Regeling erkenningen geluidsmeetorganisaties

Regeling tot wijziging van de Regeling erkenningen luchtwaardigheid met betrekking tot erkenningen van geluidsmeetbedrijven ten behoeve van de afgifte van geluidsmeetrapporten (Regeling erkenningen geluidsmeetorganisaties)

26 april 2005

Nr. HDJZ/LUV/2005-984

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 3.25 van de Wet luchtvaart en de artikelen 32, tweede lid, 33, tweede lid, en 40 van het Besluit luchtvaartuigen;

Besluit:

Artikel I

De Regeling erkenningen luchtwaardigheid wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduidingen a tot en met i vervallen.

2. In de alfabetische rangschikking wordt het volgende onderdeel ingevoegd:

autoriseringspersoneel: personeel dat door de houder van een erkenning volgens een door de minister aanvaarde procedure is gemachtigd geluidsmeetrapporten af te geven nadat geluidsmetingen zijn verricht;.

B

Onder vernummering van Hoofdstuk 9 in Hoofdstuk 10 en van de artikelen 83 en 84 in 96 respectievelijk 97 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 9

Erkende geluidsmeetorganisatie

Paragraaf 9.1

Aanvraag erkenning

Artikel 83

1. De aanvrager wordt erkend nadat deze ten genoegen van de minister heeft aangetoond, dat hij:

a. aan de erkenningsvoorwaarden, opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage D voldoet;

b. in Nederland is gevestigd.

2. De aanvraag wordt ingediend door de functionaris van de organisatie, die de eindverantwoordelijkheid draagt ten aanzien van het door de organisatie gevoerde beleid.

3. De aanvraag wordt ingediend door middel van volledig ingevulde en ondertekende formulieren, waarvan de exemplaren kosteloos bij de minister verkrijgbaar zijn.

Artikel 84

Bij de aanvraag verstrekt de aanvrager de volgende gegevens:

a. een korte levensbeschrijving van de aanvrager, de uitvoerder van de kwaliteitsborgingsfunctie, en het autoriseringspersoneel, waarin in ieder geval opleiding, ervaring en vroegere functies zijn opgenomen;

b. in het geval van een eenmansorganisatie, een afschrift van de overeenkomst met de uitvoerder van de kwaliteitsborgingsfunctie;

c. een exemplaar van het handboek, bedoeld in artikel 16 van de bij deze regeling behorende bijlage D;

d. een exemplaar van te gebruiken modellen van het geluidsmeetrapport;

e. een uittreksel, niet ouder dan drie maanden, uit het register van de Kamer van Koophandel en Fabrieken indien de organisatie aldaar is ingeschreven, of in het geval van een eenmansorganisatie, een uittreksel, niet ouder dan drie maanden uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

f. een zelfevaluatie, waarin de aanvrager per bepaling van de van toepassing zijnde regelgeving aantoont hoe daaraan wordt voldaan, en waar dit in het handboek staat beschreven.

Artikel 85

1. Van de erkenning wordt een bewijs afgegeven, dat vermeldt tot welke datum de erkenning geldig is.

2. Het model van het bewijs van erkenning is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 8.

Paragraaf 9.2

Verlenging en wijziging erkenning

Artikel 86

1. Ten aanzien van de verlenging van een erkenning zijn de artikelen 83 en 84 van toepassing, met dien verstande dat kan worden volstaan met aan te geven, welke veranderingen zich hebben voorgedaan ten aanzien van de gegevens, die voor de laatst verleende erkenning zijn ingediend.

2. Teneinde de erkenning tijdig te kunnen verlengen, moet de aanvraag hiertoe uiterlijk acht weken, doch niet eerder dan twaalf weken voor de in artikel 85 bedoelde datum worden ingediend.

Artikel 87

1. De houder van een erkenning, niet zijnde een eenmansorganisatie, bereidt wijzigingen in het functioneren van de organisatie zodanig voor en voert deze zo uit, dat het kwaliteitssysteem van de houder van de erkenning aantoonbaar in stand en effectief blijft.

