcode.’

De wet voorziet niet in het geval dat kentekenplaten vermist worden bijvoorbeeld door verlies of diefstal. De praktijk is als volgt. Op aanvraag van de houder van het voertuig geeft de Dienst Wegverkeer een vervangend kentekenbewijs met verhoogde duplicaatcode af. Na ontvangst van het vervangende kentekenbewijs kunnen bij een erkende kentekenplaatfabrikant twee nieuwe kentekenplaten respectievelijk voor motorfietsen, driewielige motorrijtuigen en aanhangers één plaat worden aangeschaft waarop dezelfde duplicaatcode is vermeld als op het vervangende kentekenbewijs. Aanpassing van de wet op dit punt is voorzien bij de eerstvolgende wijziging. Teneinde in de tussentijd te voorzien in een formele basis voor het afgeven van kentekenbewijzen in geval van vermissing van de bijbehorende kentekenplaten wordt deze taak toegevoegd aan de opsomming van de aan de Dienst Wegverkeer opgedragen taken in artikel 2 van de Regeling taken Dienst Wegverkeer. Na wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 zal deze toevoeging weer worden geschrapt.

Onder vermissing vallen onder meer verlies en diefstal. Met ‘bijbehorende’ kentekenplaten worden de kentekenplaten bedoeld die voor het in het kentekenbewijs genoemde voertuig met het voor het voertuig opgegeven kenteken zijn afgegeven. Het van toepassing verklaren van artikel 55 van de Wegenverkeerswet 1994 dient ertoe de bepalingen uit artikel 55, eerste lid, van de wet inzake delegatie, aanvraag en betaling, alsmede het tweede lid van dat artikel van toepassing te laten zijn op onderhavige situatie. Daarmee is tevens artikel 36 van het Kentekenreglement van toepassing op onderhavige situatie.

De onderdelen e, f en g van artikel 2 van de Regeling taken Dienst Wegverkeer zoals deze luidde voor inwerkingtreding van onderhavige wijziging voorzagen eveneens in een tijdelijke leemte in de Wegenverkeerswet 1994. Verwezen zij naar de toelichting van de regeling van 29 juni 2000 waarmee deze bepalingen werden toegevoegd aan de Regeling taken Dienst Wegverkeer (Stcrt. 124). Bij de wet van 18 april 2002 (Stb. 250), houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de rijvaardigheid en rijbevoegdheid, is de Wegenverkeerswet 1994 op deze punten aangevuld. Deze bepalingen in de Regeling taken Dienst Wegverkeer kunnen derhalve vervallen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Stcrt. 1996, 125; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 25 oktober 2004 (Stcrt. 211).

Naar boven