Herziening normen en bedragen genoemd in de Wet werk en bijstand met ingang van 15 april 2005

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid maakt op grond van artikel 38, vijfde lid, van de Wet werk en bijstand bekend dat met ingang van 15 april 2005:

1. in artikel 19, derde lid, `4,4 procent' wordt herzien in: 4,8 procent;

2. in artikel 20, eerste lid, `€ 198,67' wordt herzien in: € 199,39; `€ 397,34' in: € 398,78 en `€ 773,59' in: € 776,37;

3. in artikel 20, tweede lid, `€ 428,64' wordt herzien in: € 430,18; `€ 627,31' in: € 629,57 en `€ 1003,56' in: € 1007,16;

4. in artikel 21'€574,92' wordt herzien in: € 576,98; `€ 804,88' in: € 807,77 en `€ 1149,83' in: € 1153,96;

5. in artikel 22 `€ 866,63' wordt herzien in: € 869,52; `€ 1091,51' in: € 1095,23; `€ 1216,06' in: € 1221,02 en `€ 1216,06' in: € 1221,02;

6. in artikel 23, eerste lid, `€ 256,02' wordt herzien in: € 256,95 en `€ 398,25' in: € 399,69;

7. in artikel 25, tweede lid, `€ 229,97' wordt herzien in: € 230,79.

's-Gravenhage, 25 april 2005.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,namens deze,
De wnd. directeur Werk en Bijstand,
W. Meijerink.

Toelichting

De normbedragen genoemd in de artikelen 20 tot en met 25 van de Wet werk en bijstand (WWB) dienen te worden herzien voor zover de ontwikkeling van het netto minimumloon en de netto vakantieaanspraak op minimumvakantiebijslag daartoe aanleiding geeft.

Bij de wet van 24 maart 2005 tot aanvulling van het inkomen van ouderen met een bescheiden inkomen en aanpassing berekening vakantie-uitkering voor uitkeringsgerechtigden (Wet inkomensaanvulling 2005), (Stb. 192) is de definitie van het begrip netto minimumloon, bedoeld in artikel 37, van de WWB herzien. Dit resulteert in een verhoging van het netto minimumloon met € 4,13 per maand, alsmede in een gewijzigde verhouding tussen maand- en vakantie-uitkering.

Hieronder volgt de berekening van het nettominimumloon (A) alsmede van de bijstandsnorm per 15 april 2005 voor gehuwden, een alleenstaande ouder en een alleenstaande van 21 jaar tot 65 jaar (B).

A. Berekening nettominimumloon bedoeld in artikel 37, van de Wet werk en bijstand per 1 april 2005

bruto minimumloon, inclusief vakantie-uitkering

€ 1365,98

af: premie Zfw

€ 19,80

 

premie Awf

€ 6,39

 

loonheffing

€ 185,83

€ 212,02

netto minimumloon ex. artikel 37 WWB

€ 1153,96

B. Berekening van de bijstandsnorm per maand voor gehuwden, een alleenstaande ouder en een alleenstaande van 21 tot 65 jaar per 1 april 2005

gehuwden, beide partners 21 jaar of ouder

1153,96

hierin begrepen vakantietoeslag 4,8%*) van 1153,96 =

55,39

  

alleenstaande ouder 21 jaar of ouder 70% van 1153,96 =

807,77

hierin begrepen vakantietoeslag 4,8%*) van 807,77 =

38,77

  

alleenstaande 21 jaar of ouder 50% van 1153,96 =

 

576,98

 

hierin begrepen vakantietoeslag 4,8%*) van 576,98 =

27,70

*) Het percentage, genoemd in artikel 19, derde lid, geeft de verhouding weer tussen de netto aanspraak op vakantietoeslag en het maandloon inclusief vakantietoeslag die bij het netto minimumloon bestaat.

Netto vakantieuitkering

55,12

Nettominimumloon

1153,96

Verhouding: 55,12/ 1153,96 x 100% = 4,7766%, afgerond 4,8%.

 

Bovenvermelde wet van 24 maart 2005 kent een overgangsbepaling. Deze houdt in dat de effecten van de nieuwe definitie voor in april 2005 lopende uitkeringen ook hun uitwerking hebben over de periode van 1 januari 2005 tot en met 15 april 2005. De ontstane verschillen in deze periode worden in de maand april bij de uitbetaling van de uitkering betrokken. Aangezien het gewijzigde netto minimumloon met name zijn weerslag vindt in de vakantie-uitkering die in de bijstandsnorm is begrepen wordt bij de uitbetaling van de bijstandsuitkering in de maand april 2005 een percentage van 5,8% vakantie-uitkering verondersteld.

Naar boven