Instellingsbesluit Stuurgroep evaluatie politieorganisatie

30 maart 2005

Nr. EA2004/84284

DGV|Pol/BJZ

De Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Justitie en van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 6 van de Kaderwet adviescolleges en artikel 5 van het Vergoedingenbesluit adviescolleges;

Overwegende dat in het Hoofdlijnenakkoord van 16 mei 2003 (Kamerstukken II, 2002–2003, 28 637, nr. 19) is aangekondigd dat het functioneren van de politie in 2004 zal worden geëvalueerd;

Overwegende dat in de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 september 2003 (Kamerstukken II, 2003–3004, 29 200 VII, nr. 4), voortbouwend op het Hoofdlijnenakkoord, een aantal concrete instrumenten ter versterking van de bevoegdheden op rijksniveau wordt voorgesteld die in de aangekondigde evaluatie zullen worden meegewogen bij de beoordeling of verdergaande aanpassing van het politiebestel noodzakelijk is;

Overwegende dat in de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie van 20 september 2004 (Kamerstukken II, 2003–2004, 29 628, nr. 5) de doelstellingen en opzet van de evaluatie van de politieorganisatie zijn geschetst;

Besluiten:

§ 1

Instelling en taak

Artikel 1

Instelling

Er is een stuurgroep Evaluatie Politieorganisatie, hierna te noemen: de stuurgroep.

Artikel 2

Taak

De stuurgroep is belast met de uitvoering van de evaluatie, beschreven in de brief van de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie d.d. 20 september 2004 (Kamerstukken II, 2003–2004, 29 628, nr. 5), Deze taak omvat onder meer:

– het aansturen van het adviesbureau, belast met het feitelijke onderzoek;

– het stellen van eisen waaraan de politieorganisatie nu en in de nabije toekomst moet voldoen, gegeven de maatschappelijke, politieke en internationale ontwikkelingen;

– het op basis van die eisen opstellen van een sterkte-zwakte-analyse omtrent de huidige politieorganisatie en het doen van voorstellen voor verbetering van de organisatie en de sturing van het beheer en de taakuitvoering van de politie;

– het opstellen van een sterkte-zwakteanalyse omtrent de huidige schaalgrootte en het in dat verband doen van voorstellen over mogelijke wijzigingen van schaalgrootte en regio-indeling van de politie;

– het uiterlijk 1 juli 2005 rapporteren aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie, alsmede het uitbrengen van adviezen, waarbij de voor- en nadelen van de verschillende oplossingsrichtingen worden geschetst.

§ 2

Samenstelling en werkwijze

Artikel 3

Samenstelling

De stuurgroep is als volgt samengesteld:

a) voorzitter, tevens lid: mw. ir. J.M. Leemhuis-Stout,

b) leden:

– mr. J.A. Blok

– prof. dr. W. Bruggeman

– mr. J.A.M. Hendrikx

– mr. J.K.T. Postma

– mw. mr. A.L.C. Roelofs

– prof. dr. H. Volberda

– J. Wilzing

– H. Zwarts

Artikel 4

Werkwijze

De stuurgroep betrekt op enigerlei wijze de verschillende betrokkenen bij de politieorganisatie teneinde hen in de gelegenheid te stellen hun inbreng in de evaluatie te leveren.

De stuurgroep kan niet-leden uitnodigen tot het bijwonen van de vergaderingen.

De voorzitter van de stuurgroep informeert de ministers periodiek omtrent de voortgang en de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de evaluatie.

De externe communicatie van de stuurgroep wordt afgestemd met de ministers.

Artikel 5

Werkgroepen

De stuurgroep kan één of meer werkgroepen instellen ter ondersteuning van haar werkzaamheden. In een werkgroep kunnen ook niet-leden zitting hebben.

Artikel 6

Secretariaat

1. De stuurgroep wordt ondersteund door een secretariaat, waarin wordt voorzien door het verworven adviesbureau. Het secretariaat wordt gevoerd overeenkomstig de wensen van de stuurgroep.

