Aanwijzing buitengrensinspectiepost luchthaven Amsterdam

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 27 april 2005, nr. TRCJZ/2005/1232, houdende aanwijzing buitengrensinspectiepost luchthaven Amsterdam

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 4, vijfde lid, van de beschikking nr. 2004/407/EG van de Commissie van de Europese gemeenschappen van 26 april 2004 inzake overgangsbepalingen op het gebied van hygiëne en certificatie krachtens verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de invoer van fotografische gelatine uit bepaalde derde landen, artikel 23 van de Destructiewet, artikel 8a van de Uitvoeringsregeling E.G.-verordening gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten;

Besluit:

Artikel 1

Als grensinspectiepost van eerste binnenkomst als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, van de beschikking nr. 2004/407/EG van de Commissie van de Europese gemeenschappen van 26 april 2004 inzake overgangsbepalingen op het gebied van hygiëne en certificatie krachtens verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de invoer van fotografische gelatine uit bepaalde derde landen wordt buitengrensinspectiepost luchthaven Amsterdam aangewezen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dag waarop de termijn verloopt voor het indienen van een bezwaarschrift.

Een belanghebbende kan binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit bezwaar maken bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het bezwaarschrift wordt gezonden aan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, t.a.v. de Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 april 2005.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

In onderhavig besluit wordt buitengrensinspectiepost luchthaven Amsterdam aangewezen als grensinspectiepost van eerste binnenkomst waarlangs de invoer van voor de fotografische industrie bestemde gelatine toegestaan is.

Ingevolge beschikking nr. 2004/407/EG van de Commissie van de Europese gemeenschappen van 26 april 2004 inzake overgangsbepalingen op het gebied van hygiëne en certificatie krachtens verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de invoer van fotografische gelatine uit bepaalde derde landen (PbEU L208) (hierna: Beschikking nr. 2004/407/EG), is de invoer van voor de fotografische industrie bestemde gelatine (‘fotografische gelatine’) bereid uit materiaal dat wervelkolom van runderen bevat dat krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 3 oktober 2002 (PbEG L 273) tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten als categorie 1-materiaal is ingedeeld uit bepaalde derde landen onder voorwaarden toegestaan. Aan Beschikking nr. 2004/407/EG is uitvoering gegeven in artikel 8a van de Uitvoeringsregeling E.G.-verordening gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten.

Ingevolge Beschikking nr. 2004/407/EG mag fotografische gelatine thans alleen via de grensinspectiepost Rotterdam in Nederland worden ingevoerd. Onderhavige beschikking biedt echter de mogelijkheid naast de grensinspectiepost Rotterdam nog een andere grensinspectiepost aan te wijzen.

Op grond van artikel 20.3, eerste lid, in samenhang met artikel 20.1, eerste lid van de Wet milieubeheer treedt een besluit op grond van de Destructiewet in werking met ingang van de dag na de dag waarop de termijn verloopt voor het indienen van een bezwaarschrift.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

Naar boven