Instellingsbesluit Coördinatiegroep Informatievoorziening Strafrechtsketen

13 april 2005

Nr. DDS 5344954

De Minister van Justitie,

Besluit als volgt:

Artikel 1

Er is een Coördinatiegroep Informatievoorziening Strafrechtsketen.

Artikel 2

De taken van de Coördinatiegroep zijn:

a. het verbeteren van de operationele, management- en beleidsinformatievoorziening met betrekking tot de keten, waartoe ook behoort het ontwikkelen van simulatie- en prognosemodellen;

b. het opstellen van periodieke rapportages over (de ontwikkeling van) de informatievoorziening in de strafrechtsketen en de resultaten daarvan.

Artikel 3

Behalve aan de in artikel 2 genoemde taken kan de Coördinatiegroep aandacht geven aan het oplossen van knelpunten in de keten, het agenderen van acties, het maken van afspraken en het sturen op en monitoren van de uitvoering daarvan, en aan het afstemmen van die aspecten van het functioneren van ketenpartners die van invloed zijn op andere schakels in de keten.

Artikel 4

De Coördinatiegroep wordt ingesteld voor onbepaalde tijd.

Artikel 5

De Coördinatiegroep komt ten minste vijf maal per jaar bijeen.

Artikel 6

De Coördinatiegroep kan project- en/of stuurgroepen met specifieke taakopdrachten in het leven roepen.

Artikel 7

In de Coördinatiegroep worden benoemd:

– als lid, tevens voorzitter:

de directeur-generaal Rechtshandhaving van het ministerie van Justitie;

– als lid, tevens plaatsvervangend voorzitter:

de directeur Handhaving van het ministerie van Justitie;

– als leden:

de directeur Sanctie- en preventiebeleid van het ministerie van Justitie;

de directeur Strategie Rechtspleging van het ministerie van Justitie;

een lid van het College van Procureurs-Generaal dan wel een door dit College aan te wijzen vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie;

een lid van de Raad voor de Rechtspraak dan wel een door deze Raad aan te wijzen vertegenwoordiger van de Rechtspraak;

een lid van de Hoofdirectie van de Dienst Justitiële Inrichtingen;

de directeur van de Raad voor de Kinderbescherming;

de portefeuillehouder Opsporing in de Raad van Hoofdcommissarissen;

de directeur Politie van het Directoraat-Generaal Veiligheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken;

– als agenda-leden:

de directeur Opsporingsbeleid van het ministerie van Justitie;

de directeur Justitieel Jeugdbeleid van het ministerie van Justitie;

de directeur Financieel-Economische Zaken van het ministerie van Justitie;

de directeur Informatisering van het ministerie van Justitie;

de bevelhebber der Koninklijke Marechaussee;

de directeur van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie;

de directeur van Stichting Reclassering Nederland;

de directeur van Slachtofferhulp Nederland;

de directeur van HALT Nederland;

de directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau;

de directeur van het Nederlands Forensisch Instituut.

Artikel 8

De voorzitter voorziet in het secretariaat.

Artikel 9

Elke ketenpartner heeft, als participant in de Coördinatiegroep, ten minste de volgende verantwoordelijkheden:

– het aanleveren van ketenrelevante informatie over het eigen functioneren aan de Coördinatiegroep en aan de ketenpartners;

– het actief en volwaardig participeren in de Coördinatiegroep en eventuele voorbereidingsgroepen;

– het continu plaatsen van het eigen functioneren in het perspectief van de totale keten;

– het aanwijzen van een vast lid en een plaatsvervangend lid zowel voor de Coördinatiegroep als voor eventuele voorbereidingsgroepen, waarbij voor elk van deze vertegenwoordigers geldt dat zij in voldoende mate zijn gemandateerd en dat ketencoördinatie expliciet onderdeel uitmaakt van hun takenpakket.

Artikel 10

Dit besluit wordt geplaatst in de Nederlandse Staatscourant en treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening.

Den Haag, 13 april 2005.
De Minister van Justitie, J.P.H. Donner.

Naar boven