2. De houder van een erkenning, niet zijnde een eenmansorganisatie, dient een aanvraag voor acceptatie van wijziging van de bij de oorspronkelijke aanvraag verstrekte gegevens in bij:

a. een wijziging in het kwaliteitsbeleid;

b. een belangrijke wijziging van de organisatie;

c. een wijziging van de erkenningaanvrager, of de leiding van de kwaliteitsafdeling;

d. een wijziging in de lijst van autoriseringspersoneel, tenzij anderszins met het bedrijf is overeengekomen;

e. een belangrijke wijziging in de toegepaste werkwijzen;

f. verandering in de meetuitrusting van het bedrijf;

g. de ingebruikname van een nieuwe geluidsmeetlocatie.

3. De houder van een erkenning, zijnde een eenmansorganisatie, deelt de minister onverwijld iedere wijziging mee van de bij de laatst ingediende aanvraag verstrekte gegevens volgens artikel 84 onder b tot en met f.

4. De minister kan voorwaarden stellen waaronder de in het derde lid bedoelde wijzigingen worden geaccepteerd.

Artikel 88

1. Een aanvraag tot wijziging, wordt door de minister goedgekeurd, nadat is aangetoond, dat de organisatie ook na de invoering van de wijziging aan de voor de verkrijging van een erkenning gestelde voorwaarden zal blijven voldoen.

2. De erkenning als eenmansorganisatie wordt gewijzigd, nadat door tussenkomst van de uitvoerder van de kwaliteitsborgingsfunctie is aangetoond, dat de houder ook na de invoering van de wijziging aan de voor de verkrijging van een erkenning als geluidsmeetorganisatie gestelde voorwaarden zal blijven voldoen.

3. De artikelen 83 en 84 zijn van toepassing, met dien verstande dat kan worden volstaan met de gegevens, die voor de aangevraagde wijziging relevant zijn.

4. Bij wijziging wordt zo nodig een nieuw bewijs van erkenning afgegeven.

5. Een aanvraag om wijziging wordt uiterlijk acht weken voor de gewenste datum van wijziging ingediend.

Paragraaf 9.3

Schorsing en intrekking erkenning

Artikel 89

1. De gehele of gedeeltelijke schorsing van de erkenning wordt bij aangetekende brief aan de houder medegedeeld met in het geval van een eenmansorganisatie een kopie aan de in artikel 84, onder b, bedoelde persoon.

2. Vanaf het tijdstip van schorsing mag de houder die bevoegdheden, waarop de schorsing van de erkenning betrekking heeft, niet uitoefenen.

3. Om een schorsing op te heffen wordt aan de minister aangetoond, dat de omstandigheden, die tot schorsing hebben geleid, zijn opgeheven.

Artikel 90

1. De gehele of gedeeltelijke intrekking van de erkenning door de minister wordt bij aangetekende brief aan de houder medegedeeld met in het geval van een eenmansorganisatie een kopie aan de in artikel 84, onder b, bedoelde persoon.

2. Vanaf het tijdstip van intrekking mag de houder de bevoegdheden, waarop de intrekking van de erkenning betrekking heeft, niet uitoefenen.

3. De houder van de erkenning is verplicht het bewijs van erkenning zo spoedig mogelijk aan de minister te zenden.

4. De minister neemt het bewijs van erkenning in en geeft, in geval van gedeeltelijke intrekking, een nieuw bewijs van erkenning af.

Paragraaf 9.4

Diverse bepalingen erkenning

Artikel 91

1. Het handboek van de aanvrager bevat in ieder geval de informatie die is voorgeschreven in de bij deze regeling behorende bijlage D.

2. De aanvrager zendt wijzigingen in het handboek zo spoedig mogelijk aan de minister.

Artikel 92

De houder van een erkenning bewaart de volgende gegevens ten minste gedurende de aangegeven termijn:

a. de geluidsmeetrapporten en overige gegevens met betrekking tot de geluidsmetingen die hebben plaatsgevonden: 2 jaren na de geluidsmeting;

b. de administratie betreffende de afgegeven geluidsmeetrapporten: 2 jaren na de autorisatie daarvan.

Artikel 93

1. De houder van een erkenning meldt een defect of een gebrek zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen 72 uur na de ontdekking ervan, schriftelijk aan de minister.

2. De melding gaat vergezeld van een zo volledig mogelijke beschrijving van hetgeen werd gevonden en een opgave van de overige van belang zijnde gegevens.

3. Indien er sprake is van een ernstig defect of gebrek meldt de houder van de erkenning het ernstige defect of gebrek onmiddellijk aan de minister.