2. Tot de taak van het secretariaat behoort onder andere:

– het onder verantwoordelijkheid van de stuurgroep opstellen van voorstellen, nota’s en verslagen;

– het in overleg met de voorzitter voorbereiden van vergaderingen van de stuurgroep.

Artikel 7

Archiefbescheiden

1. Het beheer van de archiefbescheiden van de stuurgroep geschiedt door het secretariaat met inachtneming van de terzake geldende bepalingen van het beheersreglement van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

2. Bij opheffing van de stuurgroep worden de archiefbescheiden overgedragen aan het centraal archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

§ 3

Overige bepalingen

Artikel 8

Vergoedingen

Aan de voorzitter van de stuurgroep wordt voor de duur van de werkzaamheden van de stuurgroep een vaste vergoeding per maand van 16,5% van het maximumniveau van salarisklasse 18 van het BBRA toegekend.

De leden van de stuurgroep, voor zover geen ambtenaar, ontvangen een voor de duur van de werkzaamheden van de stuurgroep een vaste vergoeding per maand van 10,9% van het maximumniveau van salarisklasse 18 van het BBRA.

Artikel 9

De kosten verbonden aan de werkzaamheden van de stuurgroep komen gelijkelijk ten laste van de begroting van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie.

Artikel 10

Inwerkingtreding

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 20 september 2004.

2. Dit besluit vervalt op 1 september 2005 of, indien de stuurgroep haar werkzaamheden eerder heeft voltooid, op dat tijdstip.

Artikel 11

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit stuurgroep Evaluatie Politieorganisatie.

Artikel 12

Publicatie

Dit besluit zal worden gepubliceerd in de Staatscourant. Een afschrift van dit besluit zal worden gezonden aan de Tweede Kamer, het Korpsbeheerdersberaad, het College van procureurs-generaal, de Raad van hoofdcommissarissen, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg.

Den Haag, 30 maart 2005.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W. Remkes.De Minister van Justitie, J.P.H. Donner.

Toelichting

In het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet Balkenende II is aangekondigd dat het functioneren van de politie zal worden geëvalueerd. In de brief van de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie d.d. 20 september 2004 (Kamerstukken II, 2003–2004, 29 628, nr. 5) aan de voorzitter van de Tweede Kamer zijn de doelstellingen en de opzet van deze evaluatie geschetst. Met dit Instellingsbesluit wordt de Stuurgroep, belast met de uitvoering van deze evaluatie, formeel ingesteld.

Het Instellingsbesluit is gebaseerd op artikel 6 van de Kaderwet adviescolleges. De Stuurgroep is immers aan te merken als een college, belast met de eenmalige advisering over een bepaald vraagstuk, die wordt ingesteld voor de duur van de advisering.

De taak van de Stuurgroep is omschreven in artikel 2. Bij de taakomschrijving wordt verwezen naar de genoemde brief d.d. 20 september 2004 van de ministers aan de voorzitter van de Tweede Kamer. Daarin komt onder meer aan de orde dat de evaluatie zich tevens zal richten op de wijze waarop de ministers, korpsbeheerders, burgemeesters, Openbaar Ministerie en korpschefs invulling hebben gegeven aan hun rollen en sturingsmogelijkheden. Gelet op het feit dat ook de rol van de ministers daarmee onderwerp van deze evaluatie is, is er voor gekozen de Stuurgroep onafhankelijk te positioneren en samen te stellen uit leden die (thans) geen actieve rol of functie binnen het politiebestel vervullen.

Eveneens in verband met de vereiste onafhankelijkheid van de Stuurgroep is er tevens voor gekozen het secretariaat daarvan bij een adviesbureau te beleggen. De ministers hebben in dat verband een adviesbureau geselecteerd en aan de Stuurgroep toegewezen.

Dit besluit treedt in werking op de tweede dag na de publicatie daarvan in de Staatscourant en werkt terug tot 20 september 2004. Op die dag is de voorzitter van de Tweede Kamer geïnformeerd over de start van de evaluatie.

Op uiterlijk 1 juli 2005 zal de Stuurgroep aan de ministers rapporteren over de uitkomsten van de evaluatie en haar daarop gebaseerde aanbevelingen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

De Minister van Justitie,

J.P.H. Donner

Naar boven