Wijziging Regeling verlenging bewijzen van luchtwaardigheid

20 april 2005

Nr. HDJZ/LUV/2005-916

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 22, onderdeel b, van het Besluit luchtwaardigheid;

Besluit:

Artikel I

Artikel 3 van de Regeling verlenging bewijzen van luchtwaardigheid wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid komt te luiden:

4. In afwijking van het eerste lid kan de minister wanneer bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven de BvL-verlengingsinspectie uitvoeren. Hij voert de BvL-verlengingsinspectie in ieder geval uit wanneer er geen erkend bedrijf, zweefvliegtechnicus of vergunninghouder als bedoeld in het eerste lid is.

2. Het vijfde lid vervalt.

3. Het zesde lid wordt genummerd 5 en wordt ‘In het geval de bijzondere omstandigheid, bedoeld in het zesde lid, onder a, zich voordoet,’ vervangen door: Indien de BvL-verlengingsinspectie door de minister in het buitenland wordt uitgevoerd,.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, M.H. Schultz van Haegen.

Toelichting

Op grond van de tekst van het vierde lid van artikel 3 van de Regeling verlenging bewijzen van luchtwaardigheid is de Minister van Verkeer en Waterstaat gehouden BvL-verlengingsinspectie’s zelf uit te voeren. Deze inspecties worden dan door de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) uitgevoerd.

In de praktijk is echter gebleken, dat ook in bijzondere omstandigheden, met name een aantal gevallen waarbij het desbetreffende luchtvaartuig uitsluitend in het buitenland wordt gebruikt, de BvL-verlengingsinspectie sneller en efficiënter door een erkend bedrijf kan worden verricht. Het laten verrichten van de BvL-verlengingsinspectie door de IVW is dan niet opportuun. Derhalve dient de verplichting tot het verrichten van BvL-verlengingsinspecties te vervallen en te worden vervangen door de mogelijkheid van BvL-verlengingsinspecties door de minister.

De aanpassing betekent in de praktijk, daar waar dat mogelijk is, de BvL-verlengingsinspecties door erkende bedrijven kunnen worden verricht. Uiteraard zullen de BvL-verlengingsinspecties in die gevallen, waarin geen erkend bedrijf voorhanden is, als voorheen door IVW worden verricht.

Bijgaande regeling voorziet in een en ander. Het vijfde lid kan hierbij vervallen, aangezien het in de nieuwe constructie slechts voorbeelden geeft; bovendien is exploitatie van een luchtvaartuig uitsluitend in het buitenland in deze tijd in redelijkheid geen bijzondere omstandigheid meer te noemen. Het huidige zesde lid is aangepast aan de wijziging.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

M.H. Schultz van Haegen

Naar boven