Artikel 94

Indien naar het oordeel van de minister een verbetering van het kwaliteitssysteem noodzakelijk is, treft de erkende geluidsmeetorganisatie, met inachtneming van de door de minister gegeven aanwijzingen, maatregelen ter verbetering van het kwaliteitssysteem.

Artikel 95

De minister publiceert periodiek de volgende gegevens van de houders van een erkenning als geluidsmeetorganisatie:

a. naam;

b. vestigingsplaats of -plaatsen;

c. omschrijving van de werkzaamheden, waarvoor de houder van een erkenning als geluidmeetorganisatie is erkend.

Artikel II

De bijlagen D en 8 bij de Regeling erkenningen luchtwaardigheid worden vastgesteld overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlagen D en 8.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 mei 2005.

Artikel IV

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling erkenningen geluidsmeetorganisaties.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, M.H. Schultz van Haegen.

Bijlage D

Erkenningsvoorwaarden voor een Erkende geluidsmeetorganisatie

Artikel 1. De organisatiestructuur

1. Voor zover de aanvrager deel uitmaakt van een grotere onderneming, beschikt de aanvrager over een beschrijving, inclusief een organisatieschema, waaruit de plaats van de aanvrager in de grotere onderneming blijkt.

2. De aanvrager beschikt over een beschrijving, inclusief een organisatieschema, van de interne organisatie.

3. De aanvrager beschikt over een beschrijving van alle van belang zijnde functies binnen de interne organisatie. De functiebeschrijvingen geven de verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden weer.

Artikel 2. Personeelscapaciteit

1. De aanvrager zorgt voor voldoende en bekwaam personeel voor het:

a. uitvoeren van werkzaamheden;

b. uitoefenen van toezicht op de werkzaamheden;

c. afgeven van geautoriseerde geluidsmeetrapporten.

2. De organisatie machtigt geen personen tot het autoriseren van geluidsmeetrapporten, die de kwaliteitsborging, bedoeld in artikel 13, uitvoeren.

Artikel 3. Bedrijfsmiddelen

1. De aanvrager beschikt over voldoende en doelmatige bedrijfsmiddelen ten einde een goede uitvoering van de werkzaamheden te kunnen waarborgen.

2. De aanvrager beschikt over bedrijfsmiddelen die het personeel en de geluidsmeetapparatuur beschermen tegen ongewenste invloeden van buitenaf.

3. Indien bedrijfsmiddelen van derden worden gebruikt, zorgt de aanvrager dat hij:

a. beschikt over de bedrijfsmiddelen;

b. verantwoordelijk is voor de gang van zaken ten aanzien van deze bedrijfsmiddelen;

c. maatregelen kan treffen voor noodzakelijke verbeteringen.

Artikel 4. Documentatie

De aanvrager beschikt in de organisatie, daar waar deze voor de uitvoering van de werkzaamheden benodigd zijn, over de van toepassing zijnde voorschriften, specificaties, normen en andere gegevens.

Artikel 5. Kwaliteitssysteem

1. De aanvrager is verantwoordelijk voor een kwaliteitssysteem dat in ieder geval, voor zover van toepassing op de aanvrager, de volgende aspecten bevat:

a. het kwaliteitsbeleid;

b. de opleiding, kwalificatie en ervaring van het personeel;

c. het meetproces;

d. het documentatiebeheer;

e. de deugdelijkheid van meetapparatuur;

f. de autorisatie van geluidsmeetrapporten;

g. een doelmatige en deugdelijke technische administratie;

h. de kwaliteitsborging;

i. beheersing van de invloed van economische en commerciële factoren op de kwaliteit.

2. Elk lid van het personeel wordt in kennis gesteld van en in staat gesteld om naar behoefte kennis te nemen van het kwaliteitssysteem.

3. Wijzigingen in het kwaliteitssysteem worden tijdig bekendgemaakt aan het bij de wijziging betrokken personeel.

Artikel 6. Kwaliteitsbeleid

1. Het door de aanvrager vastgestelde kwaliteitsbeleid bestaat uit doelstellingen, wegen en middelen, en prioriteiten, die leiden tot een beleidsprogramma teneinde te waarborgen dat de resultaten van het geluidsmetingproces voldoen aan vooraf vastgestelde kwaliteit.

