Regeling boorddocumenten luchtvaart

Regeling houdende bepalingen met betrekking tot het aan boord meevoeren van documenten en bescheiden (Regeling boorddocumenten luchtvaart)

26 april 2005

Nr. HDJZ/LUV/2005-986

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 4.8 van de Wet luchtvaart;

Besluit:

Artikel 1

De gezagvoerder van een luchtvaartuig is verplicht ervoor te zorgen dat bij elke vlucht de volgende documenten worden meegevoerd:

a. Het bewijs van inschrijving, als bedoeld in artikel 3.5, eerste of tweede lid, van de Wet luchtvaart;

b. Het bewijs van luchtwaardigheid als bedoeld in artikel 3.13 respectievelijk 3.20 van de Wet luchtvaart, behoudens in gevallen als bedoeld in artikel 3.21 van de Wet luchtvaart;

c. De op het luchtvaartuig betrekking hebbende gebruiksbeperkingen, gebruiksaanwijzingen en gebruiksgegevens in een vorm van een vlieghandboek dat de instemming heeft van de Minister van Verkeer en Waterstaat;

d. Het bewijs van bevoegdheid als bedoeld in artikel 2.1, vierde lid, van de Wet luchtvaart;

e. Het journaal als bedoeld in artikel 98, tweede lid, van de R.T.L.;

f. Indien van toepassing: het geluidscertificaat of de geluidsverklaring als bedoeld in artikel 3.19b respectievelijk artikel 3.19c van de Wet luchtvaart;

g. Indien het luchtvaartuig is uitgerust met radioapparatuur: het bewijs aanwijzing radiostation.

Artikel 2

1. De gezagvoerder van een luchtvaartuig is verplicht ervoor te zorgen dat bij een internationale verkeersvlucht:

a. wordt medegevoerd een exemplaar van het laatste voor het betrokken luchtvaartuig opgestelde certificaat als bedoeld in artikel 9 van de Regeling onderhoud luchtvaartuigen;

b. waarbij het luchtvaartuig lading vervoert, in het luchtvaartuig een manifest en waar nodig een gespecificeerde verklaring omtrent die lading aanwezig is.

2. In geval van vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht wordt medegevoerd de NOTOC als bedoeld in artikel 2 van de Regeling meldings- en informatieplicht vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 mei 2005.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling boorddocumenten luchtvaart.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, M.H. Schultz van Haegen.

Toelichting

Bij wet van 19 december 2002, Stb. 2003, 24 is de Wet luchtvaart gewijzigd in verband met de introductie van het geluidscertificaat en de geluidsverklaring voor burgerluchtvaartuigen. Met de invoering van het geluidscertificaat en de geluidsverklaring als bedoeld in artikel 3.19b respectievelijk 3.19c van de Wet luchtvaart zou er een aanpassing van artikel 98, eerste lid, R.T.L. nodig zijn. Door de invoering van artikel 4.8 van de Wet luchtvaart is het mogelijk geworden om de inhoud van artikel 98, eerste lid, R.T.L. over te brengen naar een aparte ministeriële regeling. Dit heeft geresulteerd in onderhavige regeling waarbij is aangegeven dat de gezagvoerder zorg draagt dat de bij ministeriële regeling aan te wijzen documenten aan boord van een luchtvaartuig meegevoerd worden. Overtreding van artikel 4.8 van de Wet luchtvaart is strafbaar gesteld in artikel 11.9 van de Wet luchtvaart.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

M.H. Schultz van Haegen

Naar boven