2. Het kwaliteitsbeleid is gericht op het voorkomen van onbedoelde afwijkingen in het functioneren van de organisatie.

3. Het kwaliteitsbeleid is bekend bij en wordt uitgevoerd door het personeel.

4. Het kwaliteitsbeleid wordt periodiek door de aanvrager dan wel in het geval van een eenmansorganisatie door de uitvoerder van de kwaliteitsborgingsfunctie getoetst op blijvende geschiktheid.

Artikel 7. De opleiding, kwalificatie en ervaring van het personeel

1. Indien de aanvrager zorgt dat het personeel door een opleiding de vereiste kennis, bedrevenheid en ervaring heeft voor uitvoerende, leidinggevende of toezichthoudende taken, beschikt de aanvrager over een beschrijving van de opleiding.

2. De aanvrager administreert met een machtiging, of anderszins, ieder lid van het personeel, dat belast is met het autoriseren van geluidsmeetrapporten.

3. De beschrijving bevat tevens een omschrijving van de te hanteren regeling voor toetsing en periodieke hertoetsing van de bekwaamheden en een beschrijving van de organisatie van het toezicht op die regeling.

Artikel 8. Het geluidsmeetproces

De aanvrager waarborgt dat de werkzaamheden tijdens het geluidsmeetproces worden uitgevoerd, overeenkomstig de van toepassing zijnde voorschriften en instructies, met gebruikmaking van de van toepassing zijnde bedrijfsmiddelen.

Artikel 9. Het documentatiebeheer

De aanvrager beschikt over een systeem dat waarborgt dat de beschikbare documentatie wordt bijgehouden en actueel blijft.

Artikel 10. De identificatie en traceerbaarheid van meetapparatuur

1. De aanvrager beschikt over een systeem dat waarborgt, dat de meet- en beproevingsapparatuur in aantoonbaar deugdelijke toestand wordt gehouden.

2. Calibraties en ijkingen worden zodanig verricht dat de metingen tot de nationale standaards herleidbaar zijn.

3. Meet- en beproevingsapparatuur die niet aan de eisen voldoet, wordt gescheiden gehouden van goede apparatuur en als zodanig geïdentificeerd.

Artikel 11. De geluidsmeetrapporten

1. Het geluidsmeetrapport is slechts geldig indien het:

a. volledig leesbaar is,

b. tegen uitwissen is beveiligd, en

c. is ondertekend door een door de aanvrager overeenkomstig artikel 7, tweede lid, gemachtigd personeelslid.

2. Het is de in het vorige lid bedoelde personen niet toegestaan een geluidsmeetrapport te ondertekenen, zonder zich op redelijke wijze van de juistheid van het te ondertekenen rapport te hebben overtuigd.

3. Het geluidsmeetrapport houdt in:

a. een verklaring luidende:

i. Geluidsmeetrapport, afgegeven op grond van het door de Minister van Verkeer en Waterstaat afgegeven bewijs van erkenning nr. …..;

ii. Report on noise measurement test released in accordance with the approval by the Minister of Transport, Public Works and Water Management of the Netherlands ref. Approval no ..…;

b. de naam van de houder van de erkenning, die op het bewijs van erkenning is vermeld;

c. het volgnummer van het geluidsmeetrapport;

d. door wie en op welke datum het geluidsmeetrapport is getekend;

e. het meetresultaat;

f. de autorisatie van het betrokken personeelslid;

g. de beschrijving van het luchtvaartuig;

h. volgens welke meetmethode gemeten is;

i. equivalente meetmethoden;

j. de correctieberekeningen.

Artikel 12. Een doelmatige en deugdelijke technische administratie

1. De aanvrager zorgt voor een doelmatige en deugdelijke technische administratie met betrekking tot:

a. de afgegeven geluidsmeetrapporten;

b. de meetgegevens omtrent tijdens het proces toegepaste behandelingen, indien de beoordeling ervan mede op grond van deze gegevens geschiedt;

c. de gegevens omtrent de uitgevoerde metingen en de wijze van uitvoering;

2. De gegevens worden, tegen uitwissen beveiligd, vastgelegd en opgeslagen door daartoe bevoegd personeel. Bij mutaties van gegevens, wordt de identiteit van degene die de wijziging invoert, eenduidig vastgelegd.

Artikel 13. De kwaliteitsborging bij een organisatie niet zijnde een eenmansorganisatie

1. De aanvrager beschikt over een kwaliteitsafdeling, die erop toeziet dat het kwaliteitsbeleid wordt toegepast.

2. De kwaliteitsafdeling vervult haar taak onafhankelijk van de met de directe uitvoering van de werkzaamheden belaste afdelingen.

3. De aanvrager en in het bijzonder de kwaliteitsafdeling beschikt, teneinde te verzekeren en aan te kunnen tonen dat het kwaliteitssysteem naar behoren functioneert, over daartoe noodzakelijke gegevens.

4. De kwaliteitsafdeling beoordeelt regelmatig het functioneren van de organisatie. Indien naar het oordeel van de minister de aard of omvang van de aanvrager zich hier niet voor leent, kan deze beoordeling worden uitbesteed aan derden, mits de door de minister ter zake gegeven aanwijzingen worden opgevolgd.

5. Indien blijkt dat het kwaliteitssysteem tekortschiet, achterhaalt de aanvrager de oorzaken daarvan, of laat deze achterhalen, teneinde maatregelen ter verbetering te kunnen treffen.

6. Indien daar aanleiding toe is, brengt de aanvrager de nodige verbeteringen aan in het kwaliteitssysteem.

7. De kwaliteitsafdeling beschikt over een doelmatige en deugdelijke uitrusting voor de uitvoering van haar taak.

8. De kwaliteitsafdeling beschikt ten minste over de bevoegdheid om de autorisatie van geluidsmeetrapporten te verhinderen of ongedaan te maken.

Artikel 14. Kwaliteitsborging bij een eenmansorganisatie

1. De aanvrager beschikt over de daartoe noodzakelijke gegevens, en stelt deze ter beschikking aan de kwaliteitsborgingsfunctie, teneinde aan te kunnen tonen dat het kwaliteitssysteem naar behoren functioneert.

2. De aanvrager laat zijn functioneren regelmatig beoordelen door de uitvoerder van de kwaliteitsborgingsfunctie.

3. Zodra blijkt dat het kwaliteitssysteem tekortschiet, achterhaalt de aanvrager of de kwaliteitsborgingsfunctie de oorzaken daarvan, teneinde maatregelen ter verbetering te kunnen treffen.

4. Indien nodig brengt de aanvrager de nodige verbeteringen aan in het kwaliteitssysteem.

Artikel 15. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de uitvoerder van de kwaliteitsborgingsfunctie bij een eenmansorganisatie

1. Teneinde een goede uitvoering te geven aan het kwaliteitsbeleid, bedoeld in artikel 6, sluit de aanvrager een overeenkomst met een organisatie voor de uitvoering van de kwaliteitsborgingsfunctie, die tenminste aan de volgende voorwaarden voldoet:

a. kennis en ervaring op het gebied van auditeren;

b. kennis van de Nederlandse regelgeving op het gebied van geluid in de luchtvaart;

c. technisch inhoudelijke kennis van geluidscertificatiemetingen aan luchtvaartuigen.

2. Deze overeenkomst bevat met betrekking tot de uitvoerder van de kwaliteitsborgingsfunctie tenminste de volgende aspecten:

a. hij ondersteunt de aanvrager bij de ontwikkeling en invoering van het kwaliteitsbeleid, bedoeld in artikel 6;

b. hij ziet er in ieder geval op toe dat het kwaliteitssysteem wordt toegepast;

c. hij vervult zijn taken onafhankelijk van de met de directe uitvoering van de werkzaamheden belaste personen.

Artikel 16. Handboek

1. Het handboek van de aanvrager bevat een beschrijving hoe hij aan de artikelen 1 tot en met 15 voldoet, waarbij de totstandkoming van het geluidsmeetrapport vanaf de voorbereiding tot en met de aflevering, zowel in hoofdlijnen als daar waar nodig tot in gedetailleerde werkinstructies is beschreven.

2. Tevens bevat het handboek van de aanvrager:

a. de kennisgevingsprocedure van organisatorische wijzigingen aan de minister;

b. een overzicht van het personeel, dat belast is met het autoriseren van geluidsmeetrapporten;

c. de wijzigingsprocedure van het handboek.

Toelichting

Algemeen

Geluidseisen voor luchtvaartuigen zijn in internationaal verband vastgesteld op basis van het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de Burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109). De geluidseisen zijn opgenomen in Deel I van bijlage 16 bij dat verdrag. Sinds 1980 zijn de landen van de Europese Unie ook verplicht de ICAO-geluidseisen in hun nationale wetgeving op te nemen ingevolge Richtlijn 80/51/EEG van de Raad van de Europese gemeenschappen van 20 december 1979, inzake de beperking van geluidhinder door subsonische straalvliegtuigen (PbEG 1980, L18), met ingang van 28 september 2003 vervangen door de Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (PbEG L 240). Tot nu toe wordt uitvoering gegeven aan de internationale voorschriften terzake door middel van afgifte van zogenoemde ‘noise statements’. Voor zo’n document bestond echter tot nu toe geen expliciete basis in de wet.

Bij Wet van 19 december 2002, Stb. 2003, 24 houdende wijziging van de Wet luchtvaart (geluidscertificaat en geluidsverklaring), is de Wet luchtvaart gewijzigd in verband met de introductie van het geluidscertificaat en de geluidsverklaring voor burgerluchtvaartuigen. Door de introductie van een geluidscertificaat voor burgerluchtvaartuigen wordt uitvoering gegeven aan het verdrag en aan de Verordening (EG) nr. 1592/2002. In de artikelen 3.19a tot en met 3.19f van de Wet luchtvaart is geregeld in welke gevallen de minister een geluidscertificaat of geluidsverklaring kan afgeven, wijzigen, schorsen, intrekken of vernieuwen.

Op grond van het gewijzigde artikel 3.25 van de wet is het in principe verboden zonder erkenning werkzaamheden met betrekking tot de luchtwaardigheid te verrichten. Het is echter niet verboden zonder erkenning werkzaamheden met betrekking tot de geluidsproductie, zoals het doen van geluidsmetingen, te verrichten. Wel verleent de minister op aanvraag een erkenning onder meer voor geluidmeetbedrijven ten behoeve van de afgifte van geluidsmeetrapporten, wanneer de aanvrager aan bepaalde eisen voldoet. De onderhavige regeling tot wijziging van de Regeling erkenningen luchtwaardigheid voorziet in een erkenningsregeling daartoe.

Een geluidsmeetrapport van een erkend bedrijf zal de minister zonder meer accepteren. Een geluidsmeetrapport, dat binnen Nederland door een niet erkend bedrijf wordt opgesteld, zal in de praktijk alleen geaccepteerd worden, wanneer de minister bij de geluidsmetingen ten behoeve van dat rapport vertegenwoordigd is geweest.

De gevolgen voor het bedrijfsleven van de wet en daarmee ook van deze regeling alsmede voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid ervan zijn uitvoerig beschreven in de paragrafen 8 en 9 van de memorie van toelichting op de hierboven genoemde wijzigingswet (Kamerstukken II 2001/02, 28 357, nr. 3).

Artikelsgewijs

Artikel 83

In het geval van een eenmansorganisatie is de aanvrager zelf de functionaris van het bedrijf, die de eindverantwoordelijkheid draagt ten aanzien van het door het bedrijf gevoerde beleid.

Artikel 84

In het geval van een eenmansorganisatie zal de aanvrager dezelfde zijn als degene, die tot autoriseren bevoegd is.

Een afschrift van de overeenkomst met de kwaliteitsborgingfunctie is slechts noodzakelijk bij een eenmansorganisatie die deze functie extern inhuurt.

Een zelfevaluatie dient te worden ingediend bij een eerste afgifte of een wijziging van de erkenning. Verwezen zij ook naar de toelichting bij de Regeling erkenningen luchtwaardigheid van 8 oktober 2001, Stcrt. 198.

Artikel 94

De minister publiceert de gegevens van houders van een erkenning in de vorm van een Aeronautical Information Circulaire uit de serie B en op de internetpagina van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, divisie luchtvaart.

Bijlage D

Overeenkomstig de opzet van deze regeling zijn in de bijlage de voorwaarden opgenomen, waaraan een erkende geluidsmeetorganisatie moet voldoen. Bijlage C heeft voor deze bijlage model gestaan. De organisatiestructuur zal in voorkomende gevallen ook de buitenlandse vestigingen van de houder van de erkenning omvatten. Voor het overige zij verwezen naar de toelichting bij bijlage C.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

M.H. Schultz van Haegen

Naar boven